Nederland: voorwaarden aan biotech in voeding

Een ruime meerderheid van de deelnemers aan het publieke debat Eten en Genen vindt dat onder stringente voorwaarden doorgegaan mag worden met de toepassing van gentechnologie in voedsel. De keuzevrijheid voor de consument moet optimaal worden gegarandeerd door goed toegankelijke gedetailleerde productinformatie verplicht te stellen. Als het publiek meer vertrouwen krijgt in de instanties die over biotechnologie gaan (overheid, wetenschap en bedrijfsleven) en duidelijk nut en noodzaak van een biotechnologische toepassing inziet, zal men sneller bereid zijn deze te aanvaarden.

Dit zijn enkele conclusies uit het gisteren vrijgegeven rapport Eten en Genen: een publiek debat over biotechnologie en voedsel. Commissievoorzitter dr. J. Terlouw, aangesteld om het publieke debat Eten en Genen in goede banen te leiden, overhandigde in Nieuwspoort een exemplaar van het rapport aan minister dr. L.J. Brinkhorst van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Brinkhorst, die zichzelf bij deze gelegenheid afficheerde als Minister van Voedsel en Groen, verklaarde zich met name verheugd dat de commissie erin was geslaagd het debat tijdig af te ronden en met aanbevelingen te komen. De Tweede Kamer bespreekt namelijk over twee weken de Integrale Nota Biotechnologie van het kabinet.

Voorwaarden
Het pragmatische volkskarakter van de Nederlander is ook in het maatschappelijk debat over moderne biotechnologie naar voren gekomen. De gemiddelde consument die zich voor de kwestie interesseert, vraagt zich vooral af: Wat is het nut van een bepaalde genetische modificatie? Wat zijn de risicos voor de gezondheid en het milieu? Zijn er gelijkwaardige alternatieven voor de bewuste toepassing van gentechnologie? Een duidelijke conclusie uit het debat luidt dat mensen bereid zijn meer onzekerheid over gevolgen op lange termijn te accepteren naarmate er minder alternatieven zijn en nut en noodzaak als sterker worden ervaren.
De meeste deelnemers aan het debat zijn bereid het goene licht te geven aan toepassing van modern biotechnologie als aan bepaalde stringente voorwaarden wordt voldaan. Genoemd in het rapport worden:
1. nut en noodzaak moeten zijn aangetoond;
2. er moeten afdoende garanties worden geboden op het punt van voedselveiligheid (strenge regels, afdoende controle);
3. risicos voor het milieu en voor de natuur moeten zoveel mogelijk worden vermeden (bijvoorbeeld de dreigende teloorgang van oorspronkelijke soorten);

4. de effecten van genetische modificatie moeten in algemene zin beter worden onderzocht; en

5. consumenten moeten kunnen kiezen tussen voedingsmiddelen die wel of niet genetisch gemodificeerd zijn.

Keuzevrijheid
Uit publieksonderzoek blijkt dat meer dan 90 procent van de consumenten hecht aan etikettering van voedingsmiddelen die met behulp van biotechnologie zijn geproduceerd. In de praktijk leest echter slechts zon 5 procent daadwerkelijk wat er op het etiket staat. Door een eenvoudige en heldere etikettering, bijvoorbeeld door een specifiek symbool- en kleurgebruik, te combineren met toegankelijke en uitgebreide productinformatie kan de keuzevrijheid van de consument optimaal worden gegarandeerd volgens de Commissie. Zij stelt voor informatie over productiewijze en samenstelling van voedingsmiddelen hetzij via producent hetzij via de supermarkt beschikbaar te stellen.

De commissie komt wat betreft etikettering tot de suggestie voor een systeem van etikettering waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen voedingsmidddelen
a. die ggo-vrij zijn in de samenstelling en productie; b. waarbij tijdens het productieproces gebruik is gemaakt van ggos, die evenwel niet meer voorkomen in het eindproduct; c. waarvan de ingrediënten minder dan 1 procent ggos bevatten; d. waarvan de ingrediënten 1 procent of meer ggos bevatten.

De commissie heeft overigens geconstateerd dat het verstrekken van meer informatie over genetische modificatie in de meeste gevallen niet leidt tot een andere opstelling van betrokken. Terlouw: ,,Mensen nemen intuïtief een standpunt in ten aanzien van moderne biotechnologie en veranderen hun basishouding niet als je informatie verstrekt. Wel is het zo dat ze hun voorwaarden scherper formuleren als ze over meer informatie beschikken.

Vertrouwen
De Commissie-Terlouw signaleert dat veel van de aarzelingen met betrekking tot genetische modificatie bij het publiek worden veroorzaakt doordat burgers steeds minder vertrouwen hebben in wetenschap, bedrijfsleven en overheid. Wetenschappers spreken elkaar vaak tegen, meestal op goede gronden, over de nu eenmaal onvoorzienbare effecten op lange termijn. Producenten van levensmiddelen hebben de laatste jaren te maken gekregen met breed in de pers uitgemeten voedselaffaires. Overheidsinstanties genieten in zijn algemeenheid minder vertrouwen en worden nu vaak ook nog aangekeken op een verondersteld tekortschietend toezicht in diezelfde gevallen van voedselincidenten.

Terlouw riep met name de overheid op zich in te spannen om het vertrouwen van de burgers te herwinnen.

,,Voedselveiligheid is de grootste zorg van het publiek, en vandaar dat we als commissie aanbevelen nieuwe voedingsmiddelen nauwgezet te volgen als ze eenmaal in Nederland zijn toegelaten. Maar dit geldt wat ons betreft voor àlle nieuwe voedingsmiddelen, en niet alleen voor ggos.

In zijn algemeenheid vond hij dat de overheid de burgers sneller en vaker de gelegenheid dient te geven om hun mening te uiten, zodat tijdig uit het reservoir van opinies, argumenten en emoties kan worden geput. Eigenlijk had dit maatschappelijk debat volgens Terlouw niet in enkele maanden moeten worden gevoerd, maar had het vijftien jaar geleden moeten worden opgepakt toen genetische modificatie voor het eerst tot de mogelijkheden ging behoren.

Teelt
De Commissie-Terlouw meent dat de teelt van genetisch veranderde gewassen in Nederland in veel gevallen niet wenselijk zal zijn omdat niet kan worden voldaan aan de voorwaarden dat een ggo-vrije teelt mogelijk moet blijven en dat de ggo-teelt de wilde flora en fauna niet mag beïnvloeden. In kleinschalige veldproeven moet wel kunnen worden getest op mogelijke ecologische effecten van ggo-gewassen. Het genetisch modificeren van dieren voor voedselproductie moet niet worden toegestaan indien er alternatieven beschikbaar zijn.

Voedselautoriteit
Minister Brinkhorst zei dat het maatschappelijk debat de hele gentech-discussie in elk geval op een hoger niveau heeft getild, en dat heel veel burgers hierdoor beter op de hoogte zijn dan voorheen. Hij beloofde Terlouw en de vele andere bij de uitreiking aanwezigen dat de door de Commissie gewenste onafhankelijke voedselcontrole-instanties er komen.
,,Er komt een Europese Voedselautoriteit en een Nederlandse Voedselautoriteit en die zullen volledig onafhankelijk hun werk uitvoeren. Hij voegde hieraan toe dat Nederland het zich niet kan veroorloven als een eiland in de wereld te staan: ook als de hele Nederlandse samenleving nee zou zeggen tegen de verdere ontwikkeling van moderne biotechnologie, zijn deze ontwikkelingen wereldwijd niet te stoppen.

Informatie
Nadere informatie over het debat Eten en Genen wordt verstrekt door Claudia Oomen, tel. 070-3195164, e-mail oomen@mvo.agro.nl.

Rapport
Het volledige rapport van de Commissie-Terlouw kunt u vanaf morgen vinden op de website van de Projectgroep Biotechnologie Productschappen, www.projectgroepbiotechnologie.nl.

up