Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Vaste Kamercommissie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
Viss 01/8985
datum
09-01-2002

onderwerp
Verslag van de Visserijraad van 17 en 18 december 2001 te Brussel doorkiesnummer

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Op 17 en 18 december is de Raad van visserijministers te Brussel bijeen geweest. De volgende onderwerpen zijn besproken.

datum
09-01-2002

kenmerk
Viss 01/8985

bijlage

1. Vaststelling toegestane vangsthoeveelheden (TACs) en quota voor het jaar 2002
De Raad heeft met een onthouding van Griekenland de toegestane vangsthoeveel-heden en quota voor het jaar 2002 vastgesteld; het betreft hier zowel de TACs voor de autonome als de met Noorwegen gedeelde bestanden. De Raad heeft daarbij rekening gehouden met de vangstadviezen van de internationale visserijbiologen, welke gebaseerd zijn op het voorzorgsbeginsel.
De Raad heeft ingestemd met de met Noorwegen overeengekomen vangsthoeveel-heden. Voor de Nederlandse visserij betekent dit een op hetzelfde niveau blijvend Noordzeeharingquotum van 48.855 ton, een stijging van het makreelquotum tot 33.937 ton (33.210 ton in 2001), een daling van het scholquotum tot 28.119 ton (29.440 ton in 2001), een kabeljauwquotum van 4787 ton (4660 ton in 2001) en een wijtingquotum van 2154 ton (1330 ton in 2001). Op mijn verzoek heeft de Raad besloten een verschuiving aan te brengen binnen de haring-TAC; in tegenstelling tot de afgelopen jaren mag van de totale Noordzeeharing-TAC een groter deel in het Kanaal worden gevangen. Kanaalharing heeft een andere kwaliteit en is mede daarom economisch interessanter.
De Raad heeft besloten tot een tong-TAC voor de Noordzee van 16.000 ton. Dit is hoger dan het Commissievoorstel van 14.300 ton. Dit betekent een Nederlands quotum voor 2001 van 12.038 ton (14.295 ton in 2001). Ik ben van mening dat hiermee een goed evenwicht is gevonden tussen het belang van een biologisch verantwoorde vangsthoeveelheid en de economische effecten die verbonden zijn aan de TAC-daling. Eveneens is voor dit bestand flexibiliteit toegekend; hierdoor mag in 2002 een deel van het onbenutte quotum tong overgeheveld worden naar het volgend jaar. Voor horsmakreel in de westelijke wateren heeft de Raad besloten tot een aanzienlijke reductie van de TAC tot 150.000 ton (240.000 ton in 2002). Het quotum voor Nederland bedraagt 49.479 ton (80.620 ton in 2002).
Ten aanzien van de blauwe-wijtingvisserij heb ik uitdrukkelijk gewezen op de noodzaak van een internationale verdeling binnen de NEAFC (North East Atlantic Fisheries Commission). De Raad heeft mede op mijn verzoek besloten tot een minder drastische daling van de blauwe-wijting-TAC. Voor Nederland betekent dit een quotum van 26.963 ton (48.850 ton in 2001). In februari 2002 zal er een ministeriële bijeen-komst plaatsvinden tussen de betrokken kuststaten teneinde een TAC en een verdeel-sleutel voor deze TAC vast te stellen.
De voorstellen van de Commissie voor die bestanden, die in combinatie met herstel-bestanden worden gevangen of die niet volledig benut worden, zijn gedeeltelijk door de Raad overgenomen. Dit betekent voor die bestanden een geringere TAC-reductie dan de voorgestelde generieke verlaging van 25% (geassocieerde bestanden) respectievelijk 20% (paper fish).
Hoewel niet geagendeerd heb ik de Commissie in bilateraal overleg gewezen op de problemen, die vanaf 1 januari 2003 kunnen ontstaan ten gevolge van de vrije toegang tot de Noordzee. De Commissie heb ik verzocht actief te zoeken naar oplossingen bij de herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid.
Ik heb mij gezamenlijk met Frankrijk, Duitsland, België en Denemarken verzet tegen het toekennen van de Haagse Preferenties. De Raad is uiteindelijk zeer terughoudend geweest met het toekennen van Haagse preferenties. Wel zijn in de Ierse Zee enkele Haagse Preferenties toegepast.
2. Voorstel tot vaststelling van maatregelen om met uitsterven bedreigde visbestanden te redden.
Commissaris Fischler heeft de al eerder aangekondigde meerjarige kabeljauw- en heek-herstelplannen gepresenteerd. De Raad heeft kennisgenomen van de presen-tatie en zal dit voorstel volgend jaar in behandeling nemen. Ik heb erop gewezen dat de belasting van de te nemen herstelmaatregelen proportioneel verdeeld dient te worden over de betrokken vloten. De grote onevenwichtigheid in de noodmaat-regelen, die eerder dit jaar zijn genomen en die de Nederlandse platvisvloot dis-proportioneel hebben getroffen, moet in de meerjarige herstelplannen worden voorkomen. De inzet van de Commissie om in herstelplannen naast TAC-reducties ook een rol toe te kennen aan het instrument van visserij-inspanning heb ik ondersteund. Daarbij heb ik gewezen op het voornemen van de Nederlandse vloot om begin volgend jaar een aantal weken vrijwillig aan de kant te gaan liggen. Ik heb benadrukt dat deze vrijwillige reductie in visserijdruk moet doorwerken in de berekeningen van de visserijdruk op basis van het onderhavige voorstel. Ook heb ik de inzet van FIOV-fondsen gericht op een meer selectieve visserij bepleit. Tenslotte heb ik erop gewezen dat in de toekomst in Raadskader besloten moet worden tot maatregelen en niet door middel van noodprocedures via de Commissie. 3. Voorstel tot vaststelling van vangstmogelijkheden voor bepaalde diepzeesoorten.
Commissaris Fischler heeft de Raad een voorstel gepresenteerd met TACs en quota voor de belangrijkste soorten diepzeevis. Daarbij gaf hij aan dat de toenemende visserij op deze bestanden bescherming nood-zakelijk maakt. Naast dit TAC en quotumvoorstel, dat op zich onvoldoende is, zal de Commissie begin 2002 een voorstel tot regulering van de visserij-inspanning presen-teren. Ook wees hij op het belang van internationale afspraken in NEAFC-kader. In mei 2002 wordt hieraan een speciale NEAFC-vergadering gewijd.
4. Voorstel wijziging Raadsbeschikking 97/413 inzake verlenging Meerjarig Oriëntatie Programma IV alsmede wijziging verordening 2792/1999 inzake het FIOV (COM(2001)588 def). De Raad heeft tegelijkertijd met de besluitvorming over de TACs en quota ingestemd met de verlenging voor één jaar van het MOP IV. Een aantal lidstaten waaronder met name Frankrijk en Spanje wensten in het overgangsjaar geen aangescherpte voor-waarden ten aanzien van steunverlening in het kader van het FIOV te accepteren. In het uiteindelijk bereikte compromis worden de bestaande FIOV-voorwaarden geconti-nueerd met dien verstande dat gedurende de eerste helft van 2002 de voorwaarden voor die segmenten, die niet aan de MOP-doelstellingen voldoen, worden aan-gescherpt. De Raad zal deze aanscherping vóór 30 juni 2002 opnieuw bezien. In een Raad- en Commissieverklaring is vastgelegd dat bij de herziening van het Gemeen-schappelijk Visserijbeleid er een vlootbeleid wordt nagestreefd dat uitgaat van een betere balans tussen visserij-inspanning en beschikbare visbestanden. Tevens is overeengekomen dat het betrokken besluit op geen enkele wijze vooruitloopt op de toekomstige besluitvorming in het kader van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid. In de discussie heb ik mijn bezwaren, zoals uiteengezet tijdens de Visserijraad van 27 november jl., tegen het ter tafel liggend voorstel herhaald. Omdat de besluit-vorming over dit agendapunt deel uitmaakte van een totaal akkoord (samen met het TAC- en quotavoorstel) heb ik niettemin mijn steun gegeven aan het politiek compromis. 5. Verslag van de bijeenkomst van directeuren Visserij in Oostende inzake mogelijk-heden tot voorkoming van discards. De Raad heeft kennisgenomen van het verslag. Het Voorzitterschap heeft erop aan-gedrongen de conclusies van deze bijeenkomst mee te nemen in de discussies over de herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid. Commissaris Fischler heeft meegedeeld dat de Commissie in 2002 een seminar over dit onderwerp zal organi-seren.
6. Diversen
De Italiaanse minister heeft aandacht gevraagd voor de problemen bij de implemen-tatie van het Raadsbesluit uit 1998 over het verbod van het gebruik van drijfnetten met ingang van 1 januari 2002. Hij heeft zich erover beklaagd dat vissers uit niet-EG-landen rond de Middellandse Zee een dergelijk verbod niet kennen. Op zijn verzoek heeft Commissaris Fischler toegezegd zich in internationaal kader in te zullen zetten dat drijfnetten overal worden verboden.

De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

G.H. Faber


---