Ministerie van Buitenlandse Zaken


---

Speech door Jozias van Aartsen, minister van Buitenlandse Zaken

"Werken aan welvaart en stabiliteit:
Europa's rol in een veranderende wereld"

(Economische Faculteitsvereniging Groningen)

Plaatsbepaling
De Europese Unie ontwikkelt zich sneller dan ooit. Veel ontwikkelingen zijn al jaren geleden begonnen maar juist dit jaar zien we daardoor hele concrete veranderingen. Ik noem ze hier even kort.

Euro
De euro. Hij is er sinds een paar weken. Hij was er natuurlijk al, maar we hebben hem nu ook echt op zak. Zo kreeg Oud en Nieuw dit keer een wel heel letterlijke betekenis: we deden afstand van de oude, vertrouwde gulden en kregen er een nieuwe munt voor in de plaats. Daarmee hebben we een markant punt in het Europese integratieproces en in de derde fase van de monetaire Unie bereikt. De euro is veel meer dan alleen een betaalmiddel; het is ook een symbool van Europa's gemeenschappelijke doel. Juist daarom betekent die euro zoveel.

GBVB/EVDB
Maar de Europese Unie is niet alleen economie, hoe graag economie-studenten dat misschien ook zouden willen. De Unie is ook politiek. Buitenlandse politiek. We zijn de laatste jaren echt hard op weg naar een goed functionerend gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid. Je moet dat even goed tot je laten doordringen: vijftien lidstaten, elk met hun eigen tradities, achtergronden en vooral: belangen, die steeds meer gezamenlijk naar buiten optreden. In de relaties met landen buiten Europa en ook in conflicten en internationale crises. Dat doen ze, niet omdat dat ergens in de jaren vijftig is opgeschreven; dat doen ze gewoon omdat ze juist vanwege de Europese integratie op andere terreinen steeds meer gemeenschappelijke belangen hebben. Zo zie je dat er een verband bestaat tussen economische en politieke integratie. De economische integratie heeft eigenlijk de weg vrijgemaakt voor een meer politieke Unie. En daar hoort een buitenlands beleid bij. Nu moeten we zorgen dat we ook over effectieve instrumenten beschikken om de Unie een grotere buitenlandspolitieke rol te laten spelen. Daar zijn we juist dit jaar volop mee bezig. Dat zie je op allerlei manieren. Dat zie je aan de benoeming van de hOge Vertegenwoordiger voor het buitenlands beleid van de Unie, Javier Solana; en aan het feit dat we in Europa proberen om een strategische visie te ontwikkelen op buitenlands politiek terrein. We proberen ook steeds meer politiemissies op te zetten namens de Unie, zoals bijvoorbeeld in Bosnië waar nu al vijfhonderd politiemensen uit de EU zijn ingeschakeld voor allerlei politietaken. Je ziet het ook aan de zogenaamde speciale vertegenwoordigers, een instrument waarvan de lidstaten steeds meer gebruik gaan maken. Ze worden benoemd om het buitenlands beleid van de Unie in bepaalde specifieke regio's of conflictgebieden concreet en ter plaatse vorm te geven. In Afghanistan bijvoorbeeld, of in het Grote Merenconflict in Afrika. Dit jaar zullen we ook - en dat ligt meer op het terrein van de defensiesamenwerking
- alles in het werk stellen zodat de Unie in staat is om vanaf volgend jaar een legermacht van zestigduizend man in te zetten voor vredesoperaties als dat nodig is.

Uitbreiding
Er staan dit jaar nog meer heel concrete zaken te gebeuren. De grootste uitbreiding in de geschiedenis van de Europese Unie komt eraan. De komende maanden willen we de onderhandelingen met de meest vergevorderde kandidaatlidstaten afronden. Over een jaar zouden we de eerste toetreders kunnen verwelkomen.

Terrorismebestrijding
Maar dit jaar zal vooral in het teken staan van de strijd tegen het terrorisme. Daarmee kom ik op de laatste concrete ontwikkeling die ik wil noemen: de justitiële en de politionele samenwerking binnen de Europese Unie, want die hoort daarbij. Op dat terrein is er nu heel veel voortgang en dat is een direct gevolg van de dramatische gebeurtenissen in New York en Washington op 11 september vorig jaar. Die hebben niet alleen Amerika geraakt, maar ook Europa, ook Nederland. De aanslagen waren een aanval op open samenlevingen, op tolerantie en vrijheid. Dat zijn niet alleen de normen en waarden van de Amerikanen, dat zijn ook de onze. Daarom wil ook Europa een actieve bijdrage leveren aan de strijd tegen het terrorisme.

Europa in een veranderende wereld: de economische rol In ons deel van het continent zijn we gewend geraakt aan een vreedzaam en stabiel Europa. Dat geldt ook voor de welvaart die wij al jaren kennen. De economische integratie heeft geleid tot een interne markt met maar liefst driehonderd vijfenzeventig miljoen consumenten. Bijna driehonderd miljoen daarvan betalen met één munt. Nederlandse bedrijven kunnen zich vrij vestigen in alle lidstaten. Jullie kunnen straks overal in de Europese Unie een baan gaan zoeken en zelfs een bedrijf beginnen.

We hebben dus een enorme vooruitgang geboekt sinds in 1959 de eerste fase van de overgang naar een gemeenschappelijke markt begon. Maar we zijn er nog niet. We hebben nog niet helemaal af gemaakt waaraan we zijn begonnen. Er bestaan nog steeds belemmeringen in de interne markt. Kijk maar naar de energiemarkt en de financiële diensten die nog steeds niet volledig zijn geliberaliseerd. Of de nog altijd bestaande monopolies onder de posterijen. Daarom heeft het opheffen van die resterende belemmeringen grote prioriteit. Daarvan is Nederland overtuigd. Dat hebben we in 2000 tijdens de Europese Raad van Lissabon al erkend, en daar zal Nederland zich ook tijdens de komende Europese Raad in Barcelona weer sterk voor maken.

Een paar jaar geleden groeide de Amerikaanse economie bijna explosief. Dat kwam vooral door de productiviteitsstijging die aan innovaties en investeringen te danken leek. Toen raakten we er in Europa steeds meer van overtuigd dat we in onszelf moesten investeren om geen achterliggend reservaat te worden. Tegen die achtergond hebben we op de Top van Lissabon een strategie afgesproken om van Europa de meest dynamische en concurrerende kenniseconomie ter wereld te maken. In Barcelona moet dat straks weer leiden tot nieuwe maatregelen. Vooral als het gaat om het opheffen van de belemmeringen voor de interne markt.

Wat we nodig hebben is een moderne, dynamische Unie om ook in de toekomst welvarend te kunnen blijven. Het Spaanse EU voorzitterschap voelt dat goed aan. Spanje wil aan de Lissabon-strategie een grote impuls geven, met het oog op de toekomst. Waar gaat het dan over? Over een Europese ruimte van vervoer en communicatie. Over een echte interne energiemarkt. Over een interne financiële markt. Over het streven naar volledige werkgelegenheid. En over onderwijs en levenslang leren. Daarmee heeft het Spaanse voorzitterschap precies de goede richting aangegeven.

Het grote belang van de Lissabon-strategie is het uitgangspunt dat werkgelegenheidsbevordering, economische hervormingen en sociaal beleid in samenhang moeten worden aangepakt. De kenniseconomie die we van Europa willen maken moet in staat zijn tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang. Met andere woorden: zorg voor het milieu; investeren in onderwijs, onderzoek en ontwikkeling; en handhaving van ons Europese sociale model.

Europa moet de mogelijkheden van de ontwikkelingen in de wereldeconomie benutten, maar vanuit haar eigen kracht. Dus niet klakkeloos het beleid van andere economische blokken kopiëren. Geen conjunctureel gedreven deeloplossingen, maar een doordachte lange-termijnstrategie die natuurlijk voortdurend in ontwikkeling is. Zo kunnen we de uitdagingen van de moderne wereldeconomie het beste aan.

De Europese Unie, het integratieconcept van kort na de Tweede Wereldoorlog, biedt dus zelfs voor de moderne uitdagingen van vandaag nog steeds het beste antwoord.

Europa in een veranderende wereld: de politieke rol Dat geldt niet alleen voor de economische uitdagingen, maar ook voor de politieke. Die komen er steeds meer. Europa heeft een sterke economie en één munt, en kan vanaf volgend jaar met nieuwe lidstaten worden uitgebreid. Er zit een grote uitbreiding van de unie aan te komen. Die verwachting hebben we tijdens de Top van Laken afgelopen december uitgesproken. Stel dat de Europese Unie met tien staten groeit, dan zal het aantal consumenten binnen de Unie met honderd miljoen toenemen. Geografisch zal de Unie groeien met een derde.

Met dat alles neemt ook het politieke gewicht van de Unie toe. Dat betekent meer kansen, maar ook meer verantwoordelijkheid ten aanzien van de rest van de wereld. Die wereld heeft een sterk Europa nodig. We hebben dat heel duidelijk kunnen zien in de nasleep van 11 september. Na die aanslagen keek Amerika vrijwel meteen naar ons, naar de Europese Unie. De dreiging van het terrorisme vroeg en vraagt om een gezamenlijke aanpak. Europa met de VS en met onze overige bondgenoten. Om een volwaardige rol te kunnen spelen moet Europa eensgezind naar buiten kunnen optreden. Daarom is de verdere ontwikkeling van ons Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid van eminent belang.

Van de Unie wordt terecht een grotere bijdrage verwacht aan het handhaven van vrede en veiligheid in Europa en daarbuiten. Net zoals van de Unie wordt verwacht dat hij bijdraagt aan een vrij en eerlijk internationaal handelssysteem.
We moeten dus niet alleen met onszelf (met de Unie) bezig zijn maar net zo goed met de buitenwereld, met de externe dimensie van de Unie. Maar dan moeten we eerst ook echt inhoud geven aan ons Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid. Als we dat goed op orde hebben, met goede instrumenten, kunnen we ook assertiever worden op het diplomatieke toneel. Kijk bijvoorbeeld naar de Balkan en Macedonië: dat zijn goede voorbeelden van effectief opereren van de Europese Unie.

Een grotere rol op het wereldtoneel roept natuurlijk ook vragen op: wat zijn de strategische doelstellingen van een Europees buitenlands beleid? Van een veiligheids- en defensiebeleid? Wil Europa de verantwoordelijkheid dragen voor elke crisis waar ook ter wereld? Met eigen middelen? Als dat niet reëel is, en dat is het denk ik niet, dan moeten we wel duidelijke criteria ontwikkelen om te bepalen wanneer we wel en wanneer we niet troepen en andere middelen inzetten. Ik denk dat de Europese Unie zich in zijn gemeenschappelijk buitenlands- en defensiebeleid moet laten leiden door een aantal principes:

- hoe dichterbij de EU een bepaalde bedreiging van de internationale stabiliteit zich bevindt, hoe meer prioriteit de Unie eraan moet geven;
- hoe groter een bepaalde bedreiging voor de internationale stabiliteit is, hoe meer prioriteit de Unie moet geven aan het onder controle krijgen ervan;
- veiligheid en stabiliteit moeten worden beschouwd als een geïntegreerd geheel, met zowel economische en humanitaire als militaire aspecten; we moeten het hele spectrum van de mogelijkheden van de EU ook inzetten;
- (en tenslotte:) bij het antwoorden op bedreigingen voor de internationale stabiliteit moet de Unie altijd proberen samen te werken met bondgenoten (zoals de VS, Rusland, de NAVO en de OVSE) en internationale legitimiteit zoeken (VN Veiligheidsraad).

Naarmate de Europese Unie assertiever wordt moet hij ook meer politieke invloed krijgen. Als we bijdragen aan vredesmissies, als we wederopbouwhulp financieren (zoals nu in Afghanistan) dan moeten we ook de daarbij behorende politieke inspraak hebben. De EU is - ik heb dat al eens eerder gezegd - een politieke Unie in wording. Een politieke Unie die in de interactie met de buitenwereld beschikt over verschillende instrumenten: het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid, maar net zo goed de handelspolitiek en het ontwikkelingshulpbeleid. We moeten er niet voor terugschrikken om die instrumenten ook te gebruiken om meer politieke invloed te krijgen. Of dat nu op de Balkan is, waar de Unie de grootste donor is bij de wederopbouw van de regio; of in het Midden-Oosten, waar de Unie belangrijke ontwikkelingshulp biedt.

De omschrijving "politieke Unie in wording" geeft ook iets aan van de geleidelijke manier waarop het integratieproces zich ontwikkelt. Vanaf het begin is duidelijk geweest dat er een politiek huis voor het economische integratieproces nodig zou zijn. Met het bouwen van dat huis zijn we de laatste jaren volop bezig geweest. Zoiets gaat niet van de ene dag op de andere, maar stap voor stap.

EU agenda voor het komende jaar
De Europese Unie is nooit bedoeld als een statisch raamwerk of een blauwdruk waaraan niets meer gewijzigd mag worden. Integendeel: de ontwikkeling van de Europese Unie heeft altijd nauw samengehangen met de veranderende internationale context.


1. Terrorismebestrijding
Ik noemde net al de vreselijke aanslagen van 11 september vorig jaar. Die zijn het meest recente bewijs dat het Europese integratieproces vaak wordt beïnvloed door wat buiten de Unie gebeurt. Zo hebben die aanslagen meteen een enorme impuls gegeven aan de Europese samenwerking op het terrein van politie en justitie. Samenwerking tussen politie- en justitiediensten uit de verschillende lidstaten begint nu echt vorm te krijgen. Ook is er nu eindelijk een Europees aanhoudingsbevel tot stand gekomen zodat binnen de Europese Unie uitleveringsverzoeken niet langer nodig zijn.

Binnen de Europese Unie wordt nauwer samengewerkt, maar daarbuiten ook. De Unie is er veel aan gelegen om de internationale coalitie met de VS tegen het terrorisme in stand te houden. Natuurlijk speelt daarbij een belangrijke morele verplichting een rol. Het gaat tenslotte om de verdediging van onze gemeenschappelijke waarden. Maar daar komt bij dat de Europese Unie zich niet afzijdig kan en mag houden als het gaat om de internationale veiligheid en stabiliteit.

Daarom trekt de Europese Unie samen op met zijn internationale partners, de VS voorop, in NAVO- en in VN-verband. Het gaat er niet alleen om terrorisme te bestrijden. We moeten ook bruggen naar de islamitische wereld blijven slaan. We moeten blijven praten en luisteren. Indonesië, het grootste moslimland ter wereld, is daarbij heel belangrijk. Een 'clash of civilisations' mag er nooit komen.


2. Uitbreiding
Naast terrorismebestrijding zal ook de uitbreiding die ik eerder noemde dit jaar hoog op de agenda van de Europese Unie staan. Hier komen de economische en de buitenlands-politieke rol van Europa samen:

- de uitbreiding betekent dat het aantal lidstaten toeneemt en daarmee de grootte van de interne markt en het economische potentieel van de Unie als geheel;

- maar de uitbreiding betekent ook dat we stabiliteit exporteren naar delen van Europa waar die tot nu toe niet is geweest. Er was daar vroeger misschien wel een vorm van stabiliteit, maar dat was hooguit een stabiliteit in angst, geen stabiliteit in vrijheid.

Deze zomer willen we de toetredingsonderhandelingen afronden in de twee zwaarste dossiers: het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het structuurbeleid. Dat die onderhandelingen moeilijk zijn komt omdat het gaat om hele reële belangen. Tachtig procent van de totale EU-begroting, dat is tachtig miljard euro, wordt op die terreinen besteed. Het is dus niet zo gek dat daarover hard moet worden onderhandeld.

Nederlandse agenda voor het komende jaar
Die Europese agenda, met bovenaan terrorismebestrijding en de uitbreiding, zal dit jaar natuurlijk ook voor een groot deel de Nederlandse EU agenda bepalen. Maar we leggen wel eigen accenten.

Zo willen wij dat er, parallel aan de uitbreidingsonderhandelingen, dit jaar al een serieus begin wordt gemaakt met de hoognodige hervormingen. Dan heb ik het vooral over die twee zwaarste dossiers: het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en het Europese structuurbeleid. In het landbouwbeleid moet worden gestreefd naar marktconformiteit. Er is meer marktwerking nodig en in het algemeen een modernisering. We moeten het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid hervormen, gewoon omdat anders op de lange termijn de EU-begroting onhoudbaar wordt. Daarmee willen we geen nieuwe obstakels opwerpen in de onderhandelingen met de kandidaat-lidstaten, integendeel. Wat we wel willen is voorkomen dat als de nieuwe lidstaten eenmaal zijn toegetreden iedere verdere hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid onmogelijk wordt. Daarom moet nog voor de uitbreiding, dus dit jaar, het traject voor hervorming van het landbouwbeleid worden ingezet.

Dat geldt ook voor het Structuurbeleid. Er moet een einde komen aan de geldstromen uit de structuurfondsen naar relatief rijke lidstaten. Die fondsen zijn bedoeld voor de armste landen binnen de Unie en niet anders.

In deze discussies over hervormingen speelt geld dus een grote rol. De Nederlandse toewijding aan het Europese integratieproces is onverminderd, want zoals ik zojuist al zei heeft het ons grote voordelen gebracht. Maar elk Nederlands kabinet moet staan voor de belangen van zijn burgers. Die burgers betalen nu netto meer aan de EU dan burgers uit andere lidstaten. De Europese integratie heeft ons veel voorspoed en veilgheid gebracht, maar het is ook heel legitiem om te kijken naar de kosten en de relatieve Nederlandse bijdrage. Die afweging speelt net zo goed een rol in de uitbreidingsonderhandelingen als in andere activiteiten van de EU.

Het is heel eenvoudig: naarmate we meer moeten betalen gaan we geld ook belangrijker vinden en komen kosten en baten hoger op de agenda van de lidstaten. Daarom denk ik dat ook los van de komende verkiezingen en de uitslag daarvan voor elk Nederlands kabinet onze netto-betalingspositie in de EU belangrijk zal blijven. Het is zeg maar een belangrijke meetlat die we langs het Europese integratieproces zullen leggen.

Slot
Europa zal op allerlei terreinen de agenda van de Nederlandse regering ook in de toekomst blijven bepalen. Dat is niet alleen goed, het kan ook gewoon niet anders. Naarmate het integratieproces vordert groeien de Nederlandse en de Europese belangen steeds meer naar elkaar toe. Europa is goed voor Nederland (en omgekeerd), maar dan moeten we wel af en toe onze stem verheffen en duidelijk maken wat Nederland wil.

===