Verbond van verzekeraars
Opvanginstrument levensverzekeraars
Per 22 december 2001 is de Opvangregeling Leven in de Wet toezicht
verzekeringsbedrijf (WTV) opgenomen. Op 9 januari 2002 heeft het
Verbond daarop de Opvang I NV opgericht, een praktische uitwerking van
de tekst volgens de wet. Daarmee is de opvangregeling operationeel
geworden.
Al in 1996 werden de eerste contouren voor een Opvangregeling Leven
getrokken, in overleg tussen het Verbond en de Pensioen- &
Verzekeringskamer (PVK). Het ministerie van Financiën verwerkte de
contouren in een wetsvoorstel, dat in december 2000 door de Eerste
Kamer werd goedgekeurd. Begin 2001 werd dit wetsvoorstel in het
Staatsblad gepubliceerd. Toen werd echter besloten de inwerkingtreding
uit te stellen totdat de opvangregeling operationeel was.
Hoe werkt de opvangregeling?
Wanneer de solvabiliteitsmarge van een verzekeraar naar het oordeel
van de Pensioen- & Verzekeringskamer is gedaald of zal dalen tot
beneden het wettelijk vereiste minimum, moet er een saneringsplan of
een financieringsplan komen. Voordat de wetswijziging in werking trad,
gold dat als dat sanerings- of financieringsplan mislukte, de
vergunning van de verzekeraar werd ingetrokken. Daarnaast moest dan de
noodregeling worden toegepast. Een consequentie daarvan is dat de
activa van de verzekeraar moeten worden gewaardeerd op liquidatiebasis
in plaats van op basis van voortgezette bedrijfsvoering (wat hoger
is). Dat kon betekenen dat de rechten van de polishouders worden
gekort als de continuïteit van de bedrijfsvoering niet kan worden
gehandhaafd. De opvangregeling versterkt de benadering op basis van
voortgezette bedrijfsvoering en het preventief
toezichtinstrumentarium, zodat de kans dat tot een noodregeling moet
worden overgegaan (met alle nadelen voor de polishouders van dien)
wordt verkleind. De opvangregeling verlicht daardoor het dilemma van
de toezichthouder en dient tegelijkertijd het belang van de
polishouder.
Criteria
De opvangregeling treedt alleen in werking als andere
toezichtinstrumenten (aanwijzingen, stille curatele, etc.) geen of
onvoldoende effect hebben en als gevolg daarvan wordt gevreesd voor
een deconfiture, terwijl de portefeuille nog levensvatbaar is. Is de
portefeuille niet meer levensvatbaar, dan treedt alsnog de
noodregeling in werking.
Een van de maatregelen van de opvangregeling is een verplichte
herverzekering van (een deel van) de portefeuille. Deze maatregel komt
aan de orde als de verzekeraar levensvatbaar is én er voldoende
vertrouwen in het management bestaat. Een andere maatregel is de
verplichte overdracht van de portefeuille. Deze maatregel treedt in
werking als de portefeuille nog wel levensvatbaar is, maar er geen
voldoende vertrouwen in het management (meer) is.
De financiering van de opvangregeling wordt gedragen door de in
Nederland onder toezicht staande levensverzekeraars, door een omslag
van het door de Pensioen- & Verzekeringskamer vastgestelde benodigde
bedrag naar rato van het bruto premie-inkomen leven.
Bondig, januari 2002