Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: Persbericht
Nummer: 004
Datum: 11-01-2002
CONSUMENTENMARKTEN
Het lid van de Tweede Kamer, Horn (PvdA) heeft aan staatssecretaris van
Economische Zaken op 17-12-2001 de volgende schriftelijke vragen gesteld.
1 Kent u het bericht van de Consumentenbond van 11 november 2001
'Overheid moet ingrijpen in falende markt'? 1)
2 Deelt u de mening dat er ook consumentenmarkten kunnen zijn, waar
voldoende concurrentie is, en het desondanks toch mogelijk blijkt te zijn
dat consumenten verkeerd worden voorgelicht? Zo ja, aan welke markten
denkt u dan? Zo neen, waarom niet?
3 Hoe oordeelt u over de uitslag dat 93% van de repondenten het eens
waren met de stelling dat de overheid moet laten onderzoeken 'in welke
markten en hoe de consument beduveld wordt'?
4 Hoe oordeelt u over de in het genoemde bericht vermelde voorbeelden van
'misleiding', namelijk met betrekking tot energielabels,
verwijderingsbijdragen op wit- en bruingoed, vermeend functionele
voedingsmiddelen en verzekeraars die extra premie vragen voor bemiddeling
bij wachtlijsten?
5 Deelt u de mening dat het tot de toezichtstaak van de overheid behoort
te onderzoeken in welke consumentenmarkten sprake is van 'misleiding'? Zo
ja, wanneer en hoe gaat u dit onderzoek verrichten? Zo neen, waarom niet?
---
1) www.consumentenbond.nl
De staatssecretaris van Economische Zaken, drs. G. Ybema, heeft deze
vragen als volgt beantwoord.
1 Ja.
2 Ja, in principe is op alle markten misleiding door een aanbieder of een
leverancier mogelijk.
3 93% is een hoog percentage. Het gaat naar ik heb begrepen om een oproep
op de site van de Consumentenbond. Ik ben niet bekend met de precieze
vraagstelling en het aantal respondenten, maar op zich is een hoog
percentage een logische uitkomst bij een dergelijke vraagstelling. De
consument wil graag zekerheid bij zijn aankopen. In die zin zou het juist
teleurstellend zijn als het de consument niets kon schelen.
4 Zoals gezegd, is misleiding door leveranciers en producenten niet
altijd te vermijden. Misleiding is vooral een transparantieprobleem. Ik
ben voornemens, zoals reeds in de nota "Versterking van de positie van de
consument" (Kamerstukken II 2000-2001, 27879, nr2) aangekondigd, markten
te gaan scannen op risicofactoren, onder andere ten aanzien van
transparantie. Twee van de in het bericht genoemde problemen
(energielabels en verwijderingsbijdragen) doen zich voor op de markt voor
grote huishoudelijke apparaten. Deze markt stond al hoog op de Scorekaart
Risico op Marktfalen waarover ik u eind 2000 heb bericht (EZ-00-606). Ik
laat deze markt nu dan ook met de Consumentenmarkttoets analyseren en
toetsen op consumententevredenheid samen met de markten voor bioscopen,
rookwaren en diensten van verpleeghuizen (zie ook het antwoord op vraag
5).
5 Neen, ben het daar niet helemaal mee eens. In beginsel is het mogelijk
dat een aanbieder of leverancier een klant bedoeld of onbedoeld misleidt.
Het burgerlijk wetboek heeft hiervoor voorzieningen getroffen op basis
waarvan een gang naar de rechter mogelijk is. Daarnaast kan de consument
voor dergelijke geschillen ook terecht bij de diverse geschillencommissies.
Tot slot is misleiding duidelijk een transparantieprobleem. Zoals in het
antwoord op vraag 4 aangegeven, houd ik wel de vinger aan de pols bij
markten waar er mogelijk een structureel probleem is of kan ontstaan.
Daarom start ik dit jaar met bovengenoemd onderzoek naar de markten met
een groot risico op marktfalen.