Programmabureau CIC


23 projecten ingediend in tweede CIC-tender

Doorbraakprojecten
Eerste tender
Subsidie-instrumentarium
Uitdaging

Mel McGillivray, hoofd Programmabureau CIC (Concurreren met ICT Competenties) van Senter, had 17 december een spannende dag. Die dag sloot de tweede tender waarbij bedrijven subsidie konden aanvragen voor ICT doorbraakprojecten. Vijfennegentig procent van de voorstellen komt altijd op de laatste dag binnen en een groot gedeelte daarvan zelfs nog na werktijd, aldus McGillivray. Ook deze keer bleken de inzenders het vertrouwde patroon te volgen, uiteindelijk waren er om middernacht in totaal 23 voorstellen binnen.

Doorbraakprojecten
Het ondersteunen van ICT-doorbraakprojecten is één van de bijdragen die Senter levert aan het Actieplan CIC. De projecten moeten baanbrekend innovatief zijn en, zoals McGillivray dat noemt, een next generation scenario hebben. Goede projecten sluiten aan bij de lange-termijn strategie van de samenwerkende bedrijven en kunnen belangrijke veranderingen teweegbrengen in een economische sector. Zoals de invoering van een electronisch patientendossier in de zorgsector, waardoor de informatiesystemen van bijvoorbeeld ziekenhuizen, huisartsen en de thuiszorg aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Een goed project blijft bovendien niet steken in de productie van een rapport. Echte doorbraakprojecten gaan een stapje verder en worden demonstratieprojecten. Laat maar zien wat voor toepassing de vernieuwingen kunnen hebben. Een rapport leeft niet, we willen resultaten zien.

Eerste tender
In de eerste tender, die vorig jaar werd gehouden, dienden bedrijven en instellingen verzoeken in voor subsidie voor in totaal zon tien projecten. McGillivray vindt dat zeker niet weinig. We waren toen net met CIC begonnen, en bedrijven en instellingen hebben in de eerste plaats zon zes maanden nodig voordat ze weten wat ze willen en voordat ze de juiste partners hebben gevonden. Bovendien hebben we de lat hoog gelegd: de voorstellen moeten een duidelijke visie op de toekomst hebben, de gewenste innovatie moet méér zijn dan een kleine stap vooruit. Er moet perspectief zijn voor een economische ontwikkeling van tussen de vier en acht jaar.

De doorbraakprojecten worden gebundeld naar economische sectoren, zoals de zorg en de sector transport en distributie. Iedereen kan projecten indienen, zegt McGillivray, maar daarnaast steken we extra effort in sectoren die voor Nederland van groot economisch belang zijn en waar momentum is voor ICT-doorbraken. Bijvoorbeeld met 'brokerage evenementen' waarin we partijen met ideeën voor ICT doorbraken bij elkaar brengen. Een tweede belangrijke bijdrage aan het actieplan CIC

In 2002 worden er drie tenders gehouden, net als naar verwachting - in 2003 en 2004. De eerste tender sluit op 31 maart dit jaar, per tender is circa 5 miljoen Euro beschikbaar. Ik daag bedrijven en instellingen uit om met veel goede voorstellen te komen, zegt McGillivray.

Subsidie-instrumentarium
Naast de regeling technologische samenwerking/ICT-doorbraakprojecten verzorgt Senter ook de uitvoering van een breed subsidie-instrumentarium, waarbij bedrijven andersoortige voorstellen voor innovatieprojecten kunnen indienen. Bij het aanvragen van subsidie hoeven bedrijven en instellingen overigens niet zelf het wiel uit te vinden. Senter heeft tot taak om de aanvragers de weg te wijzen naar de juiste regeling.

Een andere bijdrage die Senter aan het Actieplan CIC levert is de organisatie van het nationale ICT kenniscongres, dat begin september 2002 voor de tweede keer gehouden zal worden. Op dit congres presenteren bedrijven en kennisinstellingen hun nieuwste kennis op het gebied van ICT. Het vorige congres, afgelopen september, was met zon 1500 deelnemers een doorslaand succes. De reacties waren zeer enthousiast. Veel bedrijven en kennisinstellingen hebben elkaar daar voor de eerste keer ontmoet. En bijna alle deelnemers merkten dat er in Nederland veel meer gebeurt op ICT-gebied dan ze zelf dachten.

Uitdaging
De grootste uitdaging voor het komende jaar is, wat McGillivray betreft, om bedrijven en kennisinstellingen nog meer te stimuleren om met interessante projectvoorstellen over de brug te komen. Er wordt in Nederland al een tijdje geroepen dat universiteiten meer marktgericht moeten werken. Daar zijn ze al hard mee bezig, maar dan mogen we ook verwachten dat het bedrijfsleven de hand naar ze uitsteekt en de eigen sterktes en zwaktes laat zien. Daar moeten zowel universiteiten als bedrijven nog verder aan werken.