Ministerie van Algemene Zaken
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Persbericht Ministerraad
18 januari 2002
WETSVOORSTEL BETAALD LANGDURIG ZORGVERLOF
Werknemers krijgen recht op betaald langdurend zorgverlof als zij tijdelijk willen zorgen voor
een stervende partner, kind of ouder of voor kinderen met een levensbedreigende ziekte. Deze
groep komt tijdens de verlofperiode in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming van
70 procent van het minimumloon, op basis van de financieringsregeling loopbaanonderbreking.
Dat staat in het Wetsvoorstel langdurend zorgverlof van staatssecretaris Verstand van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid dat door de ministerraad is aanvaard. De inhoud van de regeling was
al grotendeels uitgewerkt in het kabinetsstandpunt langdurend zorgverlof, dat in november vorig
jaar naar de Tweede Kamer is gestuurd.
Het langdurend zorgverlof is bestemd voor situaties die zo ingrijpend zijn in de persoonlijke
levenssfeer dat het kabinet vindt dat voor deze zorg tijd en geld niet in de weg mogen staan.
Het langdurend zorgverlof krijgt per jaar een maximale omvang van zes maal de wekelijkse
arbeidsduur. Dit wordt in principe opgenomen in 12 aaneengesloten weken voor de helft van de
wekelijkse arbeidsduur. Voordeel van dit deeltijdverlof is dat een combinatie van arbeid en zorg
mogelijk blijft. Bovendien behoudt de verlofganger zo een deel van het inkomen. Ook blijft zo
de werkgever verzekerd van een zekere continuïteit in de werkzaamheden. De werknemer kan de
werkgever verzoeken om van de standaardregeling voor deeltijdverlof af te wijken en
bijvoorbeeld vragen om zes weken fulltime verlof.
Het gaat om een geclausuleerd recht op verlof, dat wil zeggen dat de werkgever het verlof kan
weigeren wanneer een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang in het geding is. Daarnaast kunnen
in CAO's of door de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging afwijkende afspraken
worden gemaakt.
RVD, 18.01.02