Ministerie van Justitie Belgie


Toespraken van de Minister

Speech Minister persconferentie Phenix

18 januari 2002.

Het Actieplan Justitie, dat ik in de loop van de maand december aan het parlement voorstelde, besteedt veel aandacht aan de informatisering van Justitie en het Phenix-project in het bijzonder. En terecht.

In het verleden heeft het Ministerie van Justitie ervoor geopteerd verschillende niveaus van jurisdictie apart te informatiseren. Deze optie heeft vaak tot gevolg gehad dat de systemen niet onderling konden communiceren. Bovendien waren er geen verbindingen met systemen van partners van Justitie, zoals de federale politie, de advocaten, enz.

Phenix betekent een trendbreuk. Er zal één overkoepelend informaticasysteem worden gecreëerd, met een burgerlijke en een correctionele module. Nieuwe technologieën zoals de digitale handtekening en het internet, worden geïntegreerd in de toepassing. De beveiliging van de informatie in de databestanden zal verbeterd worden in vergelijking met de huidige situatie.

Maar Phenix betekent ook op het vlak van projectaanpak een trendbreuk. Teneinde een systeem te ontwikkelen dat daadwerkelijk beantwoordt aan de behoeften en vereisten van de leden van de rechterlijke orde, zullen deze intensief betrokken worden op alle niveaus, van de werkgroepen tot de stuurgroep. Dit partnership en deze gedeelde verantwoordelijkheid tussen de rechterlijke en uitvoerende macht vindt concreet zijn weerslag in de stuurgroep van het Phenix-project, waarvan het voorzitterschap wordt waargenomen door één van mijn medewerkers en de heer Ivan Verougstraete, voorzitter bij het Hof van Cassatie, hier vandaag aanwezig.

De verwachtingen voor Phenix zijn hooggespannen. Ik heb er evenwel alle vertrouwen in dat de samenwerking tussen UNISYS, het Ministerie van Justitie en de rechterlijk macht snel vruchten zal afwerpen.