Effectiviteit van schoolorganisatie wordt maar voor een klein deel bepaald door schaalvergroting
Sturing door schoolleider belangrijkste factor voor effectiviteit van de schoolorganisatie
vrijdag 18 januari 12.00 uur
Promotie Onderwijskunde
Neemt door schaalvergroting, in het bijzonder fusie van scholen, de effectiviteit van de schoolorganisatie toe, of zoals sommigen vrezen, juist af? Kunnen scholen ook té groot worden, zodat ze niet meer flexibel op de omgeving kunnen reageren, leraren niet meer echt betrokken zijn bij de school, belangrijke doelen uit het zicht verdwijnen en de onderlinge communicatie problematisch wordt? Van de Venne onderzocht of schaalverschillen tussen basisscholen en de invoering van bovenschools management van invloed zijn op de doelgerichtheid van scholen, de binding tussen personeelsleden, de coördinatie van de organisatieonderdelen en de interactie tussen schoolorganisatie en omgeving. Om de effectiviteit van de schoolorganisatie te meten is uitgegaan van effectiviteitsmaten afkomstig uit vier organisatietheorieën.
De promovenda concludeert dat organisatie-effectiviteit, anders dan men vaak denkt, voor een klein deel bepaald wordt door schaalgrootte; de sturing door de schoolleider is een belangrijkere factor. Na invoering van bovenschools management lijken scholen doelgerichter te worden, wellicht omdat schoolleiders zich meer op onderwijskundig gebied gaan profileren.
Mw. L.H.J. van de Venne: Schaal in het primair onderwijs Een studie naar de relatie tussen school en organisatie-effectiviteit in het basisonderwijs. Promotor is prof. dr. A.M.L. van Wieringen.
Universiteit van Amsterdam
Persvoorlichting
Postbus 19268
1000 GG Amsterdam
tel. 020-525 3194
fax. 020-525 4963
http://www.uva.nl
afwezig op woensdag