INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS
Examens MBO beter dan vorige jaren
Onderwijsinstellingen kiezen voor externe deskundigheid bij
ontwikkeling examens
Utrecht, 11 januari 2002. Het gebruik van examenmaterialen die deels
buiten de school zijn ontwikkeld, heeft geleid tot een verbetering van
de kwaliteit van de examens in het beroepsonderwijs. Dit concludeert
de Inspectie van het Onderwijs in haar jaarlijkse Examenverslag BVE.
Er is de afgelopen jaren veel kritiek geweest op de examens in het beroepsonderwijs. Inmiddels hebben de scholen veel geïnvesteerd in verbeteractiviteiten rond examenontwikkeling. Daarnaast maken zij gebruik van toetsmateriaal waarbij externe deskundigen zijn ingeschakeld. Al deze inspanningen werpen nu hun vruchten af.
De inspectie onderzoekt jaarlijks enkele examens in het
beroepsonderwijs. Dit jaar kwamen de examens voor Verpleegkundige,
Monteur elektrische bedrijfsinstallaties en Systeembeheerder MKB voor
onderzoek in aanmerking. Voor deze examens is materiaal beschikbaar
dat niet uitsluitend door de ROCs zelf is ontwikkeld. Door
samenwerking tussen ROCs onderling of tussen ROCs en andere
deskundigen, bijvoorbeeld uit de branche, is een hogere kwaliteit van
examinering bereikt.
Naast het onderzoek naar de examens zelf, zijn ook de
exameninstellingen onderzocht. Deze zijn verantwoordelijk voor de
borging van de kwaliteit van de examinering. De werkzaamheden lopen
uiteen van het controleren van toetsen tot het produceren en zelfs
afnemen van toetsen. Over het algemeen blijken de exameninstellingen
in staat hun werkzaamheden goed uit te voeren.
De voortdurende kritiek op de examens in het beroepsonderwijs en de
roep om maatregelen vanuit de politiek hebben geleid tot het instellen
van de commissie Deetman die met vergaande voorstellen is gekomen ter
verbetering van de kwaliteit van de examinering. Eén van die
maatregelen is de oprichting van het Kwaliteitscentrum Examens (KCE).
Het KCE krijgt als taak de kwaliteit van examens te waarborgen en
heeft de bevoegdheid om scholen het recht op het afnemen van examens
te ontnemen bij blijvend tekortschieten in de kwaliteit van hun
examinering.