Persbericht
PERS-2002-014
Den Haag, 16 januari 2002
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Frankrijk over douanesamenwerking op Sint Maarten ondertekend
Vrijdag 11 januari jl. is een verdrag ondertekend tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Frankrijk over samenwerking tussen de douanediensten van beide staten in het Caribisch gebied en in het bijzonder op het eiland Sint Maarten. De ondertekening gebeurde in Philipsburg, de hoofdstad van het Antilliaanse gedeelte van Sint Maarten. Het verdrag is namens het Koninkrijk ondertekend door de heer W.R. Voges, de Minister van Financiën van de Nederlandse Antillen en namens Frankrijk door mw.A.S.C. Gazeau-Secret, de ambassadeur van Frankrijk in het Koninkrijk.
Het verdrag betekent een belangrijke stap voorwaarts op het gebied van de bestrijding van de internationaal opererende misdaad, in het bijzonder waar gebruik wordt gemaakt van het Caribisch gebied voor het doorsluizen van drugs en andere ongewenste goederen en geldstromen.
Het verdrag biedt daartoe een juridische basis voor een nauwere administratieve samenwerking tussen de douanediensten van Frankrijk, Nederland en de Nederlandse Antillen. Hiermee wordt de voor de nationale douanewetgeving kenmerkende territoriale beperktheid doorbroken. De beoogde samenwerking betreft zowel het toezicht op de juiste naleving van de douanewetgeving als het voorkomen, opsporen en bestrijden van inbreuken op die wetgeving. Hierbij staat het tegengaan van douanefraude door snelle en efficiënte informatie-uitwisseling en grensoverschrijdende activiteiten voorop.
Het verdrag betekent een belangrijke versteviging van de samenwerking tussen de twee landen op douanegebied. In het Caribisch gebied zal het verdrag als voorbeeld kunnen dienen voor andere landen. Het is het eerste verdrag in deze regio dat de mogelijkheid biedt om gemeenschappelijke onderzoeks- en controleteams op te richten, die bestaan uit douaneambtenaren uit verschillende landen en op het grondgebied van een van de deelnemende landen gezamenlijk acties uitvoeren. Juist in het Caribisch gebied, waar de douanediensten over het algemeen niet zo groot zijn, is samenwerking essentieel om tot een effectieve bestrijding van fraude en drugshandel te komen. Door de speciale situatie op Sint Maarten, in het bijzonder door de afwezigheid van een bewaakte grens tussen het Franse en het Antilliaanse deel, zijn verder de grensoverschrijdende achtervolging en de observatie die geregeld zijn in het verdrag van groot belang.
De overeenkomst is gedeeltelijk geënt op het herziene verdrag van Napels inzake douanesamenwerking tussen de lidstaten van de Europese Unie.