Er is een tekort aan plaatsen van ruim 25 procent op de intensive care voor kinderen (PICU). Dit blijkt uit het rapport "Pediatrische intensive care in Nederland" dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg vandaag aan minister Borst van VWS heeft aangeboden. Het gaat om minimaal 23 plaatsen. Voor twaalf daarvan is wel budget bij de ziekenhuizen, maar kan dat niet worden benut door een tekort aan verpleegkundigen en dokters. Voor de elf andere plaatsen is op dit moment geen geld beschikbaar.
Ziektes verlopen bij kinderen vaak anders dan bij volwassenen. De
behandeling van kinderen is technisch anders en vereist specifieke
vaardigheden. Daarom zijn er in acht ziekenhuizen speciale PICU's
ingericht.
Het tekort aan PICU-plaatsen leidt er ongeveer duizend keer per jaar toe
dat er geen passend bed is voor een kind dat plotseling ernstig ziek is.
Vooral in de wintermaanden is het tekort merkbaar, omdat er dan veel
infecties zijn die tot ernstige longproblemen bij kinderen kunnen leiden.
Gemiddeld wordt twee keer per dag ergens in Nederland een kinderarts geconfronteerd met een kind dat acuut intensieve zorg nodig heeft. Maar niet altijd is er een kinderarts of anesthesioloog beschikbaar die ervaring heeft met de opvang van acute problemen op de kinderleeftijd. In ongeveer de helft van de algemene ziekenhuizen zijn er slechts één of twee medewerkers die ervaring hebben op dit gebied. Daarom is de eerste opvang van ernstig zieke kinderen niet altijd adequaat. Vaak worden kinderen verpleegd op een gewone IC-afdeling voor volwassenen, soms moeten zij in het buitenland worden behandeld of kan er helemaal geen plaats worden gevonden. Dit vindt de Inspectie een ernstige tekortkoming.
Om een ernstig ziek kind passende zorg te kunnen bieden, wordt duizend
keer per jaar een overplaatsing naar een PICU gevraagd. Het vervoer van
zo'n kind is een precaire zaak en tijdens het transport kan de toestand
van het kind achteruit gaan. De Inspectie constateert dat het
ambulancepersoneel vaak onvoldoende opleiding en ervaring heeft voor het
vervoer van deze kinderen. Ook de standaarduitrusting van de ambulance is
niet geschikt voor dit vervoer.
De Inspectie doet onder meer de volgende aanbevelingen:
* De capaciteit van de PICU's moet met minimaal 23 plaatsen worden
uitgebreid, om ieder kind die dat nodig heeft intensieve zorg te kunnen
bieden.
* Iedere regio moet zelf de verantwoordelijkheid nemen voor de gehele
zorgketen, dat wil zeggen van de eerste opvang tot het transport, de
behandeling en de nazorg.
* De personele bezetting van de PICU's moet voldoende zijn om transport
tussen ziekenhuizen te kunnen begeleiden.
* Er moet een landelijke registratie van beschikbare IC-plaatsen,
waaronder die van de PICU, worden opgezet.
* Er is bijzondere zorg nodig voor kinderen die zeer langdurig op een PICU
opgenomen zijn. Voor deze kinderen moeten aparte faciliteiten komen, omdat
de PICU voor een zo langdurige opname van een kind in wezen een
ongeschikte omgeving is.
De Inspectie vindt dat het geld voor de intensieve zorg voor kinderen, ook
daadwerkelijk daaraan moet worden besteed. De overheid kan dat wettelijk
regelen door de PICU onder de werking van de Wet op de Bijzondere Medische
Verrichtingen (WBMV) te brengen.
Dit persbericht verschijnt onder verantwoordelijkheid van de Inspectie
voor de Gezondheidszorg