IP/02/59
Brussel, 15 januari 2002
Commissie beoordeelt het geactualiseerde stabiliteitsprogramma 2001
van Nederland (2000-2004)
De Europese Commissie heeft vandaag een aanbeveling aan de Raad
aangenomen over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma 2001 van
Nederland voor de periode 2000-2004 dat op 17 oktober 2001 werd
ingediend. De conclusie van de Commissie is dat het geactualiseerde
programma voldoet aan de eisen van het stabiliteits- en groeipact en
de globale richtsnoeren voor het economisch beleid. De reële groei van
het BBP is in 2001 teruggevallen van 3,5 tot 1%. De verslechtering van
de overheidsbegroting was minder dramatisch: het overschot is gedaald
van 1,5 tot 0,7%, hetgeen dicht bij de raming van de bijwerking 2000
ligt. Dit was het resultaat van de zeer goede belastingopbrengsten ten
gevolge van de verhoging van de indirecte belastingen en de snelle
toename van het beschikbare inkomen, die de gevolgen van de verlaging
van de inkomstenbelastingen en de vertraging van de economische groei
hebben beperkt. In 2002 zal de economische bedrijvigheid zwak blijven,
maar voor de jaren 2003 en 2004 is het programma gebaseerd op een
trendmatig, voorzichtig scenario met een gemiddelde jaarlijkse groei
van 2,25%. Verwacht wordt dat gedurende de gehele periode van het
programma een begrotingsoverschot zal worden verwezenlijkt en dat de
schuldquote snel zal blijven dalen. De Raad zal op basis van de
aanbeveling van de Commissie op 22 januari 2002 formeel advies
uitbrengen over het stabiliteitsprogramma van Nederland.
De aanbeveling van de Commissie werd aangenomen op initiatief van
Pedro Solbes, het commissielid voor economische en monetaire zaken,
die over het programma verklaarde: De evaluatie van de geactualiseerde
stabiliteitsprogramma's door de Commissie is een belangrijk element in
het multilaterale toezichtproces. De wereldwijde groeivertraging van
vorig jaar heeft het belang aangetoond van een consistente en goed
gecoördineerde beleidsreactie op externe schokken. De gezonde
overheidsfinanciën hebben de meeste Europese lidstaten in staat
gesteld de automatische stabilisatoren te laten functioneren en
tegelijkertijd houdbaarheidsvraagstukken aan te pakken zoals de
gevolgen van de vergrijzing, alsook de hoognodige structurele
hervormingen ten uitvoer te leggen.
De voornaamste conclusies van de Commissie zijn:
* Het geactualiseerde programma bevestigt dat de regering blijft
streven naar gezonde openbare financiën en een begrotingsstrategie
blijft volgen om dit doel te bereiken. Deze strategie omvat maxima
voor de stijging van de overheidsuitgaven en een regel voor de
besteding van extra opbrengsten aan schuldreductie en
belastingverlichting.
* Het geactualiseerde programma werd samen met de begroting 2002
opgesteld begin september 2001. Het omvat groeivooruitzichten voor
2001 en 2002 die al voorbijgestreefd zijn. Het Centraal Planbureau
(CPB) heeft de prognoses van de reële groei onlangs aanzienlijk
naar beneden bijgesteld. De regering is van deze bijstelling op de
hoogte, maar heeft de begrotingsprognoses in het programma niet
herzien.
* De algemene begrotingssituatie zal gedurende de gehele
programmaperiode positief blijven. Dit blijft geldig, zelfs bij de
jongste ramingen van het CPB en de diensten van de Commissie, zij
het dat deze cijfers lager uitvallen dan in het geactualiseerde
programma. Nederland blijft dus voldoen aan de eisen van het
stabiliteits- en groeipact.
* Om inflatoire risico's tegen te gaan, de begrotingssituatie te
verbeteren en zich voor te bereiden op de gevolgen van vergrijzing
van de bevolking, heeft de regering in de begroting 2002 niet
strikt de hand gehouden aan de fifty-fiftyformule voor de
besteding van extra opbrensten aan schuldreductie en
belastingverlichting. Slechts ongeveer een derde van de geraamde
bijkomende opbrensten van 2002 zal worden besteed aan
belastingverlagingen. Dit is in overeenstemming met het advies van
de Raad van maart 2001 en de globale richtsnoeren voor het
economisch beleid van 2001.
* Structuurhervormingen worden ondernomen om de doelmatigheid van de
overheidsbestedingen te verbeteren, met name in de
gezondheidszorg, het onderwijs en de sociale infrastructuur,
alsook om de participatiegraad en het concurrentievermogen te
verhogen.
* Nederland schijnt zich in een goede uitgangspositie te bevinden om
de budgettaire gevolgen van de vergrijzing van de bevolking op te
vangen en de begrotingsstrategie die in het programma wordt
beschreven is in overeenstemming met het streven naar verbetering
van de houdbaarheid van de openbare financiën.
Het stabiliteits- en groeipact, dat in juni 1997 door de Europese Raad
van Amsterdam werd aangenomen, schrijft voor dat de landen van de
eurozone een stabiliteitsprogramma moeten indienen bij de Raad en de
Commissie. In deze programma's worden gegevens verstrekt over de wijze
waarop zij de doelstellingen van het pact willen bereiken, met name
het middellange-termijndoel van een evenwichtige of positieve
begroting.
Uit het geactualiseerde stabiliteitsprogramma 2001 van Nederland
SP
2000 2001 2002 2003 2004
Reële groei van het BBP (in %)
- voorzichtig scenario (2002 2004)
- gunstig scenario (2002 2004)
- voorzichtig trendmatig scenario
(2003-2004)
bijwer-king
2000
4 ½
4
2
3 ¼
2
3 ¼
2
3 ¼
bijwer-king
2001
3.5
2
2
2 ¼
2 ¼
Begrotingssaldo (in % van het BBP)
- voorzichtig scenario (2002 2004)
- gunstig scenario (2002 2004)
- voorzichtig trendmatig scenario
(2003-2004)
bijwer-king
2000
+1.0*
+0.7
+ ¼
+ ½
+ ¼
+ ½
+ ¼
+ ½
bijwer-king
2001
+1.5*
+1.0
+1.0
+1.2 **
+1.3 **
Staatsschuld (in % van het BBP)
- voorzichtig scenario (2002 2004)
- gunstig scenario (2002 2004)
- voorzichtig trendmatig scenario
(2003-2004)
bijwer-king
2000
56.6
52.3
50 ¼
49 ½
48 ¾
47 ¼
46 ¾
44 ¾
bijwer-king
2001
56.1
51.8
47.7
45
42
Inflatie ICP (nationaal) - voorzichtig scenario (2002 2004)
- voorzichtig trendmatig scenario
(2003-2004)
bijwer-king
2000
2 ½
3 ½
2 ½
1 ¾
1 ¾
bijwer-king
2001
2.6
4 ½
2 ½
2
2
* exclusief opbrengst van veiling van UMTS-licenties, die 0,7% van
het BBP bedraagt.
** in de veronderstelling dat de "beschikbare ruimte" (0,2% van het
BBP in 2003 en 0,3% in 2004) totaal wordt besteed aan schuldreductie.