Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Algemene Commissie voor Europese Zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
IZ. 2002/44
datum
18-01-2002

onderwerp
Verslag Landbouwraad 19 -12-2001 te Brussel
TRC 2002/388 doorkiesnummer

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Op woensdag 19 december jl. vond in Brussel een vergadering plaats van de ministers van Landbouw van de Europese Unie. Het was de laatste Landbouwraad onder Belgisch voorzitterschap. De Commissie gaf een overzicht van de BSE-situatie in de EU. Aansluitend werd de stand van zaken weergegeven ten aanzien van de bespreking over de Hygiënevoorschriften en het beleid voor Zoönoses. Het voorzitterschap presenteerde de conclusies van de MKZ-conferentie. Over een drietal onderwerpen is een besluit genomen: de marktordening schapen en geiten; aanpassing van de marktordening voor bananen en het voorstel aangaande zaaizaden. Er is tevens van gedachte gewisseld over de eiwitproblematiek en de situatie op de rundvleesmarkt. Het voorzitterschap deed mededeling over de conferentie van de Europese Raad van Jonge Landbouwers (CEJA) en de internationale verbintenis van de FAO over plantgenetische hulpbronnen. Afsluitend is op verzoek van verschillende lidstaten gesproken over steun aan varkenshouders, biologische landbouw en de situatie in de wijnsector.

datum
18-01-2002

kenmerk
IZ. 2002/44

bijlage

Bovine Spongiforme Encefalopathie (BSE)

De Commissie deelde mee dat nu ook voor het eerst BSE is vastgesteld in Finland en Oostenrijk. De consumenten reageerden kalm op de nieuwe gevallen. Volgens Commissaris Byrne is dat een gevolg van de uitvoerige maatregelen die genomen zijn. Al deze maatregelen dragen positief bij aan het vertrouwen in de veiligheid van rundvlees bij de consument. De Commissaris deelde voorts mede dat het wetenschappelijk comité recent met enkele adviezen is gekomen en andere binnenkort gepubliceerd zullen worden. Het gaat daarbij onder andere om de leeftijdsgrens van het verwijderen van het ruggenmerg, het testen van schapen op TSE's en een groot onderzoek naar TSE's bij schapen. Afhankelijk van de discussies hierover zal de Commissie met nadere voorstellen komen.

Afsluitend stond de heer Byrne kort stil bij de uitspraak van het Europese Hof inzake het niet geoorloofd zijn van het invoerverbod van Brits rundvlees naar Frankrijk. De commissaris verzocht de Franse minister zich neer te leggen bij de uitspraak van het Hof, hetgeen uiteraard ook door de Britse minister werd gevraagd.

Hygiëneregels

De voorzitter deelde mee dat het een omvangrijk en complex dossier betreft. De voorstellen hebben grote implicaties voor veel bedrijfstakken. Kern van de hygiëneregels is een algemene verordening die voor alle levensmiddelenbedrijven geldt. Deze verordening stelt dat producenten via het HACCP-systeem (Hazard Analysis Critical Control Points) zelf de kritieke punten in hun bedrijf opsporen en daar actief op inspelen. De overheid controleert dan, naast de al bestaande controles op producten en productiewijzen, of de analyse correct is uitgevoerd en of de producent adequaat controleert.

De commissaris was van mening dat veel vooruitgang was geboekt onder het Belgische voorzitterschap. De eerste besluiten over de Hygiëneregels moeten rond half 2002 genomen kunnen worden. De heer Byrne waarschuwde dat nog knopen moeten worden doorgehakt over het onderwerp levensmiddelenhandel. Enige mate van flexibiliteit is hierbij een essentieel onderdeel van het voorstel. Hierbij mag de voedselveiligheid uiteraard nooit in het geding komen.

In mijn inbreng heb ik een drietal onderwerp benadrukt. Dat het HACCP-systeem een belangrijk onderdeel van de voorstellen is, ondersteun ik van harte. Het is echter zaak dat op termijn ook primaire bedrijven verplicht worden hieraan te voldoen. In de huidige voorstellen is dat nog niet voorzien. Deze bedrijven vormen namelijk een cruciale schakel in de hygiëne en veiligheid van ons voedselpakket. Voorts heb ik gesteld dat als wordt overgegaan tot een systeem van erkenning van bedrijven, dit dient te gebeuren op basis van geharmoniseerde regelgeving. Als laatste heb ik benadrukt dat we niet te veel rekening kunnen houden met allerlei uitzonderingen voor lokale producten. Het argument dat deze producten vooral op de nationale markt blijven overtuigt mij niet erg, een uitsluitend nationale markt bestaat feitelijk niet meer.

De heer Byrne was van mening dat de HACCP-normen nog niet toegesneden zijn op primaire bedrijven omdat het feitelijk een tamelijk gecompliceerd systeem is. Daarnaast betekenen deze extra eisen een aanzienlijke verzwaring voor het controle-apparaat. De commissaris voelde meer voor een richtlijn voor Good Agricultural Practices.

Zoönoses

Dit onderwerp was reeds eerder onderwerp van bespreking tijdens de Raad van oktober. Zoönoses (ziekten die van dieren op de mens kunnen worden overgedragen) zijn de oorzaak van vele slachtoffers, zo leidde de voorzitter het onderwerp in.

De Commissie heeft een verslag gepubliceerd over de huidige situatie betreffende de aanwezigheid van zoönoseverwekkers. In het verslag wordt uiteengezet over welke wettelijke instrumenten de Gemeenschap op dit moment beschikt om zoönoses te bestrijden. Geconcludeerd wordt dat er weliswaar vooruitgang geboekt is op het gebied van de bewaking en bestrijding van zoönoses, maar dat deze maatregelen moeten worden geïntensiveerd.

De heer Byrne benadrukte dat de verbetering van de huidige regelgeving ten aanzien van monitoring en controle op specifieke zoönoses in de EU belangrijk is. De meeste besmettingen in de EU worden door salmonella en camphylobacter veroorzaakt. Dit rechtvaardigt strengere maatregelen. De voorgestelde maatregelen lopen parallel aan de voedselveiligheidswetgeving. De heer Byrne had de indruk dat de meeste lidstaten wel in konden stemmen met de hoofdlijn van de voorstellen. Aanvullend was de heer Byrne van mening dat het voorgestelde tijdstraject weliswaar ambitieus is, maar haalbaar. De commissaris realiseerde zich dat de meningen van de lidstaten uiteenliepen ten aanzien van het financieringsvraagstuk. Echter, zo voegde hij eraan toe, het zijn de producenten die eerstverantwoordelijk zijn voor de veiligheid van het product. Zij moeten dus ook de kosten ervan voor hun rekening nemen. De commissaris sloot af door de lidstaten eraan de herinneren dat de financieringsruimte van de Commissie beperkt is. Er is verder geen debat gevoerd over dit onderwerp

MKZ-conferentie

Tijdens de Raad is stilgestaan bij de resultaten van de MKZ-conferentie in Brussel. Hierover bent u inmiddels separaat geïnformeerd.

Schapen en geiten

Kern van het voorstel van de Commissie tot wijziging van de marktordening voor schapen en geiten vormt de ooipremie. In het nieuwe voorstel introduceert de Commissie één vaste ooipremie per dier van 21 euro. Voor de benadeelde gebieden is in het voorstel van de Commissie een aanvullende ooipremie van 7 euro per dier opgenomen. De Commissie heeft op mijn initiatief in de voorstellen een koppeling aangebracht van de ooipremie aan de invoering van een I&R-systeem voor schapen en geiten.

De voorzitter deelde mee dat tijdens de Raad van -11-bijna een akkoord was bereikt. Mevrouw Neyts wees erop dat besluitvorming tijdens deze Raad noodzakelijk is omdat de Commissie nog een aantal uitvoeringsbepalingen moet vaststellen. Daarnaast heeft de Commissie toegezegd op korte termijn met voorstellen te komen voor verbeteringen van het I&R-systeem voor deze sector.

De heer Fischler herhaalde nog eens dat de Commissie - ter wille van een compromis - bereid is het systeem van een nationale enveloppe te accepteren met een maximum van 72 miljoen euro. Dit kan onder andere besteed worden aan initiatieven om de structuur van de sector te versterken.

Tijdens de Raad heeft maar een korte discussie plaatsgevonden.

Omdat ik geen meerderheidsbesluit wilde blokkeren heb ik ingestemd met het voorstel. Ik heb wel gesteld dat budgetneutraliteit een van de principes is waar Nederland veel waarde aan hecht. Om die reden ben ik dan ook teleurgesteld dat het voorstel duurder is geworden. In een schriftelijke verklaring bij de notulen heb ik geuit dat Nederland erop rekent dat de marktordening schapen en geiten onderdeel zal uitmaken van de mid term review. Deze verklaring werd door meerdere lidstaten gesteund.

Met een gekwalificeerde meerderheid is het voorstel vervolgens aangenomen.

Bananen

Tijdens de Raad van december vorig jaar is overeengekomen dat de EU uiterlijk in -01-2006 over gaat naar een zuiver tarievenstelsel bij de invoer van bananen. Tot die tijd blijft het contingentensysteem van kracht. Naar aanleiding hiervan zijn talrijke en intensieve besprekingen gevoerd met de bananenleverende landen en met andere betrokken partijen. Dit overleg heeft geleid tot regelingen met de Verenigde Staten en Ecuador voor het beheer van de invoer tot op het tijdstip van inwerkingtreding van het 'tariff only systeem'.

De regelingen met de Verenigde Staten en Ecuador beoogden een aanpak in twee fasen. In het voorliggende voorstel gaat het om de tweede fase. Deze wijziging houdt in hoofdzaak het volgende in : * er wordt een hoeveelheid van 100.000 ton overgeheveld van contingent C naar contingent B;
* contingent C is voortaan uitsluitend bestemd voor invoer uit ACS-staten.

Na slechts een korte uiteenzetting van het voorstel door de Commissie, stelde de voorzitter vast dat er een gekwalificeerde meerderheid voor het voorstel bestond.

Zaaizaad

De Commissie heeft een voorstel gepresenteerd om voor de sector zaaizaad een budgetstabilisator vast te stellen. De laatste jaren steeg het budget voor de zaaizaadsector voortdurend. In het voorstel is een EU maximum hoeveelheid zaad opgenomen met een bijbehorend steunbedrag. Indien deze nationale hoeveelheid wordt overschreden, wordt de steun evenredig gekort. Voorts krijgt iedere lidstaat zijn eigen Nationaal Gegarandeerde Hoeveelheid (NGH).

De voorzitter vatte samen dat er twee discussiepunten resteren. De eerste was de referentieperiode voor het vaststellen van de stabilisator. De Commissie hanteert het gemiddelde over de periode 1996 -2000 minus het beste en slechtste jaar. Het tweede discussiepunt was de hoogte van de NGH, met name die voor de kleine producerende lidstaten.

De Commissie bleek bereid nog een laatste concessie te doen voor wat betreft de NGH. De heer Fischler gaf aan dat over de gemiddelde van de laatste 5 jaren per lidstaat 5% toegevoegd mag worden. Aanvullend krijgen de vier lidstaten met de laagste productie een extra contingent toegewezen van 300 ton per jaar. De heer Fischler was niet bereid de grondslag voor de berekening van de stabilisator aan te passen.

De voorzitter stelde vast dat een meerderheid zich kon vinden in het voorstel van de Commissie.

Eiwitproblematiek

Naar aanleiding van de Raad van december 2000 heeft de Commissie een analyse gemaakt over de vraag- en aanbodsituatie in de sector eiwithoudende gewassen. Dit in verband met het verbod op het gebruik van dier- en beendermeel als gevolg van de BSE-crisis. Alle simulaties en berekeningen wijzen erop dat de additionele kosten van het extra stimuleren van eiwitgewassen hoog zijn. In het verslag concludeert de Commissie dat er geen echte noodzaak is tot het nemen van maatregelen. Veel goedkoper is het om de invoer van sojabonen en sojaschroot uit derde landen te verhogen. Die extra invoer is bovendien beperkt (3-5%).

Een zestal lidstaten deelde deze analyse niet. Zij waren van mening dat de Commissie de nadruk te eenzijdig op de economische belangen legde terwijl er ook andere factoren zijn waarmee rekening gehouden dient te worden. Om die reden hebben deze lidstaten een memorandum opgesteld waarin zij pleiten voor het stimuleren van de productie van plantaardig eiwit in de EU.

De heer Fischler deelde de Raad mee dat na intensief bestuderen van het memorandum de conclusie van de Commissie dezelfde blijft. De commissaris voegde hieraan toe dat een meerderheid van de lidstaten de analyse van de Commissie ondersteunt. De heer Fischler lichtte voorts toe dat de financiële middelen van de EU beperkt zijn.

Van mijn kant heb ik steun uitgesproken voor de redenering van de heer Fischler. Het stimuleren van de eiwitproductie is erg duur omdat dat niet kan zonder extra steun. Ik heb betoogd dat zelfvoorziening voor eiwitproductie binnen de EU nooit eerder als doel is nagestreefd. Ik ben ook van mening dat het stimuleren van het aanbod van productie in deze tijd minder relevant is. Andere zaken die momenteel binnen de EU spelen en financiële implicaties hebben, zijn veel belangrijker, zoals zaken die met de toetreding samenhangen. Daarnaast blijf ik van mening dat het in de WTO niet eenvoudig is te beargumenteren waarom de EU meer steun aan eiwitgewassen gaat geven. Tot slot van mijn betoog heb ik erop gewezen dat we een deel van de eiwitbehoefte importeren uit ontwikkelingslanden, die daarmee exportinkomsten genereren.

Een aantal delegaties pleitte ervoor om deze discussie te voeren tijdens de besprekingen van de mid term review.

De voorzitter concludeerde dat een interessante gedachtewisseling had plaatsgevonden. Zij stelde dat dit onderwerp in de toekomst zeker weer op de agenda zal komen.

Situatie op de rundvleesmarkt

De heer Fischler deelde mee dat de rundvleesprijzen voor de meeste categorieën beter geworden zijn, deels als gevolg van extra vraag in verband met Kerstmis. Dit gold evenwel niet voor koeienvlees. Voor koeienvlees ligt de prijs 21,5% onder het niveau van 1999. Na verrekening met de prijsverlagingen uit Agenda 2000 resteert nog immer een forse prijsdaling. In reactie op het verzoek van enige lidstaten om de exportrestituties te verhogen om exportmarkten weer toegankelijk te maken, liet de heer Fischler weten dat geen optie te vinden. Deze markten zijn gesloten om veterinaire redenen. Extra restituties zullen die situatie niet veranderen. Om de slechte situatie op de markt voor koeienvlees enigszins te lenigen heeft de Commissie besloten de speciale opkoopregeling uitsluitend voor koeien met drie maanden te verlengen tot een maximum van 40.000 ton.

De situatie ten aanzien van tegemoetkomingen aan producenten in de verschillende lidstaten is zeer uiteenlopend. De commissaris liet weten deze problematiek in detail te gaan bestuderen.

Portugese steun aan varkenshouders

De heer Fischler lichtte toe dat de Portugese overheid in de jaren 1994 en 1998 financiële steun heeft verleend aan de varkenssector aldaar. Deze steunmaatregel heeft de Commissie nooit aanvaard. Om die reden heeft de Commissie Portugal te verstaan gegeven dat de verleende steun bij de boeren teruggevorderd dient te worden.

De Portugese minister, de heer Capoulos Santos, verzocht de Raad goedkeuring te verlenen aan het feit dat Portugal haar varkenssector heeft gesteund. Hij wees op de moeilijke situatie ten tijde van de steunbetaling.

Omdat nog onvoldoende informatie beschikbaar was over het verzoek besloot de voorzitter, mevrouw Neyts, de discussie over dit onderwerp op te schorten voor een volgende Raad. Deze zal dan plaatsvinden onder Spaans voorzitterschap.

Plantgenetische hulpbronnen

De voorzitter bracht de Raad op de hoogte van het bereikte akkoord in de FAO over de International Treaty on Plant Genetic Resources for Food and Agriculture. Dit verdrag is de eerste juridisch bindende overeenkomst met betrekking tot duurzame landbouw. Het verdrag garandeert de toegang tot genetische bronnen voor voedsel en landbouw. Het verdrag treedt in werking nadat 40 lidstaten van de FAO het hebben geratificeerd.

De heer Byrne deelde mee dat de aanvaarding van het verdrag een stap in de goede richting is. Het is belangrijk dat plantgenetische hulpbronnen voor de landbouw worden beschermd. Dat is immers een belangrijke voorwaarde voor mondiale voedselzekerheid. Betrokkenen dienen er nauw op toe te zien dat het verdrag goed nageleefd wordt.

Conferentie van de Europese Raad van Jonge Landbouwers (CEJA)

De voorzitter gaf een bondige uiteenzetting over de onlangs gehouden conferentie van de CEJA over de toekomstmogelijkheden van jonge landbouwers in de EU. Tijdens de conferentie is een verklaring aangenomen. In die verklaring wordt een dringende oproep gedaan om de toekomstmogelijkheden voor jonge boeren te verbeteren.

Biologische landbouw (verzoek Duitsland)

De Duitse woordvoerder gaf een toelichting op het memorandum dat ter bespreking voor lag. Duitsland stelt voor om de huidige verordening voor biologische landbouw aan te passen aan de nieuwe ontwikkelingen. Wat de uitbreiding van de biologische landbouw betreft wijst Duitsland in het bijzonder op:
* de grotere productiestromen die om een betere controle vragen; * de verdere introductie van de kringloopgedachte in de biologische landbouw;
* de ontwikkeling van biologische producten op basis van aquacultuur.

De reactie van de commissaris op het memorandum was bondig. De heer Fischler lichtte toe dat recentelijk een verordening was opgesteld voor het bereiken van een betere controle op importen uit derde landen. Het voorstel van Duitsland zou op ambtelijk niveau verder besproken worden.

Het initiatief van Duitsland werd door veel lidstaten op hoofdlijnen ondersteund. Op specifieke elementen zoals het verplicht omschakelen van het gehele bedrijf, hadden verschillende lidstaten kritiek. Met name ingenomen waren de delegaties met de voorgestelde maatregel om de controle te verbeteren en uit te breiden naar de groothandel.

Van Nederlandse zijde heb ik aangegeven het initiatief van harte te ondersteunen. Echter de barrière voor omschakeling naar biologische landbouw mag niet zo hoog worden dat het de overstap van de gangbare bedrijven naar biologische landbouwbedrijven frustreert. Afsluitend heb ik aangegeven dat het ook belangrijk is dat we ons beleid richten op gangbare bedrijven die duurzaam moeten produceren.

Wijn (verzoek Frankrijk)

De Franse minister Glavany verzocht de Commissie de tafelwijnsector te ondersteunen door toe te staan dat 10,5 miljoen hectoliter voor crisisdestilatie opgenomen mag worden. In de markt voor tafelwijn bestaat al enige jaren een structureel verschil tussen de vraag en aanbod. Daarenboven is het aanbod als gevolg van importen uit derde landen toegenomen.

De heer Fischler deelde de analyse van de heer Glavany dat het niet goed gaat in de sector. De Commissie zal het verzoek van Frankrijk grondig analyseren.

De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

mr. L.J. Brinkhorst


---