Centrale Raad van Beroep Utrecht

Zuiver schadebesluit. Voor aansprakelijkstelling schade aansluiting gezocht bij art. 7:658 BW.

Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht

Datum actualiteit: 21-01-2002

Het besluit waarbij appellant heeft geweigerd aansprakelijkheid te aanvaarden voor een betrokkene overkomen ongeval bij het betreden van het gebouw betreft een zogeheten zuiver schadebesluit. In de van toepassing zijnde rechtspositionele voorschriften ontbreekt een bepaling waaraan betrokkene aanspraak kan ontlenen op vergoeding van schade. Onder verwijzing naar art. 125 Ambtenarenwet overweegt de Raad dat de vraag welk recht op schadevergoeding voor betrokkene uit haar dienstbetrekking voortvloeit, niet kan worden beantwoord door rechtstreekse toepassing van een regel van burgerlijk recht. Indien sprake is van een zuiver schadebesluit dat geen verband houdt met een vernietigd of als onrechtmatig erkend besluit of handeling van het bestuursorgaan, maar dat zoals in het onderhavige geval verband houdt met de door de ambtenaar beweerdelijk in de uitoefening van zijn dienstbetrekking geleden schade, hanteert de Raad de norm, die hij ook tot uitdrukking gebracht ziet in het thans in art. 7:658 van het BW bepaalde. De ambtenaar heeft recht op vergoeding van de schade die hij lijdt in de uitoefening van zijn werkzaamheden, tenzij het betrokken bestuursorgaan aantoont dat het zijn verplichtingen is nagekomen de werkzaamheden van de ambtenaar op zodanige wijze in te richten, alsmede zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te verstrekken als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de ambtenaar in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt, of aantoont dat de schade in belangrijke mate een gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de ambtenaar. In casu is de Raad van oordeel dat appellant in onvoldoende mate heeft aangetoond dat hij zijn verplichtingen is nagekomen, terwijl niet is aangetoond dat de schade in belangrijke mate een gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van betrokkene.