Ruimte voor toekomstig wonen in de knel
nieuw deel Vijfde Nota legt probleem ruimtetekort neer bij provincies
Het kabinet verzuimt volgens de Neprom, de vereniging van Nederlandse projectontwikkelaars, om in het derde deel van de Vijfde Nota garanties op te nemen voor voldoende ruimte voor het wonen in de toekomst. Daarmee maakt het kabinet het onmogelijk om aan de grote vraag naar ruimere woningen tegemoet te komen. Doordat het kabinet daarbij de verantwoordelijkheid voor het oplossen van het ruimtetekort in Nederland bij de provincies neerlegt, zonder dat het duidelijk maakt hoe deze dit tekort moeten oplossen, dreigt een onwerkbare situatie die gemakkelijk kan leiden tot het opnieuw stagneren van de bouwproductie.
Recent maakte het kabinet het derde deel van de Vijfde Nota openbaar waarin het ruimtelijk beleid tot 2030 nader is uitgewerkt. In een vandaag verstuurde brief aan de Tweede Kamer uit de Neprom haar grote zorgen over de onbedoelde effecten die het voorgestelde beleid voor de ruimtelijke ordening in Nederland heeft. Zo benoemt het kabinet niet langer de totaal benodigde ruimte voor het wonen en werken, terwijl wel de ruimte voor natuur, landbouw en recreatie worden vastgelegd. Omdat de totale behoefte aan ruimte de oppervlakte van Nederland ruim zal overschrijden, dreigt de ruimte voor het wonen ten onrechte de restcategorie van de ruimtelijke ordening te worden.
Hoewel een reservering voor woonruimte in de Vijfde Nota ontbreekt, heeft het kabinet wel vastgelegd dat er maximaal 85.000 hectare aan het wonen van de toekomst mag worden besteed. Uit onafhankelijk onderzoek blijkt dat om aan de wensen van de woonconsument tegemoet te komen er nog eens 15.000 hectare extra nodig is. Om die woningen te bouwen waar de consument nu om vraagt zal het kabinet daarom 100.000 hectare moeten reserveren. Doet het kabinet dat niet, dan zullen er net als nu op de VINEX-locaties gebeurt ook in de toekomst te kleine woningen op te kleine kavels gebouwd worden. De Neprom voorspelt dat het bestaande kwalitatieve tekort op de woningmarkt met dit kabinetsbeleid verder toeneemt.
Wanneer de toekomstige behoefte aan woon- en werkruimte bij die van landbouw, natuur en water wordt opgeteld blijkt dat Nederland te klein is om aan die ruimtevraag te voldoen. Toch is het faciliteren van al die ruimtebehoefte wel een van de uitgangspunten van de Vijfde Nota. Provincies hebben van het kabinet de opdracht gekregen om dit ruimteprobleem op te lossen. Onduidelijk blijft echter hoe zij dit moeten doen. Het kabinet hoopt weliswaar dat door 50% van de nieuw te bouwen woningen in de bestaande stad te bouwen het ruimteprobleem zal verminderen. Het kabinet heeft echter nooit onderzocht of die 50% in de praktijk wel haalbaar is. De Neprom - waarvan de aangesloten projectontwikkelaars de nodige ervaring hebben met bebouwing in bestaand stedelijk gebied - twijfelt hier sterk aan. Daarbij maakt de Neprom zich zorgen over de gevolgen van dit beleid voor de leefbaarheid van de bestaande stad. Niet alleen oude industrieterreinen, maar ook parken en sportvelden zullen bebouwd worden. De Neprom concludeert dat omdat de provincies het toekomstig ruimtetekort in Nederland moeten oplossen, zonder dat duidelijk is hoe zij dit moeten doen, het nu ingezette ruimtelijke ordeningsproces in goede bedoelingen zal stranden. Omdat er of te weinig ruimte voor het wonen wordt gereserveerd of omdat dit te laat plaatsvindt zal de woningbouwproductie opnieuw inzakken. Het kabinet kan dit volgens de Neprom voorkomen door de woningbouw in stedelijk gebied een hogere prioriteit te geven dan andere functies, zoals bijvoorbeeld landbouw.