Onbevoegde agenten moeten dienstpistool inleveren
Een persbericht bij het onderwerp Politie
10 januari 2002
Politieagenten die niet voldoen aan de toets schietvaardigheid
dienen het vuurwapen in te leveren. Dat zegt minister De Vries van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in reactie op een
onderzoeksrapportage van het Centrum voor Politiewetenschappen van
de VU. De bewindsman wijst in dat verband op de aangescherpte
Regeling toetsing geweldsbeheersing politie die met ingang van 1
januari 2002 van kracht is geworden.
In 1998 heeft de Inspectie voor de politie de toenmalige Regeling
training en toetsing vuurwapengebruik politie onderzocht en de
ministers van BZK en van Justitie aanbevelingen gedaan voor
verbetering. Deze aanbevelingen die verder zijn uitgewerkt door
vertegenwoordigers uit het politieveld en de beide
politieministeries, hebben geleid tot de aangescherpte regeling,
waarmee zowel de korpsen als de politievakorganisaties in oktober
2001 hebben ingestemd.
Gedurende de loopbaan leggen politieambtenaren die met
geweldsmiddelen zijn uitgerust meerdere toetsen af om te voldoen
aan de eis van geoefendheid. Aan de bestaande toets
schietvaardigheid zijn toegevoegd de nieuwe toetsen Aanhoudings-
en Zelfverdedigings-vaardigheden en de toets Geweldsbeheersing.
Voor het dragen van het vuurwapen dienen agenten te slagen voor al
deze toetsen.
Voor het jaar 2002 en 2003 stellen de regiokorpsen minimaal 32 uur
tijd voor training en toetsing ter beschikking om de medewerkers
te laten slagen voor de toetsen. De medewerkers die onder deze
regeling vallen zijn verplicht ook minimaal 32 uur hieraan deel te
nemen.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties