Rijksuniversiteit Groningen
23 jan 2002
Nummer 10 17 januari 2002
oratie hoogleraar arbeid en gezondheid
Vroege signalering en interventie bij arbeidsongeschiktheid noodzakelijk
"Vroege signalering, vroege interventie en integrale zorg, moeten
de aanzet vormen voor een meer succesvol reïntegratiebeleid bij
arbeidsongeschiktheid. Al in de eerste maanden van het
ziekteverzuim moet met een veel beter case-management de
reïntegratie starten. Veel valt te leren van werknemers die in
gezondheid hun pensioen halen. De aandacht daarvoor is volstrekt
afwezig, terwijl voorkómen zoveel beter is." Dit zegt prof.dr. J.W.
Groothoff in zijn oratie die hij op 22 januari 2002 uitspreekt als
bijzonder hoogleraar Arbeid en gezondheid aan de Rijksuniversiteit
Groningen.
"De beroepsgezondheidszorg vervult bij reïntegratie een belangrijke
rol", aldus Groothoff. Al in een vroeg stadium van
arbeidsongeschiktheid moet de behandeling gericht zijn op
activiteit, gedoseerde activiteit. Dit in tegenstelling tot het
huidige standaard voorschrijven van rust. Terugkeer naar de eigen
werkgever is en blijft het hoofdspoor. Daaraan biedt ook de
(herziene) Poortwachterswet en de voorstellen van de commissie
Donner de nodige ondersteuning. Daarmee is echter nog geen
oplossing gebracht in de ondoorzichtige en ingewikkelde relatie
tussen ziekte, beperkingen en arbeidsactiviteiten."
Honderdduizend slachtoffers per jaar
In Nederland zijn er op een beroepsbevolking van zo'n 7 miljoen
bijna 1 miljoen arbeidsongeschikten. Groothoff: "Honderdduizend
nieuwe arbeidsongeschikten per jaar, 400 per werkdag, 50 per uur, 1
per minuut. Stelt u zich voor dat we getroffen werden door een
ramp, elk jaar weer, met 100.000 slachtoffers in de
beroepsleeftijd, waarvan slechts een klein gedeelte weer aan het
werk komt. En let op, met in de WAO een fors hogere sterftekans.
Maar hier geen noodfonds, hulptroepen, inzamelingsacties. Het deert
ons niet, we aanvaarden het als een normaal risico, evenals de lage
reïntegratiekans."
Geen langdurige vakantie
"Naar mijn gevoel", zegt Groothoff in zijn oratie, "wordt nog te
veel gedacht dat het hier een zeer langdurige vakantie betreft, een
soort van paradijselijke situatie; datgene waar we in feite
allemaal naar verlangen. Echter, vanuit het oogpunt van
gezondheidsbescherming is de positie van arbeidsongeschikte verre
van benijdenswaardig. Laag op de maatschappelijke ladder, voor de
meesten een toestand van continue onderbelasting, een gebrek aan
zingeving, verplichtingen om zich ten behoeve van de naaste
omgeving te legitimeren via ziektegedrag en medische consumptie.
Dat is niet direct bevorderlijk voor de gezondheid."
Recht op arbeid
Groothoff: "Met nadruk wil ik wijzen op het recht op arbeid, een
gegarandeerd sociaal grondrecht. In dat verband is het een groot
schandaal, een wezenlijk sociaal onrecht, dat wij in Nederland niet
in staat zijn om daaraan voldoende invulling te bieden. Nog meer
dan nu zal dit polderland model moeten staan voor of gestalte
moeten geven aan de realisatie van dit recht op arbeid. En niet
alleen voor mensen recht van lijf en leden, maar juist voor hen die
qua gezondheid in een achterstandssituatie verkeren. Een nog
pregnanter voorbeeld hoe we het recht op arbeid aan onze laars
lappen is de wijze waarop aan de sociale werkvoorziening inhoud
wordt gegeven. Personen met een ontegenzeglijk ernstige
arbeidshandicap, vaak al vanaf de geboorte, worden op een
jarenlange wachtlijst geplaatst. De sociale werkvoorziening zelf is
tot productiebedrijf geworden dat moet kunnen concurreren. Personen
met een ernstige handicap zijn dan niet de meest aantrekkelijke
werknemers."
Bezinning op tempo en werkdruk
"We moeten de burger leren dat de ideaaltypering van arbeid een
fictie is en dat werk gepaard zal blijven gaan met fricties, met
stress, moeilijke chefs en collega's, nare klanten, veel overleg,
saaie routines, en met soms weinig ruimte voor eigen inbreng", zegt
Groothoff. "Dat laat onverlet dat een nadere bezinning op tempo en
werkdruk, het dagelijkse informatiebombardement dat niet gebonden
is aan 8 werkuren, het continu bereikbaar willen en moeten zijn,
hier toch wel vereist is. De consequenties kunnen we dagelijks
waarnemen in de toestroom van personen met een burn-out syndroom en
het percentage personen dat zich moe voelt."
Uitgaven niet zien als pure kosten
Groothoff: "Uiteraard moet scherp worden gelet op de uitgaven voor
verzuim en arbeidsongeschiktheid, nu in de orde van grootte van 15
miljard euro per jaar. Maar het gevaar bestaat dat collectieve
uitgaven als pure kosten worden gezien. Ken in dit verband ook de
discussies over gezondheidszorg en zelfs onderwijs, waarbij de
baten te weinig werden en worden benadrukt. Private financiering
lijkt bij een dergelijke benadering weer een politieke optie. Maar
misschien leren we toch nog eens, dat aan privatisering ook vele
nadelen kleven."
Curriculum vitae
Prof. dr. J.W. Groothoff (Dronrijp, 1945) is bijzonder hoogleraar
Arbeid en gezondheid, in het bijzonder chronische ziekten en
arbeidsongeschiktheid, bij de Faculteit der Medische Wetenschappen.
De leerstoel is ingesteld door de Stichting Argonaut (Achmea).
Groothoff studeerde sociologie in Groningen en promoveerde in 1986
op het proefschrift Gezondheidstoestand van de beroepsbevolking.
Een studie naar de indicatoren arbeidsongeschiktheid, sterfte,
gezondheidszorg. Groothoff is tevens plaatsvervangend
wetenschappelijk directeur van het Noordelijk Centrum voor
Gezondheidsvraagstukken (NCG).
Noot voor de pers
* De tekst van de oratie (let op het embargo) kunt u aanvragen bij
de afdeling Interne en Externe Betrekkingen, telefoon (050)363 54
45, e-mail v.p.r.@bureau.rug.nl
* Nadere informatie: prof.dr. J.W. Groothoff, telefoon (050)363 28
50/363 28 60, e-mail j.w.groothoff@med.rug.nl (werk), Groothoff
is vrijdag 18 januari 's ochtends niet bereikbaar, ook niet thuis.
Na 13.00 uur is hij op zijn werk bereikbaar
Begin pagina