IHR-Bericht
Rode Kruis Vlaanderen
Krijgsgevangenen in het internationaal humanitair recht
Er bestaan nogal wat onduidelijkheden met betrekking tot de status van
de Taliban en Al-Quaeda strijders in het recente conflict in
Afghanistan. Vooral heyt feit dat de Verenigde Staten gevangen genomen
strijders van Afghanistan naar Cuba overbrengt, doet nogal wat vragen
rijzen.
Om te weten welke regels van toepassing zijn, dienen we eerst de aard
van het conflict te bepalen. De situatie in Afghanistan is
complex omdat er zich ten minste twee conflicten afspelen: enerzijds
een intern conflict tussen de Noordelijke Alliantie en het
Taliban-regime, anderzijds een internationaal conflict tussen
hoofdzakelijk de Verenigde Staten en de Taliban en Al-Qaeda groep.
Gezien het conflict tussen de Verenigde Staten en Afghanistan een
internationaal conflict is en beiden partij zijn bij de Verdragen van
Genève, zijn zij gebonden door de regels in verband met de behandeling
van krijgsgevangenen.
Elke strijder die gevangen genomen wordt, heeft recht op een
menselijke behandeling. Hij heeft recht op basisvoorzieningen op het
vlak van onderdak, kledij, voedsel en medische verzorging. Geen enkele
gevangene kan worden onderworpen aan martelingen, lijfstraffen of
onterende behandelingen. De huisvesting van de gevangenen moet voldoen
aan even gunstige voorwaarden als die voorzien voor de troepen van de
gevangenhoudende mogendheid. Ze mogen enkel worden geïnterneerd op
plaatsen die alle waarborgen bieden voor hygiëne en gezondheid.
Krijgsgevangenen kunnen niet worden veroordeeld louter omwille van het
feit dat zij hebben deelgenomen aan de vijandelijkheden. Zij kunnen
wel worden veroordeeld voor inbreuken van gemeen recht. Een
krijgsgevangene kan uitsluitend door een militair gerecht worden
berecht. In ieder geval moet worden voldaan aan de essentiële
waarborgen van onafhankelijkheid en onpartijdigheid en moeten de
rechten en middelen van verdediging worden gewaarborgd. Collectieve
straffen voor individuele handelingen zijn verboden.
Na het staken van de vijandelijkheden moeten krijgsgevangenen
onmiddellijk worden vrijgelaten en gerepatrieerd. Krijgsgevangenen die
wegens een misdrijf strafrechtelijk worden vervolgd, mogen worden
achtergehouden tot het einde van het proces of de tenuitvoerlegging
van de straf.
Onder de Verdragen van Genève worden gevangen genomen strijders
beschouwd als krijgsgevangenen wanneer zij behoren tot de
strijdkrachten van de vijandelijke staat of deel uitmaken van een
identificeerbare militiegroep die de wetten en gebruiken van oorlog
naleeft. Het internationaal humanitair recht stelt duidelijk dat,
ingeval van twijfel over de status van een gevangen genomen strijder,
hij recht heeft op de status van krijgsgevangene tot een bekwame
rechtbank daar anders over beslist.
Het Internationale Comité van het Rode Kruis heeft een speciaal
mandaat om krijgsgevangenen te bezoeken en hun gezondheid en
levensomstandigheden na te gaan. Het houdt contact met alle betrokken
partijen om toezicht te houden op de behandeling van krijgsgevangenen.
(14/01/2002)