Gemeente Goes

Persbericht

Nieuwjaarstoespraak burgemeester Van der Zaag

Burgemeester D.J. van der Zaag heeft tijdens op donderdag 17 januari tijdens de eerste raadsvergadering van 2002 zijn nieuwsjaarstoespraak gehouden. Van der Zaag ging hierbij in op onderwerpen als:

het na de gemeenteraadsverkiezingen in te voeren duale systeem

communicatie met & informatie naar de burger

tempo uitvoering gemeentelijke ambities en projecten

samenwerking in de regio

veiligheid

Nieuwjaarstoespraak door drs. D.J. van der Zaag, burgemeester van Goes, uitgesproken op donderdag 17 januari 2002 tijdens de raadsvergadering in het stadhuis van Goes

Dames en heren, leden van de Raad,
Het jaar 2002 is een verkiezingsjaar. Op 6 maart a.s. gaan wij een nieuwe raad kiezen en 15 mei a.s. een nieuwe Tweede Kamer. Allebei volksvertegenwoordigingsorganen. De nieuwe raad van Goes zal 25 raadsleden tellen omdat de grens van 35.000 inwoners reeds lang gepasseerd is. Daarnaast zal vanaf 7 maart een gematigd duaal systeem van kracht zijn binnen de gemeentebesturen. Het college van burgemeester en wethouders vormt daarbij het bestuur terwijl de raad de volksvertegenwoordiging is die controleert, regelgever en budgetgever is. De consequentie hiervan is dat wethouders niet langer lid van de raad zullen zijn na 6 maart a.s.. Daarnaast dient de raad een griffier ter ondersteuning van zijn werk te krijgen. Op zich heeft dualiteit een goede randvoorwaarde in zich om verantwoordelijkheden scherper in beeld te krijgen, maar dan dient het spel ook goed gespeeld te worden. College als bestuur en raad als parlement, om dit goed te kunnen gaan spelen zullen we een leerproces door moeten waarbij van beide organen de nodige objectiviteit en terughoudendheid in acht wordt genomen. Overigens kunnen de spelregels verschillend worden opgesteld. Ik hoop dat we er in ieder geval in zullen slagen duidelijke regels af te spreken. Het transparanter worden van ons lokaal bestuur staat of valt daarmee. De burger zal zo beter moeten kunnen volgen hoe het besluitvormingsproces plaatsvindt en wie er verantwoordelijk is, dit alles met het oogmerk hem weer meer voor de publieke zaak te interesseren.
Wie de burger bij de les wil houden, moet de dialoog aangaan met de burger. Ervaring in andere steden leert dat het samen met de burgers ontwikkelen en uitdenken van plannen het proces niet per se sneller laat gaan, maar dat die betrokkenheid een meerwaarde betekent voor de kwaliteit en de betrokkenheid van die burger. Een voorwaarde daarvoor is een goede communicatie vanaf het ontwikkelen van plannen én helderheid. Binnenkort kan de burger op het internet alle bestuurlijke informatie volgen en de voorgestane uitbouw van onze gemeentelijke website gaat een enorme service opleveren voor de burger als klant. Dit zowel als het gaat om gemeentelijke producten als om gemeentelijke informatie. Hierbij past ook de instelling van een burgerjaarverslag van de burgemeester om de burgers te informeren over het presteren van de gemeente. Door dit burgerjaarverslag deze informatie te laten bevatten krijgt het een eigen dynamiek. Het zal in ieder geval voor zowel de raad als voor het college van B & W wennen zijn om onze eigen weg te vinden in de dualiteit, wellicht via vallen en opstaan. De raad is zelf aan zet om uit te maken hoe de rollen van volksvertegenwoordiging, verordenende en budgettaire bevoegdheden, als mede de controlerende taak richting het college zullen worden ingevuld. De werkgroep die er nu mee bezig is zal ook na 14 maart a.s. nog even actief moeten blijven, mede gelet op termijnen die door de wetgever zijn aangegeven.
Ik kom nog even terug op het aanstellen van een griffier ten behoeve van de raad. De Vereniging van Gemeentesecretarissen is principieel voor scheiding van de functies van griffier en secretaris. Dit lijkt mij een terechte stellingname, sterker nog ik onderschrijf hem volledig. Ondanks dat de wetgever in de discussie deze functies niet onverenigbaar bleek te vinden, schijnt de minister alsnog te overwegen nu wel de wettelijke incomptabiliteit voor de beide functies in te voeren.
De positie van de gemeentesecretaris heeft analogieën met de positie van de burgemeester in het kader van de dualisering. De vereniging in één persoon van de rol van voorzitter van de raad en voorzitter en lid van het college zou naar aanleiding van deze analogie ook gescheiden moeten worden. Echter grondwettelijke problemen die er bestaan zijn niet in de politieke waan van de dag op te lossen, naar het schijnt. Zolang dit blijft voortbestaan is het naar mijn oordeel geen consistent geheel. De positie van de burgemeester als voorzitter en lid van het college en als voorzitter van de raad blijf ik dan ook als weeffout in het systeem betitelen. Het zal met name van de flexibiliteit en het positie kiezen van de burgemeester afhangen of deze weeffout al dan niet tot fricties leidt.
Van het duale systeem nu terug naar de inhoudelijke zaken dit moment. Vorig jaar zei ik vanaf deze plaats dat er veel nieuwe zaken op stapel stonden. Daarbij noemde ik het nieuwe theater, een stadskantoor met raadzaal, een Bekhof, een gebouwde parkeervoorziening, het liefst ondergronds, een kavel Pik, een duurzame ontwikkeling in het bestemmingsplan Ouverture etc.. Tot mijn spijt moet ik constateren dat de voortgang in het merendeel van de projecten, althans voor de burger zichtbaar, niet het gewenste tempo heeft gehad. Ook het aantal gereed gekomen woningen haalt bij lange na niet het contingent van 225 woningen dat gebouwd zou mogen worden, reden waarom ook de bevolkingsgroei duidelijk lager ligt dan we in een beperkte groei zouden willen zien.
Als ik het raadsprogramma 1998-2002, waarvan we bijna de eindstreep hebben gehaald, tegen deze achtergrond bekijk valt het me op dat naast zaken die wel gerealiseerd zijn er ook vele zaken niet of nog niet gerealiseerd zijn. Wellicht dat voor een deel ook de globale opzet daar mede oorzaak van is, maar met name ook de vertaling van de projecten naar het beslag op middelen blijkt vaak onvoldoende ingeschat te zijn. In de prioriteitsstelling is het onmisbaar om alle ins en outs te kennen om tot een integrale beleidsafweging te komen. Daarnaast speelt een aantal andere factoren een rol en is achteraf doorgaans redelijk verklaarbaar waarom het ene niet en het andere wel gerealiseerd is. Nog een punt hierover moet mij van 't hart. Als we niet oppassen gaan procedures en regelgeving ons dusdanig verstikken dat er nauwelijks tastbaar resultaat wordt geboekt. Het lijkt mij goed, om zonder concessies te doen aan kwaliteit, toch eens na te gaan of er versnelling en betere afstemming in planvorming en realisatie is te bewerkstelligen. Ik weet wel vele factoren die dit beïnvloeden zijn exogeen, van buiten af en nauwelijks beïnvloedbaar, maar dit mag geen excuus zijn om in de endogene factoren verbetering aan te brengen die toch de doelstelling zoals geformuleerd dichterbij brengen.

Samenwerking in de regio
Bij de nieuwjaarstoespraak van de loco-burgemeester van Borsele heb ik beluisterd dat de gemeente Borsele duidelijk zijn positie claimt binnen het stedelijk netwerk, zoals dat in de 5e Nota Ruimtelijke Orde is voorzien. Gelet op de samenhang die er is tussen stedelijke ontwikkeling en industriële ontwikkeling, met niet te vergeten de havenactiviteiten is dit een volstrekt begrijpelijke claim. Sterker nog ik zou die claim willen ondersteunen. Er is bovendien in mijn optiek wel degelijk sprake van synergie tussen samenwerking op de Bevelanden en samenwerking in het stedelijk netwerk. Deze zaken scheiden en zeggen dat die niet gezamenlijk op kunnen gaan, getuigt naar mijn oordeel van een zekere mate van verkramptheid. Goes en de regio, zeker de gemeente Borsele en Kapelle daaronder rekenend, zullen alleen gezamenlijk hun partij mee kunnen blazen in het regionale stedennetwerk. Het betekent in mijn ogen een versterking en concreter maken van hetgeen beoogd wordt met de stedelijke samenwerking. Of het bepleiten van de erkenning van de Zeeuwse taal, wat en welke dat dan ook moge zijn, daarmee in het verband van Europa scoort kan redelijkerwijs betwijfeld worden. Desondanks heb ik de kaart ondertekend.


1.1.1. Veiligheid
Veiligheid is een subjectief begrip. Ondanks deze constatering moeten we het begrip zoveel mogelijk objectiveren om adequaat beleid te kunnen voeren. Dit betekent dat er een inschatting van veiligheidsrisico's dient plaats te vinden op grond waarvan we kunnen constateren welke risico's aanvaardbaar zijn en welke niet. Met name deze laatste categorie zal de aandacht vragen vanuit het gemeentelijk integrale veiligheidsbeleid. Wij zijn in onze situatie bezig zowel via het politiekeurmerk veilig wonen als het gebruiksvergunningstelsel deze risico's tot aanvaardbare proporties terug te dringen. Ook de inventarisatie van goederenstromen over de weg, de spoorweg en het water in onze regio behoort in dit kader zijn plaats te krijgen. Daarnaast zullen we moeten blijven doorgaan met het bewustmakingsproces naar individuele burgers en ondernemers toe, dat er ten aanzien van veiligheidsrisico's een grote eigen verantwoordelijkheid aan de orde is en blijft. Pas als dit een breed gedragen gedachte is zullen we er als burgers en overheid gezamenlijk in slagen van een verantwoorde situatie te spreken, hetgeen nog zeker niet betekent een risicoloze situatie.
U krijgt in maart/april het aangepaste en geactualiseerde rampenplan ter vaststelling aangeboden. Wij voldoen daarmee dan aan de eisen die BZK stelt aan de rampenplannen. Het oefenen zal het sluitstuk moeten zijn om op de onverwachte en niet te voorspellen zaken zowel in omvang, soort en tijd voorbereid te zijn.
Met betrekking tot de politie constateer ik dat de wijkzorg beter gestalte gaat krijgen en over het toezicht in het kader van de openbare orde en veiligheid in het uitgaansgebeuren ben ik ronduit tevreden. Ook dat mag best eens gezegd worden. Over de bereikbaarheid van de politie in niet spoedeisende gevallen moet ik helaas minder tevreden zijn. Overigens is dat een zaak die door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties geregeld wordt. Het systeem op zich is niet verkeerd alhoewel het betaalnummer op zijn zachtst gezegd klantonvriendelijk is. Ook de doorverwijzing en doorverbinding zou meer adequaat kunnen worden uitgevoerd. Wat ook geldt voor het gevolg geven aan een telefonisch verzoek. Wat betreft de veiligheid zitten we nog niet aan het eind van de rit, voor zover het het beslag op middelen aangaat. In het kader van betere
communicatiemogelijkheden, ook onderling tussen de hulpverleningsdiensten, zal de C 2000 invoering de nodige financiele inspanning kosten. Daarnaast komt de nieuwe centrale meldkamer voor politie, brandweer en ambulancevervoer in 2002 op de rol met ook de invoering van het GMS. Dit alles zal naast de uitbreiding van de regionale brandweer in het kader van kwaliteitsverbetering de nodige euro's gaan kosten. Zonder substantiële bijdrageverhoging van rijkszijde is dit een te zware opdracht voor de gemeente. Ik spreek hier de vurige wens uit dat het departement van BZK zich ruimhartiger opstelt dan zij heeft gedaan ten tijde van het Project Versterking Brandweer.
De overheid heeft een zeer verantwoordelijke taak in het bieden van veiligheid aan zijn onderdanen, collectief en individueel. Maar nogmaals wil ik er op wijzen dat deze verantwoordelijkheid nimmer de eigen verantwoordelijkheid van het individu en van organisaties kan wegnemen. De overheid is in dit idee "slechts" de voorwaardenschepper om de eigen verantwoordelijkheid van het individu draagbaar en acceptabel te maken.

Dames, heren, leden van de raad, de verkiezingstijd is aangebroken. U gaat de burger op, zoals u dat de vier jaren die achter ons liggen op gezette tijden ook hebt gedaan. Veel wijsheid en een luisterend oor wens ik u daarbij toe, zodat u ook de komende vier jaar na 6 maart a.s. uw rol als volksvertegenwoordiger op de goede manier kunt invullen en blijven invullen. Ik hoop op een goede, harmonieuze samenwerking tussen college en raad onder ons nieuwe bestel en wens ons allen daarbij veel heil en zegen, opdat het de burger in Goes wel mag gaan en hij zich betrokken mag voelen bij de lokale samenleving.