http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=424859
Mongolië - 2001
Beschrijving van de situatie in Mongolië t.b.v. asielprocedures.
1 Inleiding
---
Dit ambtsbericht beschrijft de situatie in Mongolië en is opgesteld met het
oog op de beoordeling van asielverzoeken en de eventuele terugkeer van
afgewezen asielzoekers.
Dit ambtsbericht Mongolië is een actualisering van het ambtsbericht van 17
mei 2000 en beschrijft de ontwikkelingen die zich sindsdien voortdeden in
Mongolië. De verslagperiode van dit ambtsbericht loopt van mei 2000 tot en
met september 2001. Voor zover niet anders gemeld, is het gestelde in het
ambtsbericht van 17 mei 2000 nog van toepassing.
In hoofdstuk twee van dit rapport wordt ingegaan op de recente politieke
ontwikkelingen.
In hoofdstuk drie wordt aandacht besteed aan de politieke vrijheden in
Mongolië, het personenverkeer aan de grenzen, de situatie in gevangenissen,
de positie van etnische minderheden en buitenlanders, en de positie en
opvang van alleenstaande minderjarigen.
Hoofdstuk vier beschrijft de mogelijkheden voor terugkeer van
uitgeprocedeerde Mongoolse asielzoekers alsmede het beleid van de ons
omringende landen en het standpunt van de UNHCR. Een algehele samenvatting
volgt in hoofdstuk 5.
Bij de opstelling van dit rapport is gebruik gemaakt van openbare bronnen
zoals rapporten van Amnesty International, van de Verenigde Naties en van
enkele Mongoolse niet-gouvernementele organisaties (NGO's). Daarnaast is
gebruik gemaakt van vertrouwelijke rapportages, waaronder die van de
Nederlandse ambassade te Peking. Aan de informatie in dit rapport ligt mede
ten grondslag een bezoek aan de Mongoolse hoofdstad Ulaanbaatar in de
periode 10 september - 18 september 2001, waarbij gesprekken gevoerd werden
met vertegenwoordigers van internationale organisaties, westerse ambassades,
en Mongoolse autoriteiten. Voor de lijst van openbare bronnen zij verwezen
naar bijlage I.
2 Landeninformatie
---
2.1 Basisgegevens
---
Voor informatie omtrent de bevolkingsgroepen , staatsinrichting, talen,
dialecten en de geschiedenis van Mongolië tot en met april 2000, wordt
verwezen naar het ambtsbericht van 17 mei 2000.
2.2 Algemene situatie
---
Mongolië bevindt zich in een overgangsfase van een centraal geleide
communistische staat naar een democratie met een meer westers georiënteerd
economisch model. De constitutionele crisis waarmee Mongolië te maken heeft
gehad gedurende de verslagperiode (zie onder) toont eens te meer aan dat men
nog in een overgangsperiode zit en dat de democratische kaders nog in
ontwikkeling zijn.
Het jaar 2000 werd politiek gezien gekenmerkt door een politieke strijd over
de grondwetswijziging van 24 december 1999 en de parlementsverkiezingen van
2 juli 2000. De strijd om de grondwetswijziging lijkt voort te komen uit het
feit dat Mongolië een jonge democratie is waarin het ontbreekt aan vaste
kaders en procedures om dergelijke strijdpunten op te lossen.
Grondwetswijziging
Op 24 december 1999 nam het parlement een grondwetswijziging aan die beoogde
de procedure voor de benoeming van de nieuwe premier van Mongolië te
verbeteren. Deze grondwetswijziging bestond uit de volgende amendementen
op de Grondwet:
- een kandidaat voor het premierschap moet worden voorgelegd aan de
president
binnen vijf dagen na het vertrek van de vorige premier;
- het parlement moet ontbonden worden als er binnen 45 dagen geen nieuwe
premier kan worden benoemd;
- indien de premier en de president niet tot overeenstemming kunnen komen
over
de samenstelling van de regering, kan de premier zich direct wenden tot de
Grote Staats Hural (het Mongoolse parlement, zie het ambtsbericht van 17 mei
2000, p.8.);
- parlementsleden kunnen ook optreden als minister.
Op 15 maart 2000 oordeelde het Constitutionele Hof van Mongolië dat de
amendementen in strijd waren met zowel de letter als de geest van de
Grondwet. Daarbij werd aan de Grote Staats Hural de verplichting opgelegd
binnen zes weken op dit vonnis te reageren. Bij de opening van het nieuwe
parlement op 19 juli 2000 was deze constitutionele crisis nog niet opgelost.
Op 29 november 2000 verwierp het Constitutionele Hof wederom de
grondwetswijziging. Het struikelblok was het amendement dat het voor
parlementsleden mogelijk maakte zitting te nemen in een kabinet. De
achterliggende vraag was echter of de Grote Staats Hural het recht heeft
grondwetswijzingen door te voeren en zo ja, wat hiervoor de procedure dient
te zijn. Op 1 december 2000 werden de voorstellen voor wijziging wederom in
het parlement ingediend. Deze voorstellen werden op 14 december 2000
aangenomen. Op 18 december 2000 sprak president Bagabandi van Mongolië een
veto uit over de voorstellen, maar dit veto werd terzijde geschoven door de
hiervoor vereiste tweederde meerderheid van het parlement. Op 29 mei 2001
maakte president Bagabandi een einde aan de discussie door zijn goedkeuring
te verlenen aan de wetsvoorstellen. Tevens stelde hij een werkgroep in die
zich dient te buigen over de implementatie van de voorstellen.
Parlementsverkiezingen
In januari 2000 verlieten drie parlementsleden van de Mongolian National
Democratic Party (MNDP) deze partij om een eigen partij op te richten,
genaamd Mongolian Democratic Party (MDP). In maart 2000 verlieten nog eens
vijf leden de MNDP, om eveneens een andere partij op te richten, genaamd
Irgenii Zorig ofwel de Civil Courage Party (CCP). De partijleider van de CCP
werd mevrouw dr. Oyuan, zus van de vermoorde politicus Sanjaasürengiin
Zorig. Deze partij stelt zich tot doel corruptie te bestrijden en een
transparant bestuur in Mongolië te creëren. Het aantal politieke partijen
steeg in aanloop van de verkiezingen van zeventien naar vierentwintig.
De laatste zitting van de Grote Staats Hural loopt vanaf 5 april 2000.
Op 2 juli 2000 vonden parlementsverkiezingen plaats in Mongolië. Aan de
verkiezingen werd deelgenomen door twintig partijen waarvan er negen
deelnamen in verscheidene coalities, met in totaal 603 kandidaten. De
opkomst bij de verkiezingen was 82% van het aantal stemgerechtigden. Bij de
verkiezingen behaalde de voormalige communistische partij Mongolian People's
Revolutionary Party (MPRP) een klinkende overwinning door 72 van de 76
beschikbare zetels in het parlement te winnen. De andere zetels werden
gewonnen door de MNDP, de CCP, de Motherland-Mongolian Democratic New
Socialist Party(MNDSP) en de onafhankelijke deelnemer, L. Gundalai.In
Mongolië wordt gestemd volgens een districtenstelsel en in de meeste
districten won de MPRP met slechts een zeer kleine meerderheid van de
stemmen.
In de aanloop naar de verkiezingen zijn enkele incidenten voorgevallen die
niet in overeenstemming waren met de kieswet, maar de verkiezingscommissie
dreigde slechts in enkele gevallen met een onderzoek, maar heeft dit
uiteindelijk niet uitgevoerd. Het ging hierbij hoofdzakelijk om
administratieve zaken. Buitenlandse waarnemers oordeelden dat de
verkiezingen in het algemeen eerlijk waren verlopen.
Bijeenkomst nieuwe parlement
Op 19 juli 2000 kwam het nieuwe parlement voor het eerst bijeen. Doordat er
nog geen overeenstemming was bereikt over de amendementen op de Grondwet
(zie p.4+5), en het dus niet duidelijk was welke procedure gevolgd diende te
worden bij het aanwijzen van de nieuwe premier, was het voor de MPRP niet
mogelijk per direct een premier aan te wijzen. President Bagabandi bepaalde
vervolgens dat er geen nieuwe regering gevormd kon worden zonder dat er in
ieder geval pogingen waren gedaan om de constitutionele crisis op te lossen.
Als tussenoplossing bepaalde president Bagabandi dat de constitutionele
wijzigingen geldig waren totdat of tenzij het Constitutionele Hof deze
wederom zou verwerpen. Door deze oplossing kon de leider van de MPRP,
Nambaryn Enkhbayar, op 26 juli 2000 worden benoemd als premier.
Deze tussenoplossing stuitte op kritiek van oppositiepartijen, die Bagabandi
verweten dat deze oplossing slechts in het voordeel van de MPRP zou werken.
Ook de voorzitter van het Constitutionele Hof uitte kritiek. Hij stelde dat
er door de autoriteiten nimmer formeel was gereageerd op het vonnis van 15
maart 2000 en dat deze tussenoplossing maakte dat de macht van het
Constitutionele Hof ingeperkt zou worden.
Maatregelen van de nieuwe regering
In augustus 2000 werd het aantal ministeries uitgebreid van negen naar elf.
Mongolië beschikt nu over de volgende ministeries: - Defensie, - Educatie,
Cultuur en Wetenschap, - Milieu, - Financiën en Economie, - Voedsel en
Landbouw, - Buitenlandse Zaken, - Industrie en Handel, - Gezondheidszorg, -
Infrastructuur, - Justitie en Binnenlandse Zaken, - Sociale Zaken en
Arbeidsomstandigheden. In september 2000 werd aangevangen met een grondige
doorlichting van overheidsinstellingen waarbij veel ambtenaren die geen lid
waren van de MPRP werden vervangen door leden van deze partij. Volgens
schattingen zouden hierbij ongeveer 3000 ambtenaren zijn vervangen.
Lokale verkiezingen op 1 oktober 2000
Op 1 oktober 2000 werden gemeenteraadsverkiezingen gehouden. Zes
oppositiepartijen, te weten de MNDP, de Mongolian Socialist Democratic Party
(MSDP), de CCP, de MNDSP, Mongolian United Traditional Party (MUTP) en de
Mongolian Green Party(MGP) voerden gezamenlijk campagne tegen de MPRP.
Ondanks deze samenwerking won de MPRP tijdens de verkiezingen 552 van de
beschikbare 695 zetels. In Ulaanbataar won de MPRP 39 van de beschikbare 40
zetels.
Oprichting van de Democratic Party
Op 6 december 2000 vormden vijf politieke partijen samen de nieuwe partij
Democratic Party (DP). Deze vijf partijen waren de MNDP, de MSDP, de MDP, de
Mongolian Renaissance Party (MRP) en de Mongolian Religious Democratic Party
(MRDP).
Presidentsverkiezingen op 20 mei 2001
Op 20 mei 2001 werden presidentsverkiezingen gehouden in Mongolië. De
zittende president Natsagiin Bagabandi van de regerende MPRP-partij werd
herkozen met 57.95% van de stemmen. De twee andere kandidaten waren
Radnaasümbereliin Gonchigdorj voor de DP en Luvsandambyn Dashnyam voor de
CCP.
Zowel de binnenlandse als de buitenlandse veiligheidssituatie in Mongolië is
niet veranderd ten opzichte van de situatie zoals beschreven in het
ambtsbericht van 17 mei 2000.
Binnenlandse veiligheidssituatie
In Mongolië hebben zich gedurende de verslagperiode geen conflicten of
confrontaties voorgedaan die resulteerden in een verslechterde binnenlandse
veiligheidssituatie. De criminaliteit in met name de grote steden is de
laatste jaren als gevolg van de grotere armoede, toegenomen. In zijn
algemeenheid kan Mongolië echter als een veilig land worden beschouwd.
Betrekkingen met Rusland en China
Mongolië leeft in harmonie met de twee buurlanden Rusland en China. Op
12 september 2000 bezocht het hoofd van de Russische veiligheidsraad, Sergei
Ivanov, Mongolië, waarbij gesprekken werden gevoerd over internationale
veiligheidsaangelegenheden en bilaterale samenwerking tussen Rusland en
Mongolië. Op 14 november 2000 bezocht de Russische president, Vladimir
Putin, Mongolië. Tijdens het bezoek werd de Ulaanbataar-verklaring getekend
waarin onder meer het Mongools-Russische vriendschapsverdrag uit 1993
herbevestigd werd.
De Chinese minister van Defensie, Chi Haotian, bezocht eind januari 2000
Mongolië. In een gezamenlijke verklaring met zijn Mongoolse collega
Sharavdorjiin Tüvdendorj werd uitgesproken dat er geen grensproblemen waren
tussen Mongolië en China. Tevens verklaarde Chi dat China de soevereiniteit
en de onafhankelijkheid van Mongolië alsmede de non-nucleaire status
ondersteunde.
In juni 2001 bracht de nieuwe Mongoolse minister van Defensie,
Jügderdemidiin Gürragchaa, een tegenbezoek aan Beijing. Tijdens dit bezoek
werden onder meer gesprekken gevoerd over de grensbewaking tussen de twee
landen bij de belangrijkste grensovergang Zamyn Üüd. De Chinese minister
van Buitenlandse Zaken, Tang Jiaxuan, bracht van 3 tot en met 5 juli 2001
een bezoek aan Mongolië, waarbij de goede betrekkingen tussen Mongolië en
China nogmaals werden onderstreept.
Defensiemacht
Het leger staat onder burgercontrole, ofschoon de minister van Defensie,
Jügderdemidiin Gürragchaa, een voormalige generaal is. Na 1994 is de
sterkte van de strijdkrachten geleidelijk teruggebracht, daartoe gedwongen
door afnemende overheidsinkomsten. Het landleger telt 8.000 man (waaronder
5.300 dienstplichtigen), en de luchtmacht 800 man. De strijdkrachten
kunnen voorts worden aangevuld met diverse paramilitaire strijdkrachten,
waaronder milities (binnenlandse veiligheidstroepen en grenswachten vallend
onder verantwoording van het ministerie van Justitie en Binnenlandse Zaken,
voorheen Openbare Veiligheid) en genietroepen. De paramilitaire
eenheden bestaan uit 6.000 man grenstroepen (w.o. 4.700 dienstplichtigen),
1200 man binnenlandse veiligheidstroepen (waaronder 800 dienstplichtigen),
500 man burgerlijke beschermingseenheden, en 500 man genie. Mongolië is de
laatste jaren militaire banden aangegaan met diverse andere landen waaronder
China, Rusland, de Verenigde Staten, India, Korea, Duitsland en de NAVO.
Inlichtingen- en veiligheidsdiensten
De staatsveiligheidsdienst van Mongolië heette aanvankelijk Mongolian
Central Intelligence Agency (Dotoodyg Hamgaalah Tamgiin Gazar), werd daarna
omgedoopt in National Security Protection Agency en heet tegenwoordig
General Intelligence Agency (GIA). De staatsveiligheidsdienst is
verantwoordelijk voor de interne veiligheid van Mongolië. Het hoofd van GIA
heeft een ministeriële status en rapporteert direct aan de premier. Een
parlementaire commissie houdt toezicht op het leger, de politie en de
GIA.
Mongolië is met een BNP van Euro 340 per hoofd van de bevolking een "low
income country". De belangrijkste inkomstenbronnen vormen mijnbouw (koper,
fluorspar, uranium, goud en steenkolen) en veeteelt (runderen, paarden,
geiten, schapen, kamelen) met als belangrijkste exportproduct kashmir-wol
Mongolië bevindt zich in een overgangsfase van een door de overheid gestuurde economie naar een meer westers gericht economisch model. Het aan de regering deelnemen van de democratische partijen in 1996 was aanleiding tot een nieuw economisch beleid. In 1997 werd een grootschalig privatiseringsprogramma ingezet. Daarmee werd gehoopt buitenlandse investeringen aan te trekken. Veel geprivatiseerde bedrijven gingen evenwel nadien door mismanagement bankroet, waardoor de werkloosheid toenam. In mei 2001 werd besloten de luchtvaartmaat-schappij MIAT te privatiseren.
Als gevolg van de toenemende armoede leeft in de hoofdstad Ulaanbaatar en
andere steden in Mongolië een groeiend aantal straatkinderen. Deze proberen
met handel, schoenpoetsen en bedelarij nog wat inkomen te verzamelen.
Doorgaans hebben deze straatkinderen geen onderdak. In de winter leeft een
aantal van hen ondergronds in het riolenstelsel. Volgens schattingen zouden
er 3.000 straatkinderen zijn, waarvan er tenminste 300 in de riolen
leven.
Extreme winters
Door de droge zomers van 1999 en 2000 en de harde winters (de zgn. Zud) van
1999/2000 en 2000/2001, met extreme koude met temperaturen van soms 45
graden onder nul, ontstond er grote veesterfte in de westerse en zuidelijke
provincies (met name getroffen zijn Dundgobi, Övörchangai, Zavchan, Uvs, en
Bayanchongor). Veel dieren waren verzwakt door het gebrek aan voeding
dat was ontstaan door de droge zomers van vorige jaren, zodat zij de extreme
koude niet overleefden. Omdat de lokale herdersbevolking sterk van het vee
afhankelijk is voor voedsel, verwarming, inkomsten en vervoer, is een
noodsituatie ontstaan. Veel herders trokken naar de grote steden zoals
Ulaanbataar.
Meerdere westerse landen verleenden noodhulp, waaronder Finland, Noorwegen,
het Verenigd Koninkrijk en Japan. Nederland verleende in maart 2000 noodhulp
via het Mongoolse Rode Kruis. Bij een bijeenkomst van donorlanden in
Parijs op 15 en 16 mei 2001, werd $330 miljoen beschikbaar gesteld voor
2002. Eenderde van het totale BNP van Mongolië is afkomstig uit
ontwikkelingshulpgelden.
Plan van Enkhbayer
De harde winters brachten de nieuwe premier Enkhbayar ertoe een plan te
presenteren dat onder meer ziet op afschaffing van het traditionele
nomadenbestaan van veel Mongoliërs. Doel is dat over een periode van
ongeveer dertig jaar 90% van de Mongoolse bevolking in verstedelijkte
gebieden woont. Hiertoe moeten onder meer een aantal nieuwe steden door het
land worden opgebouwd en wordt een snelweg van 2400 kilometer van oost naar
west aangelegd. Met deze infrastructuurprojecten moet tevens de
werkgelegenheid worden opgekrikt.
2.3 Samenvatting
---
Mongolië bevindt zich in een overgangsfase van een centraal geleide
communistische staat naar een democratie met een meer westers georiënteerd
economisch model. De constitutionele crisis waarmee Mongolië te maken heeft
gehad gedurende de verslagperiode toont eens te meer aan dat men nog in een
overgangsperiode zit en dat de democratische kaders nog niet geheel
uitgekristalliseerd zijn.
Op 2 juli 2000 vonden parlementsverkiezingen plaats in Mongolië. Bij de
verkiezingen behaalde de Mongolian People's Revolutionary Party (MPRP) een
klinkende overwinning door 72 van de 76 beschikbare zetels in het parlement
te winnen. Op 20 mei 2001 werden presidentsverkiezingen gehouden in
Mongolië. De zittende president Natsagiin Bagabandi van de regerende
MPRP-partij werd herkozen met 57.95% van de stemmen.
De veiligheidssituatie in Mongolië is niet veranderd ten opzichte van de situatie zoals beschreven in het ambtsbericht van 17 mei 2000. Mongolië leeft in harmonie met de twee buurlanden Rusland en China.
De economische situatie is moeilijk. Door de twee extreem koude winters van 1999/2000 en 2000/2001 is er grote armoede ontstaan onder met name de nomadenbevolking. Bij een bijeenkomst van donorlanden in Parijs op 15 en 16 mei 2001, werd $330 miljoen beschikbaar gesteld voor 2002.
3 Mensenrechten
---
3.1 Waarborgen
---
In november 2000 ratificeerde de Grote Staats Hural de Internationale
Conventie
tegen Marteling en Onmenselijke Behandeling (Convention against Torture,
CAT) . Zie bijlage III voor overige verdragen waarbij Mongolië partij is.
Grondwet
Na de democratische omwenteling van 1990, werd op 13 januari 1992 een nieuwe
grondwet aangenomen. Hoofdstuk 2 van de grondwet, (artikelen 14 t/m 19)
heeft betrekking op de mensenrechten.
Familierecht
Huwelijken tussen Mongoliërs en etnische Chinezen zijn niet verboden, noch
worden er andere beperkingen opgelegd aan het huwelijk. In verband met de
bepaling in de Immigratiewet van 1993 die stelt dat andere nationaliteiten
niet meer dan 0,33% per nationaliteit van de Mongoolse bevolking mogen
uitmaken (zie ook p.15, immigratiewetgeving), gaan veel etnische Chinezen
een huwelijk aan met een Mongoliër of Mongolische om de Mongoolse
nationaliteit en daarmee een permanente verblijfstatus te verwerven.
Nationaliteitswetgeving
Volgens de Nationaliteitswet van juni 1995 ontvangen kinderen geboren uit
een gemengd huwelijk de Mongoolse nationaliteit indien het kind op het
grondgebied van Mongolië geboren wordt. Als het kind uit een gemengd
huwelijk buiten Mongolië geboren werd, krijgt het bij het bereiken van de
leeftijd van 16 jaar het recht voor de Mongoolse nationaliteit te
kiezen.
3.2 Toezicht
---
Mensenrechtencommissie
Begin december 2000 keurde de Grote Staats Hural de wet goed waarmee een
nationale onafhankelijke mensenrechtencommissie (Human Rights Commission,
HRC) in het leven geroepen werd. De mensenrechtencommissie wordt
gesubsidieerd door de staat en bestaat uit drie leden die worden benoemd
voor een periode van zes jaar. Naast deze drie leden bezit de commissie zes
ondersteunende krachten. Taak van de mensenrechtencommissie is klachten
te onderzoeken van Mongoolse burgers en buitenlanders alsmede er op toe te
zien dat de mensenrechten in Mongolië worden gerespecteerd. In
september 2001 had de HRC ongeveer 100 klachten ontvangen. Het merendeel van
de klachten had betrekking op sociaal-economische omstandigheden zoals het
niet uitbetaald krijgen van salaris, arbeidsomstandig-heden en al dan niet
terecht ontslag. Vertegenwoordigers van de HRC verklaarden dat zij op dat
moment nog te weinig mankracht hadden om onderzoek te doen maar dat zij wel
in enkele gevallen contact hadden opgenomen met het bedrijf dat betrokken
was bij de klacht. Van klachten op basis van schending van politieke rechten
was geen sprake.
Mensenrechten NGO's
Het Centre for Human Rights and Development brengt jaarlijks een zogenaamd
National Human Rights Record uit, waarin wordt ingegaan op de
mensenrechtensituatie in Mongolië. Ook Amnesty International is actief in
Mongolië en richt zich met name op het geven van mensenrechtentrainingen aan
politie en gevangenispersoneel.
Nationale Mensenrechtenconferentie
In augustus 2000 bezocht Mary Robinson, Hoge Commissaris voor de
Mensenrechten van de Verenigde Naties, Mongolië. Op 9 en 10 december 2000
werd een Nationale Mensenrechtenconferentie gehouden in Ulaanbataar. Aan het
einde van de conferentie werd een nationaal actieprogramma mensenrechten
gelanceerd, waarin onder meer melding wordt gemaakt van een National Human
Rights Action Plan, National Action Plan for the Advancement of Women,
National Child Development Programme en Action Programm of the Government of
Mongolia .
3.3 Naleving en schendingen
---
De grondwet garandeert vrijheid van meningsuiting en pers (artikel 16, lid
16) en in de praktijk wordt dit ook gerespecteerd. Zowel
regeringsnieuwsbladen als private kranten publiceren nieuws over
regeringszaken en de standpunten van de oppositie. De nieuwe regering heeft
alle media onderzocht op het naleven van de anti-pornografie-,
anti-gewelds-, anti-alcohol- en de belastingwetten. Als gevolg van dit
onderzoek zijn twee kranten gesloten, hetgeen tot veel kritiek in de andere
media leidde. Enkele bronnen in Mongolië maakten er melding van dat sommige
journalisten zichzelf een vorm van zelfcensuur opleggen door, gelet op de
grote meerderheid van de MPRP in het parlement, niet te kritisch over het
regeringsbeleid te schrijven.
In december 2000 vierden de Union of Mongolian Journalists en de Association
of free Mongolian Democratic Journalists het tienjarig bestaan van de
persvrijheid in Mongolië. In juni 2001 begon het eerste Mongoolse
Internet Radiostation, genaamd INFONET, met uitzenden. INFONET brengt
Mongools nieuws en muziek, waardoor Mongolen die in het buitenland
woonachtig zijn, op de hoogte kunnen blijven van hetgeen zich in hun land
afspeelt.
Mongolië is sinds 1990 een pluralistische democratie. Politieke partijen
kunnen zich sindsdien vrij ontwikkelen en activiteiten bedrijven. De
grondwet garandeert in artikel 16 lid 10 de vrije vorming van politieke
partijen of andere vrijwillige organisaties op basis van sociale en
persoonlijke belangen en opvattingen.
Het deelnemen aan demonstraties is niet strafbaar, noch zijn er aanwijzingen
dat deelnemers zouden worden lastig gevallen, bedreigd of vervolgd.
Politieke partijen en demonstranten dienen uiteraard wel de openbare orde en
veiligheid te respecteren en zich aan de wet te houden. Er bestaan geen
aanwijzingen voor vervolging om politieke redenen door de overheid of
derden. Er zijn evenmin berichten over politieke gevangenen.
Nationale en internationale organisaties
Onder het autoritaire bewind dat tot 1990 Mongolië regeerde, werden
beperkingen opgelegd aan het formeren van belangengroeperingen door
individuele burgers. Het ontbreekt de bevolking hierdoor aan praktische
ervaring in het opzetten van dergelijke belangengroeperingen. Sinds de
transitie in 1990 worden geen belemmeringen opgelegd aan het werk van
mensenrechtengroeperingen, maatschappelijke organisaties, vakbonden en
andere NGO's. UNICEF, UNDP, UNHCR en de Wereldbank zijn allen actief in
Mongolië evenals Amnesty International en The Mongolian Foundation for Open
Society (SOROS-foundation).NGO's worden geregistreerd bij het ministerie van
Justitie. In 2000 zouden er 1560 NGO's zijn geregistreerd, waaronder de
Mongolian Gay and Lesbian Society.
Een aantal mensenrechtengroeperingen waaronder het Mongolian Child Rights
Centre, het National Child Rights Centre en circa dertig NGO's die zich
specifiek met de positie van vrouwen en kinderen bezighouden zoals
Worldvision en Save the Children, opereert in Mongolië zonder verdere
beperkingen vanuit de overheid. Enkele lokale NGO's die zich
bezighouden met mensenrechten zijn het Human Rights and Development Centre
en het Mongolian Human Rights Center. Vertegenwoordigers van deze
organisaties verklaarden op geen enkele wijze door de autoriteiten te worden
belemmerd in hun werkzaamheden.
Vakbonden
De meeste vakbondsleden zijn verbonden aan de Mongolian Trade Unions
Confederation of lid van de Association of Free Trade Unions. Voor zover
bekend worden aan vakbonden en vakbondsleden geen belemmeringen opgelegd bij
de uitvoering van hun werkzaamheden.
De vrijheid van godsdienst en geweten is vastgelegd in artikel 16 lid 15 van
de grondwet en wordt in de praktijk gerespecteerd. Religieuze groepen
dienen zich bij het ministerie van Justitie te laten registreren. Deze
registratieprocedure kan enige tijd in beslag nemen vanwege de
bureaucratische wijze waarop de overheid optreedt of door belemmeringen op
lokaal niveau, zoals bijvoorbeeld de onwil van een ambtenaar of vanwege
corruptie. Er zijn geen religieuze groepen bekend waarvan de
registratie is geweigerd. De grondwet brengt een expliciete scheiding aan
tussen kerk en staat. Geloofsverbreiding is geoorloofd voor geregistreerde
kerken, maar de wet verbiedt dat er bij bekering druk, financiële prikkels
of misleidende methoden worden toegepast.
Boeddhisten
Na 1990 is het Boeddhisme sterk opgebloeid en is dit het overheersende
geloof geworden. De boeddhistische kerk rekent de meerderheid van de
bevolking (92%) tot dit geloof, maar de meeste Mongoliërs zijn niet
praktiserend gelovig. Binnen het Boeddhisme bestaan verschillende scholen
die van mening verschillen over de wijze waarop het Boeddhisme uitgedragen
moet worden, maar de rivaliteit tussen deze scholen heeft geen beperkingen
gecreëerd voor de religieuze vrijheid in Mongolië. In augustus 2001 bezocht
de Tibetaanse leider Dalaï Lama, Mongolië.
Gedurende de verslagperiode waren er geen meldingen van religieus geweld,
noch spelen er andere religieuze conflicten tussen de verschillende
geloofsgemeen-schappen.
In de grondwet van 1992 (zie artikel 16 lid 18) is de vrijheid van de
Mongoolse burgers vastgelegd om zich binnen het land te verplaatsen, er te
wonen, naar het buitenland te reizen en naar Mongolië terug te keren.
Verblijf in Mongolië van buitenlanders van korter dan dertig dagen behoeft niet geregistreerd te worden. Indien langer verblijf beoogd wordt, dient men zich binnen tien dagen te melden bij de politie. Men ontvangt dan een tijdelijke verblijfsvergunning in de vorm van een groene kaart (green card). Deze is maximaal negentig dagen (drie maanden) geldig.
Immigratiewetgeving
In de Immigratiewet van 1993 wordt voor immigranten een maximum gesteld van
1%, van de totale bevolking en voor iedere afzonderlijke nationaliteit een
maximum van 0,33%. Deze bepaling beoogt te voorkomen dat het land
overspoeld wordt door andere nationaliteiten, maar tot op heden hebben deze
bepalingen er niet toe geleid dat specifieke nationaliteiten onder
verwijzing hiernaar een verblijf in Mongolië wordt ontzegd.
Visumplicht
Voor een reis naar de Russische Federatie vanuit Mongolië is sinds 1995 een
inreisvisum nodig. Dit werd ingesteld om te kunnen optreden tegen illegale
handel. Het reizen naar China is visumvrij.
Grenscontroles
De grens met China is over het algemeen goed bewaakt, hoewel door de
langgerektheid van die grens en de ruwheid van het terrein (Gobi-woestijn)
illegaal reisverkeer veel voorkomt. In verband met veel voorkomende
veediefstallen in het noorden van Mongolië zijn de controles aan de
noordgrenzen verscherpt, maar in de praktijk is er nog steeds betrekkelijk
weinig controle. Dit komt mede doordat faciliteiten voor de controle (zoals
vliegvelden en helikopters) niet of onvoldoende aanwezig zijn (zie ook p.7
en 8: betrekkingen met Rusland en China). In verband met illegaal
grensverkeer en smokkel kwam in november 1999 een overeenkomst met Chinese
grenstroepen tot stand, gericht op betere samenwerking. Een soortgelijke
overeenkomst werd in 1998 afgesloten met Rusland.
Voorlopige hechtenis
In Mongolië bestaan twee soorten voorlopige hechtenis: administratief en
strafrechtelijk. Wanneer een overtreding wordt vastgesteld, kan de politie
kiezen tussen administratieve vervolging en strafrechtelijke vervolging.
De administratieve voorlopige hechtenis is bedoeld voor kleinere vergrijpen
op grond van de Law on Administrative Responsibilities uit 1992 en een
aantal andere wetten.
Strafrechtelijke voorlopige hechtenis vindt plaats op grond van vergrijpen
beschreven in het Wetboek van Strafrecht (Criminal Code of Mongolia,
CCM). De periode van voorlopige hechtenis kan in Mongolië oplopen tot
drie jaar, en dit wordt door zowel de Mongoolse autoriteiten als door de in
Mongolië aanwezige mensenrechten-NGO's als te lang beschouwd. Volgens de
mensenrechtencommissie zouden zich in september 2001 in Ulaanbataar ongeveer
600 personen langer dan zes maanden in voorlopige hechtenis bevinden. Er
zijn geen aanwijzingen dat de situatie voor mensen die zich in voorlopige
hechtenis bevinden verslechtert naarmate zij langer in detentie zitten. Op
dit moment is een wetswijziging in de maak die er toe moet leiden dat de
periode van voorlopige detentie wordt teruggebracht tot maximaal twee jaar.
Eerlijk proces
Rechtszittingen zijn ingevolge artikel 19 van de Criminal Procedure Code
(CPC) openbaar, behalve waar openbaarheid zich zou verzetten tegen de
belangen van de staat in zaken betreffende staatsgeheimen, of de belangen
van een individu (bijvoorbeeld bij verkrachting van een minderjarige).
De rechtsgang is naar de letter eerlijk en met voldoende waarborgen omkleed
en in de praktijk blijkt dit ook in de regel het geval te zijn. Tegen een
beslissing van de rechtbank kan in beroep worden gegaan bij een hogere
instantie. In de praktijk kan een eerlijke rechtsgang gefrustreerd worden
door corruptie (zie ook paragraaf 3.3.7). Er is geen sprake van dat bepaalde
groeperingen onevenredig zwaar gestraft worden of dat bepaalde etnische
groeperingen meer dan andere te maken krijgen met corruptie.
Een missie van de mensenrechtencommissie van de Interparlementaire Unie (de
wereldorganisatie van parlementen) voert momenteel een onderzoek uit naar de
moord op de voormalige minister voor Transport (tegenwoordig Infrastructuur)
Sanjaasürengiin Zorig.
Doodstraf
De doodstraf kan in Mongolië worden opgelegd en wordt ook ten uitvoer
gebracht. Per jaar wordt enkele tientallen malen de doodstraf opgelegd. In
veel gevallen wordt de doodstraf omgezet in levenslang. De doodstraf
kan volgens het wetboek van Strafrecht opgelegd worden in geval van:
* politiek terrorisme gericht op het doden van een Mongoliër (art.62);
* politiek terrorisme gericht op het doden van een buitenlander (art.63);
* ernstige sabotage gericht tegen het staatsbestel (art.64);
* moord met voorbedachte rade en verzwarende omstandigheden (art. 86);
* verkrachting van een minderjarige met verzwarende omstandigheden
(art.112).
Onder de Mongoolse bevolking bestaat grote steun voor de doodstraf en er is
geen NGO in Mongolië die protesteert tegen het voortbestaan van de doodstraf
in Mongolië. Ook Amnesty International heeft zich, voor zover bekend,
nimmer publiekelijk uitgesproken tegen de doodstraf in Mongolië.
De omstandigheden in de gevangenissen zijn slecht doch wel enigszins
verbeterd ten opzichte van de omstandigheden zoals beschreven in het
ambtsbericht van 17 mei 2000. De hygiënische omstandigheden zijn
verbeterd en het aantal gevangenen per cel is verminderd. Deze verbetering
is bewerkstelligd door hervormingen door het ministerie van Justitie en
Binnenlandse Zaken, op aandrang van het Mongoolse parlement. Het parlement
baseerde zich weer op informatie en aanwijzingen van internationale
organisaties zoals de Verenigde Naties en Amnesty International. Ook de
mensenrechtentrainingen van Amnesty International (zie paragraaf 3.2) hebben
bijgedragen aan de verbeterde omstandigheden.
Ongeveer 100 gevangenen zijn in 2000 in detentie gestorven als gevolg van de
slechte omstandigheden. Dit is een afname van vijftig procent ten opzichte
van 1999. Het US State department maakt er melding van dat het aantal
gevangenen in Mongolië, de daadwerkelijke capaciteit van de gevangenissen in
Mongolië met ongeveer 25% overschrijdt.
Buiten Ulaanbataar zijn de gevangenisomstandigheden slechter dan in de stad
zelf. Slaag of mishandeling van gevangenen of gedetineerden door politie of
gevangenispersoneel komt voor in met name de gebieden buiten de grote
steden, maar meldingen hiervan zijn afgenomen, aldus het US State
department. Met name de situatie in de gevangenissen waarin mensen
worden opgesloten die zich in voorlopige hechtenis (pré-trial
detention-centres) bevinden, is erbarmelijk. Deze centra zijn overvol, ze
worden slecht geventileerd en de kwaliteit van het voedsel is slecht. Ook
wordt vaak melding gemaakt van een slechte en ruwe behandeling, waaronder
slaag, door zowel bewakers als door andere gevangenen.
Corruptie komt voor onder zakenlieden, politici, rechters, leraren en
ambtenaren. Oorzaak is in het algemeen de lage lonen in deze sectoren.
Er is geen sprake van dat bepaalde groeperingen onevenredig zwaar gestraft
worden of dat bepaalde etnische groeperingen meer dan andere te maken
krijgen met corruptie.
Onder organisaties (zoals Transparency International) die bijhouden in welke
landen in ernstige mate corruptie voorkomt, is Mongolië niet aangemerkt als
probleemland. Op de schaal van probleemlanden die in oktober 1999
gepubliceerd werd, neemt Mongolië de 43ste plaats in. In april 2001 werd er
in het Mongoolse parlement gediscussieerd over een wetsvoorstel dat de
corruptie in het land moet bestrijden. Er zijn geen aanwijzingen dat na
het aan de macht komen van de nieuwe regering, er sprake zou zijn van een
toename van de corruptie.
De in paragraaf 3.3.6 genoemde missie van de mensenrechtencommissie van de
Interparlementaire Unie voert eveneens een onderzoek uit naar drie
parlementsleden die in 1999 werden gearresteerd op verdenking van het
aannemen van giften van het Chinese consortium Monmacao uit Macau.
3.4 Positie van specifieke groepen
---
De grondwet van 1992 verbiedt in artikel 14 lid 2 iedere discriminatie op
grond van onder andere etniciteit. Iedereen is in Mongolië voor de wet
gelijk. Berichten omtrent discriminatie komen slechts zelden voor. De
berichten waarin sprake is van discriminatie betreffen in het algemeen
(etnische) Chinezen die te maken krijgen met pesterijen als gevolg van hun
etniciteit (zie ook paragraaf 3.4.2). Het U.S. country report van 2000 maakt
geen gewag van discriminatie wegens ras of religie. De meeste etnische
minderheden voelen zich Mongoliër, zijn goed geïntegreerd en zijn redelijk
vertegenwoordigd in allerlei staatsorganen en bedrijven.
Ofschoon een negatieve houding ten opzichte van etnische minderheden in
Mongolië voorkomt, wordt deze in het algemeen in persoonlijke kring geuit en
wordt er niet openlijk over gesproken.
Chinezen of Mongoliërs met een Chinese achtergrond (etnische Chinezen) zijn
in Mongolië niet zeer geliefd. Dit leidt er echter niet toe dat aan
(etnische) Chinezen in Mongolië wettelijke beperkingen worden opgelegd. Wel
komen soms incidenten met een etnische achtergrond voor alsmede pesterijen
van (etnische) Chinezen door de lokale bevolking. In het algemeen kunnen
(etnische) Chinezen de hulp van de autoriteiten inroepen indien zij te maken
hebben met dergelijke incidenten en pesterijen.
De houding van de bevolking jegens (etnische) Chinezen wordt mede bepaald
door de ervaringen in de vroege jaren '90 toen de grenzen met China open
gingen en handelaren uit China (inclusief Binnen-Mongolen) woekerwinsten
maakten. (etnische) Chinezen worden daarom vaak met achterdocht bejegend. De
perceptie onder veel Mongoliërs is dat (etnische) Chinezen gierig, oneerlijk
en gesloten zijn.
Volgens een verklaring van de Mongoolse minister van Justitie, mr. Aanbod,
zouden er ongeveer 1640 etnische Chinezen in Mongolië zijn waarvan de
familie reeds enkele generaties in Mongolië woonachtig is maar die hun
Chinese nationaliteit hebben behouden. Omdat zij reeds enkele generaties in
Mongolië wonen, wordt deze groep niet als buitenlanders beschouwd en
behandeld als etnische Chinezen met de Mongoolse nationaliteit.
Daarnaast bevinden zich enkele duizenden illegale Chinezen in Mongolië die sinds de democratische omwenteling in 1990, naar Mongolië zijn gekomen. Veel illegaal in Mongolië verblijvende Chinezen weten zich in Mongolië een verblijfstatus te verwerven door te huwen met een Mongolische of Mongoliër. Er zijn geen aanwijzingen dat Chinezen die de Mongoolse nationaliteit willen verwerven, een andere procedure dienen te volgen of dat aan hen andere eisen worden gesteld dan aan andere nationaliteiten.
In Mongolië bestaat de China Citizin Organisation. Deze organisatie
behartigt de belangen van Chinezen die in Mongolië woonachtig zijn. De
huidige voorzitter van deze organisatie is Duan Tsjen Bau. De organisatie
organiseert onder meer sociale activiteiten en verzorgt onderwijs voor
kinderen van Chinese ouders. Er zijn geen aanwijzingen dat deze organisatie
wordt belemmerd in het uitvoeren van haar activiteiten. Voor zover bekend is
er geen organisatie in Mongolië die zich specifiek richt op de belangen van
etnische Chinezen in Mongolië.
Russen met de Mongoolse nationaliteit (etnische Russen) maken voor ongeveer
2% deel uit van de Mongoolse bevolking. (etnische) Russen die permanent
woonachtig zijn in Mongolië worden Mectny Oros genoemd. De meerderheid van
de (etnische) Russen in Mongolië, is atheïst. Er is geen
Russisch-Joodse gemeenschap in Mongolië. In Mongolië woonachtige Russen (al
dan niet met de Mongoolse nationaliteit) worden niet achtergesteld door de
oorspronkelijke Mongoolse bevolking en aan hen worden geen beperkingen
opgelegd door de autoriteiten. In geval van overtredingen die tegen
(etnische) Russen zijn begaan, kan een (etnische) Rus de hulp inroepen van
de autoriteiten.
De grondwet stelt dat mannen en vrouwen gelijk zijn en in de praktijk is dit
in de regel het geval. Ongeveer de helft van alle werkenden in Mongolië is
vrouw. Er is een Nationale Raad die er op toeziet dat de positie van vrouwen
in Mongolië wordt gewaarborgd. Het US State department meldt dat er ongeveer
36 vrouwenrechten-groepen zijn die zich bezighouden met
gezondsheidszorg-vraagstukken, huiselijk geweld en gelijkheid tussen man en
vrouw.
The Mongolian Foundation for Open Society (SOROS-foundation) meldt dat er
gedurende de transitieperiode van na 1990 voor vrouwen meer mogelijkheden
zijn gekomen om deel te nemen aan het democratisch proces, er meer
keuzevrijheid is gekomen en er meer mogelijkheden zijn gekomen tot het
verkrijgen van eigen bezit.
Huiselijk geweld ten aanzien van vrouwen is een ernstig probleem in
Mongolië. Er is geen wettelijke bepaling die verkrachting binnen het
huwelijk strafbaar stelt. Volgens een onderzoek van het Mongolian National
Center against Violence, heeft één op de tien vrouwen en de helft van alle
kinderen in Mongolië wel eens te maken gehad met huiselijk geweld. Het
Center heeft dit onderzoek overhandigd aan vertegenwoordigers van de
Mongoolse autoriteiten en heeft daarbij aanbevelingen gedaan op het gebied
van medische opvang, strafrechtelijke maatregelen en bescherming van
slachtoffers.
Eenieder die 16 jaar wordt, dient een binnenlands paspoort aan te
vragen. Op 18 jarige leeftijd is men in Mongolië formeel meerderjarig.
Arbeid door minderjarigen
Kinderen van 16-18 jaar mogen werken, mits zij daartoe formeel toestemming
hebben van hun ouders of verzorgers. Een wees die is opgevangen door
staatsinstellingen, dient deze toestemming te krijgen van de gouverneur van
de provincie waaruit betrokkene afkomstig is.
In de praktijk komt kindarbeid voor, zij het niet op grote schaal. Met name
kinderen van arme families worden door hun ouders gedwongen aan het werk
gezet. Zij zijn onder andere werkzaam als drager op markten, schoenpoetser,
autowasser, groetenplukker en als hoeder van vee. Weeskinderen die
meerderjarig zijn geworden, worden bij het zoeken van een passende baan
geholpen door welzijnswerkers van het ministerie van Sociale Zaken.
Opvang
Kinderen die geen ouders meer hebben, worden in eerste instantie
ondergebracht bij familie. De familiebanden in Mongolië zijn zeer sterk en
men zal in het algemeen dan ook zorg dragen voor kinderen van overleden
familieden. Indien geen opvang via verwanten beschikbaar is, dan bestaat er
een uitgebreid stelsel van kinderopvang in Mongolië. Deze opvang wordt zowel
verzorgd van staatswege als ook door enkele (internationale) NGO's, zoals
Worldvision en Save the Children. Minderjarigen ontvangen in deze
opvangtehuizen onderwijs of een beroepsopleiding tot het bereiken van de
leeftijd van 18 jaar of, in geval van studie, tot het voltooien van die
studie. In Ulaanbataar zelf zijn 22 opvangtehuizen waarbij een aantal zich
specifiek richt op straatkinderen. Ook in de provincies bevinden zich
diverse opvangtehuizen.
De kwaliteit van de opvang van ouderloze kinderen varieert, maar naar lokale
omstandigheden is de opvang echter acceptabel te noemen. Met name de huizen
die worden beheerd door NGO's alsmede de weeshuizen van staatswege zijn
redelijk tot goed verzorgd. De opvang voor straatkinderen is armoediger en
men heeft te kampen met onvoldoende financiële middelen. Veel van het
onderhoud en bijvoorbeeld het koken wordt in deze opvangtehuizen door de
kinderen zelf verricht, mede om hen zelfredzaam te maken. Naar lokale
omstandigheden is de opvang echter acceptabel.
Onderwijs
Onderwijs wordt van staatswege verzorgd vanaf het 7de tot en met het 17de
levensjaar (tot 18 jaar). Probleem is dat de scholen in Mongolië zeer streng
zijn en dat men voor kleine incidenten reeds geschorst of verwijderd kan
worden. Het aantal drop-outs is dan ook zeer groot, met name onder
mannelijke scholieren. Een ander probleem is dat ook in het onderwijs
corruptie voorkomt en leraren vaak extra schoolgeld verwachten.
3.5 Samenvatting
---
Mongolië is partij bij een groot aantal internationale verdragen. De
mensenrechten worden in de grondwet gewaarborgd. De wetgeving is op
essentiële onderdelen ontleend aan westerse voorbeelden.
De pers is vrij. Men is vrij zich in politieke partijen te organiseren en
daarvoor actief te zijn. De godsdienstbelijding is vrij. Kerken dienen te
worden geregistreerd. In de praktijk is een grote verscheidenheid van kerken
in Mongolië actief. Geloofsverbreiding is evenwel aan beperkingen gebonden.
Culturele uitingen zijn vrij. Er bestaat volledige bewegingsvrijheid, zowel
binnenlands, als buitenlands.
De rechtsgang is naar de letter eerlijk en met voldoende waarborgen omkleed.
In de praktijk kan een eerlijke rechtsgang gefrustreerd worden door
corruptie. De omstandigheden in de gevangenissen zijn slecht doch wel
enigszins verbeterd ten opzichte van de situatie zoals beschreven in het
ambtsbericht van 17 mei 2000. Echter, in de pré-trial detentiecentra zijn de
omstandigheden erbarmelijk door overbevolking en onvoldoende sanitaire
omstandigheden.
Corruptie komt voor onder alle geledingen van de bevolking. Er bestaan geen
aanwijzingen voor discriminatie van etnische minderheden. Het aantal
buitenlanders is in Mongolië krachtens de wet beperkt tot 1% van het totaal
van de bevolking en tot 0,33% per nationaliteit. Illegalen die aangetroffen
worden, worden teruggestuurd naar hun land van herkomst.
Etnische Chinezen kunnen te maken krijgen met incidenten met een etnische
achtergrond alsmede met pesterijen door de lokale bevolking. In het algemeen
kunnen zij de hulp van de autoriteiten inroepen indien zij te maken hebben
met dergelijke incidenten en pesterijen.
Kinderen die geen ouders meer hebben, worden in eerste instantie
ondergebracht bij familie. Indien geen opvang via verwanten beschikbaar is,
dan bestaat er een uitgebreid stelsel van kinderopvang in Mongolië. De
kwaliteit van de opvang van ouderloze kinderen varieert, maar naar lokale
omstandigheden is de opvang acceptabel te noemen.
4 Vluchtelingen en ontheemden
---
4.1 Redenen voor vertrek
---
De redenen voor Mongoliërs om thans naar het westen te komen zijn tweeërlei.
Een deel wil een aantal jaren in een westers land verblijven om daar een
voortgezette studie te volgen, beroepservaring op te doen, of geld te
verdienen. Vroeger ging men daarvoor naar de communistische landen. Na de
democratische omwenteling van 1990 wil de beter opgeleide Mongoolse jeugd nu
vooral naar het westen. Volgens bronnen in Mongolië zou deze categorie na
een aantal jaren weer willen terugkeren naar eigen land. Een ander deel
vertrekt wegens de slechte economische situatie thuis. In Duitsland en de
Verenigde Staten is onder Mongoliërs de slechte economische situatie in
eigen land het meest voorkomende asielmotief.
4.2 Land van eerste opvang
---
De grondwet erkent het recht op vluchtelingenschap (zie artikel 18 lid
4).
Vluchtelingen uit Noord-Korea.
Sinds 1999 komen veel Noordkoreanen naar Mongolië (naar verluidt zouden zich
300.000 Noordkoreanen bevinden in het noordoosten van China en Mongolië) op
de vlucht voor de in Noord-Korea heersende hongersnood. Mongolië beschikt
nauwelijks over opvangfaciliteiten voor deze groep. Ook bestaat nog geen
specifieke vluchtelingenwetgeving, ofschoon hier wel aan wordt gewerkt. In
december 2000 verschenen er persberichten die meldden dat Mongolië twintig
Noordkoreanen, die op 5 december 2000 tijdens een grenscontrole waren
gearresteerd, heeft teruggestuurd naar China.
4.3 Terugkeer
---
Indien een Mongoolse asielzoeker een valse naam heeft opgegeven, kan aan de
Mongoolse ambassade in Brussel worden gevraagd zijn/haar nationaliteit vast
te stellen.
Mongolië is bereid afgewezen onbegeleide minderjarigen uit het buitenland
terug te nemen, zelfs als een valse naam opgegeven werd. Indien de
reisgegevens van een minderjarige doorgegeven worden via het ministerie van
Buitenlandse Zaken, zorgt de politie ervoor op de luchthaven aanwezig te
zijn om de minderjarige op te vangen.
Vanaf het vliegveld wordt de minderjarige overgebracht naar een
kinderbewaarplaats onder toezicht van de politie. Daar blijven zij totdat
zij afgehaald worden door hun ouders. In het andere geval worden zij
ondergebracht in een tehuis voor ouderloze kinderen, waar zij blijven totdat
zij 18 jaar zijn. Oudere minderjarigen worden ondergebracht in een
kinderbewaarplaats onder toezicht van de politie en er wordt getracht hen
later onder te brengen in een weeshuis.
Er zijn geen aanwijzingen dat terugkerende uitgeprocedeerde asielzoekers in
Mongolië het risico lopen anders te worden behandeld dan anderszins reizende
Mongoliërs of problemen zullen ondervinden wegens hun eerdere verblijf in
het buitenland of als gevolg van hun (afgewezen) asielaanvraag in het
buitenland.
Ook Duitsland, Zwitserland, Noorwegen, België, Canada, Verenigde Staten en
Frankrijk hebben gedurende de verslagperiode te maken gekregen met Mongoolse
asielzoekers. Al deze landen achten de situatie in Mongolië veilig genoeg om
over te kunnen gaan tot gedwongen repatriëring van uitgeprocedeerde
Mongoolse asielzoekers.
De UNHCR heeft op 15 augustus 2001 laten weten geen bezwaar te hebben tegen
de terugkeer van afgewezen asielzoekers naar Mongolië, mits zij zijn
afgewezen middels een eerlijke en allesomvattende asielprocedure.
4.4Samenvatting
---
Mongolië is bereid afgewezen onbegeleide minderjarige asielzoekers terug te
nemen. Zij worden na terugkeer verenigd met hun familie of ondergebracht in
een tehuis.
Er zijn geen aanwijzingen dat teruggekeerde afgewezen Mongoolse asielzoekers
na terugkeer enige problemen ondervinden wegens hun verblijf in het
buitenland. Duitsland, Zwitserland, Noorwegen, België, Canada, Verenigde
Staten en Frankrijk achten de situatie in Mongolië veilig genoeg om over te
kunnen gaan tot gedwongen repatriëring van uitgeprocedeerde Mongoolse
asielzoekers.
De UNHCR heeft op 15 augustus 2001 laten weten geen bezwaar te hebben tegen
de terugkeer van uitgeprocedeerde Mongoolse asielzoekers.
5 Samenvatting
---
Mongolië bevindt zich in een overgangsfase van een centraal geleide
communistische staat naar een democratie met een meer westers georiënteerd
economisch model. Gesteld kan worden dat deze overgang in Mongolië relatief
voorspoedig verloopt. De pers in Mongolië is vrij, het staat vrij politieke
partijen te vormen en politiek actief te zijn en ook de godsdienstbelijding
is vrij. Corruptie is een probleem. Er bestaan geen aanwijzingen voor
discriminatie van etnische minderheden. Het aantal buitenlanders is in
Mongolië krachtens de wet beperkt tot 1% van de bevolking en 0,33% per
nationaliteit.
De problemen in het land zijn vooral economisch van aard. Er zijn
aanwijzingen dat Mongoolse asielzoekers naar het westen komen om daar te
studeren, beroepservaring op te doen of om geld te verdienen.
Etnische Chinezen kunnen te maken krijgen met incidenten met een etnische
achtergrond alsmede met pesterijen door de lokale bevolking. In het algemeen
kunnen zij de hulp van de autoriteiten inroepen indien zij te maken hebben
met dergelijke incidenten en pesterijen.
Teruggezonden alleenstaande minderjarigen worden door de politie opgevangen
en verenigd met hun ouders of ondergebracht in een overheidstehuis voor
wezen.
Er zijn geen aanwijzingen dat teruggekeerde afgewezen Mongoolse asielzoekers
na terugkeer enige problemen ondervinden wegens hun verblijf in het
buitenland. Duitsland, België, Verenigde Staten, Noorwegen en Zwitserland
sturen afgewezen Mongoolse asielzoekers terug naar eigen land.
De UNHCR heeft op 15 augustus 2001 laten weten geen bezwaar te hebben tegen de terugkeer van uitgeprocedeerde Mongoolse asielzoekers.
Bijlage I: Literatuurlijst
---
* Centre for Human Rights and Development
- National Human Rights Record 2000, Mongolia.
* Economist
- Living in a Manhole, (22 januari 2000).
* Economist Intelligence Unit - EIU (Londen).
- EIU country profiles, 1 quarter 2000 (9 februari 2000).
- EIU country profiles, augustus 2000.
- EIU country profiles, november 2000.
- EIU country profiles, februari 2001.
- EIU country profiles, mei 2001.
- EIU country profiles, augustus 2001.
* Far East and Australasia 2000.
- Mongolia.
* Far Eastern Economic Review.
- No room for Nomads, (31 mei 2001).
* Freedom House.
- Nations in transit 1998, Mongolia (p.423-440).
* Foreign and Commonwealth Office (FCO).
- Human Rights Annual Report 2000.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken.
- ambtsbericht Mongolië, d.d. 17 mei 2000.
* Mongoolse autoriteiten.
- http://lcweb2.loc.gov/cgi-bin.
* Mongoolse grondwet: ( http://uni-wuerzburg.de/law/mg00000_.html ).
* Mongolia: Ethnologue (http://sil.org/ethnologue/countries/Mong.html /).
* Mongolian Foundation for Open Society (SOROS-Foundation): Women's
Program.
* Munziger-Archiv (Ravensburg).
- Munziger-Archiv/IH-Länder aktuell 20/99, Politik, S.8.
* National Human Rights Commission of Mongolia:
- Project Document (2001).
- Information Note.
* Persberichten.
- NRC-Handelsblad.
- Volkskrant
((http://www.volkskrant.nl/nieuws/internationaal/355-35948.html?history=/i34
5028200).
- Reuters.
- BBC (http://news6.thdo.bbc.co.uk/hi/english).
- BBC World Service.
- Mongolian National News Agency (MONTSAME).
* Nederlandse Staten Generaal, Handelingen:
- Antwoorden van minster Herfkens (ontwikkelingssamenwerking) op vragen van
de Tweede Kamer van 22 maart 2000 (TK 1999-200, aanhangsel, nr.964) en van
27 april 2000 (aanhangsel van de handelingen, nr.1173).
* UNDP
- UNDP: Human Development Report 2000, (Ulaanbataar april 2000).
- Regional study on Human Development and Human Rights - Central Asia.
* UNHCR
- Refugee-news, 11 december 2000
(http://www.unhcr.ch/refworld/cgi/bin/newscountry.)
- United Nations Press Release (http://www.unhcr.ch/hurricane.nsf/view01/)
* UNICEF
- Mongolia annual report 1998.
* United Nations Mongolia
- Hot news from UN Mongolia, november 2000 (
http://www.un-mongolia.mn/news/nov00.html ).
* U.S. Department of State (Washington).
- Mongolia annual report on international religious freedom for 1999 (9
september 1999).
- Mongolia annual report on international religious freedom for 2000 (5
februari 2000) .
- Mongolia annual report on international religious freedom for 2001 (26
oktober 2001).
- Mongolia country report on human rights practices for 1999 (25 februari
2000).
- Mongolia country report on human rights practices for 2000 (27 februari
2001).
* World Bank Mongolia ( http://www.worldbank.org.mn/mews.htm ).
Bijlage II: Lijst van afkortingen
---
Internationale organisaties.
*UNFPA United Nations Population Fund (voorheen: United Nations Family
Planning Agency).
*UNHCHR United Nations High Commissioner for Human Rights.
*UNHCR United Nations High Commissioner for Refugees.
*UNICEF United Nations Children's Fund.
*UNDP United Nations Development Programme.
*WHO World Health Organisation.
Politieke partijen.
*CCP Civil Courage Party (Irgenii Zorig).
*DA Democratic Alliance (DA). Coalitie van de Mongoolse
Nationaal-Democratische Partij
(MNDP) en de Mongoolse Nationaal-Socialistische Partij (MNSP). Verwierf
op 30 juni
1996 met 50 zetels een meerderheid in het parlement.
*MDNSP Mongolian Democratic New Socialist Party. Nieuwe partij o.l.v. B.
Erdenebat.
*MDP Mongoolse Democratische Partij (MDP). Oudste democratische partij, in
1990 opgericht door S. Zorig. Op 13-1-2000 heropgericht als afzonderlijke
partij.
*MDRP Mongolian Democratic Renaissance Party.
*MDSP Mongolian Democratic Socialist Party.
*MDU Mongoolse Democratische Unie (MDU). Eerste Mongoolse democratische
beweging uit december 1989 o.l.v. S. Zorig, T. Elbegdorj, en E. Bat-Ul.
*MNDP Mongoolse Nationaal-Democratische Partij. Maakt sinds de zomer van
1996 deel uit van de democratische regeringscoalitie DA.
*MNDSP Motherland-Mongolian Democratic New Socialist Party.
*MPP Mongolian People's Party (MPP), voorloper van de MPRP.
*MPRP Mongolian People's Revolutionary Party (MPRP), zie MRVP.
*MRVP Mongoolse Revolutionaire Volks Partij, de voormalige communistische
partij.
*MSDP Mongoolse Sociaal-Democratische Partij. Maakt sinds de de zomer van
1996 deel uit van de democratische regeringscoalitie DA.
*MVTP Mongoolse (Verenigde) Traditionele Partij. Eén van de vier partijen
in het parlement van 1996. Leider Dashbalbar overleed in oktober 1999.
Wetgeving.
*CCM Criminal Code of Mongolia, het Mongoolse wetboek van strafrecht.
*CPC Criminal Procedure Code, het Mongoolse wetboek van strafprocesrecht.
Bijlage III: Internationale verdragen en wetten
---
1. Internationale verdragen.
Mongolië is partij bij de volgende internationale verdragen :
International Bill of Human Rights: .
1. International Covenant on Economic, Social and Cultural Rights (Adopted
in 1966/ ratified by Mongolia in 1974)
2. International Covenant on Civil and Political Rights (1966/1974)
3. Optional Protocol to the International Covenant on Civil and Political
Rights (1966/1991)
Prevention of discrimination:
4. Equal Remuneration Convention (1951/1969)
5. Convention Against Discrimination in Education (1960/1964)
6. International Convention on the Elimination of All Forms of Racial
Discrimination (1965/1969)
7. Discrimination in Employment and Occupation Convention (1959/1969)
8. International Convention on the Suppression and Punishment of the Crime
Apartheid (1973/1975)
9. International Convention Against Apartheid in Sports (1985/1987)
Rights of women:
10. Convention on the Political Rights of Women (1952/1965)
11. Convention on Maternity Protection (1952/1969)
12. Convention on the Elimination of All Forms of Discrimination Against
Women (1979/1981)
Rights of the child:
13. Convention on the Rights of the Child ( 1989/1990)
Slavery, servitude and forced labour:
14. Slavery Convention of 1926 (as amended) (1953/1968)
15. Supplementary Convention on the Abolition of Slavery, the Slave Trade,
and Institutions and Practices Similar to Slavery (1956/1968)
Freedom of Association:
16. Freedom of Association and Protection of the Right to Organise
Convention (1948/1969)
17. Right to Organise and Collective Bargaining Convention (1949/1969)
Employment:
18. Convention on Minimum Age for Admission of Children to Industrial
Employment (1937/1969)
19. Employment Policy Convention (1964/1976)
20. Convention on Minimum Age for Admission to Employment Underground in
Mines (1967/1981)
Marriage and family:
21. Convention on Consent to Marriage, Minimum Age for Marriage and
Registration of Marriages (1962/1991)
War crimes and crimes against humanity
22. Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide
(1948/1969)
23. Convention on the Non-Applicability of Statutory Limitations to War
Crimes and Crimes Against Humanity (1968/1969).
Humanitarian law:
The four Geneva Humanitarian Conventions:
24. Convention on the Amelioration of the Condition of the Wounded and the
Sick in Armed Forces in the Field (1949/1958).
25. Convention on the Amelioration of the Condition of the Wounded, Sick
and Shipwrecked Members of Armed Forces at Sea (1949/1958).
26. Convention on the Treatment of Prisoners of War (1949/1958).
27. Convention on the Protection of Civilian Persons in Time of War
(1949/1958).
28. The First Additional Protocol to the Geneva Humanitarian 4
Convention (1977/1995).
29. The Second Additional Protocol to the Geneva 4 Humanitarian
Convention (1977/1995).
30. International Convention against torture and inhuman treatment
2. Wetboeken en wetten
Van de volgende Mongoolse wetten is een vertaling in het engels beschikbaar:
* Grondwet (Constitution of Mongolia).
* Wet over het functioneren van de regering (Law on the government of
Mongolia).
* Wet over het Constitutionele Hof (Law on the Constitutional Court).
* Wet op de rechterlijke macht (Mongolian State law of courts).
* Wetboek van strafprocesrecht (Criminal procedure of Mongolia).
* Wet op de rechtsbijstand (Law on advocacy of Mongolia).
* Vreemdelingenwet (Law on the legal status of foreign citizens).
NB. Het Wetboek van Strafrecht (Penal Code) bestaat nog niet in een
officiële vertaling.
---
Bijlage IV: Verkiezingen van juni 2000
---
Bijlage V: Nationaliteitswetgeving Mongolië
---
Zie hiertoe het ambtsbericht van 17 mei 2000, p.10.
Zie EIU country profiles, 1 quarter 2000.
Mongolian National News Agency (MONTSAME), 30 mei 2001.
Zie hiertoe het ambtsbericht van 17 mei 2000, p.23.
Zie voor een overzicht van de politieke partijen: bijlage IV.
6 Zie hiertoe de website van de Volkskrant: diverse artikelen over
Mongolië
(http://www.volkskrant.nl/nieuws/internationaal/355-35948.html?history=/i345
028200).
Zie EIU country profiles, augustus 2000.
Zie EIU country profiles, november 2000.
BBC Homepage, d.d. 21 mei 2001 (http://news6.thdo.bbc.co.uk/hi/english)
.
Zie ook het ambtsbericht van 17 mei 2000, p.11.
Zie EIU country profiles, augustus 2001.
US Departement of State: Country Report on Human Rights Practices
2000: Mongolia (27 februari 2001) p.1.
Munziger-Archiv/IH-Länder aktuell 20/99, Politik, S.8.
Zie http://lcweb2.loc.gov/cgi-bin.
Far Eastern Economic Review, No room for Nomads, (31 mei 2001) p.30
Beijing Xinhua 1 december 1999; U.S. country report on human rights
practices for 1997, p.3.
US Departement of State: Country Report on Human Rights Practices
2000: Mongolia (27 februari 2001) p.1.
Mongolian National News Agency (MONTSAME), 3 mei 2001.
Zie het artikel "Living in a manhole" in de Economist van 22 januari
2000, p.63.
Zie hiertoe de website van de Volkskrant: diverse artikelen over
Mongolië
(http://www.volkskrant.nl/nieuws/internationaal/355-35948.html?history=/i345
028200).
Far Eastern Economic Review, No room for Nomads, (31 mei 2001) p.30
Zie antwoorden van minster Herfkens op vragen van de Tweede Kamer van
22 maart 2000 (TK 1999-200, aanhangsel, nr.964) en van 27 april 2000
(aanhangsel van de handelingen, nr.1173).
The World Bank Mongolia ( http://www.worldbank.org.mn/mews.htm ).
Far Eastern Economic Review, No room for Nomads, (31 mei 2001) p.30.
Zie voor de Mongoolse grondwet: (
http://www.uni-wuerzburg.de/law/mg00000_.html ).
Zie bijlage V voor de nationaliteitswetgeving van Mongolië.
BBC Monitoring Global Newsline, 'Law on national commission of human
rights outlined'.
National Human Rights Commission of Mongolia: Project Document (2001).
Hot news from UN Mongolia, november 2000 (
http://www.un-mongolia.mn/news/nov00.html ).
National Human Rights Commission of Mongolia: Project Document (2001).
US Departement of State: Country Report on Human Rights Practices
2000: Mongolia (27 februari 2001) p.4.
BBC: 'Mongolian journalists unions celebrate anniversary of free
press' (18 december 2000).
Mongolian National News Agency (MONTSAME), 8 juni 2001.
Zie voor politieke partijen en persoonlijkheden in Mongolië: het
ambtsbericht van 17 mei 2000, bijlage IV.
US Departement of State: Country Report on Human Rights Practices
2000: Mongolia (27 februari 2001) p.3.
UNDP: Human Development Report 2000, (Ulaanbataar april 2000) p.49
UNDP, Human Development Report 2000, Regional study on Human
Development and Human Rights - Central
Asia, p.13.
Centre for Human Rights and Development, National Human Rights Record
2000, Mongolia, 12.
US Departement of State: Annual Report on International Religious
Freedom: Mongolia (5 februari 2000) p.1.
UNDP, Human Development Report 2000, Regional study on Human
Development and Human Rights - Central
Asia, p.13.
Zie voor de diverse godsdiensten in Mongolië het ambtsbericht van 17
mei 2001, p17-18.
US Departement of State: Annual Report on International Religious
Freedom: Mongolia (26 oktober 2001) p.1.
US Departement of State: Annual Report on International Religious
Freedom:Mongolia (26 oktober 2001) p.2.
US Departement of State: Annual Report on International Religious
Freedom:Mongolia (26 oktober 2001) p.2.
Zie bijlage V voor de nationaliteitswetgeving.
Artikel 24 van de "Law on the legal status of foreign citizens" luidt
alsvolgt:
1. The number of immigrants residing in Mongolia shall not exceed 1% of the
citizens of the country and immigrants from any country shall not exceed
0,33%.
2. The State Ih Hural, shall define annually the number and composition of
immigrants to be permitted in administrative units of Mongolia in accordance
with proposals submitted by the Government.
Zie voor verder informatie hieromtrent het ambtsbericht van 17 mei
2000, p.20-22.
Foreign and Commonwealth Office (FCO), Human Rights Annual Report
2000, p.99.
Zie ook p.5 en het ambtsbericht van 17 mei 2000, p.23.
Centre for Human Rights and Development, National Human Rights Record
2000, Mongolia, 11.
Artikel 112 lid 3: Rape of a child under 14 will be punished with
10-15 years or death. Aggravating circum stances: committed rape more
than once, caused serious damages to the person, or the person has been
killed.
Centre for Human Rights and Development, National Human Rights Record
2000, Mongolia, 11.
Zie hiertoe het ambtsbericht van 17 mei 2000, p.22.
US Departement of State: Country Report on Human Rights Practices
2000: Mongolia (27 februari 2001) p.2.
US Departement of State: Country Report on Human Rights Practices
2000: Mongolia (27 februari 2001) p.2.
US Departement of State: Country Report on Human Rights Practices
2000: Mongolia (27 februari 2001) p.2.
Centre for Human Rights and Development, National Human Rights Record
2000, Mongolia, 8-9.
Zie U.S. Department of State human rights report for 1999 p.3 over
rechters. Nations in Transit 1998 stelt: "Petty corruption exists,
but overall, corruption has not been reported as a major problem in
post-Communist Mongolia. While no definitive information exists, it is
likely that bureaucrats demand bribes for many routine services".
Zie Nations in transit 1998, p.433 onder 5.
Mongolian National News Agency (MONTSAME), 6 april 2001.
Zie hiertoe het ambtsbericht van 17 mei 2000, p.23.
Zie EIU country profiles, augustus 2001.
Zie "Nations in transit 1998", p.432 onder 8.
Centre for Human Rights and Development, National Human Rights Record
2000, Mongolia, 13.
Centre for Human Rights and Development, National Human Rights Record
2000, Mongolia, 13.
Zie het ambtsbericht van 17 mei 2000, p.18-19 alsmede bijlage V voor
de Mongoolse nationaliteitswetgeving.
United Nations Press Release, d.d. 23 maart 2000
(http://www.unhcr.ch/hurricane.nsf/view01/) .
Zie voor informatie omtrent de democratische omwenteling, het
ambtsbericht van 17 mei 2000, p.7.
Zie voor de nationaliteitswetgeving, bijlage V.
UNDP, Human Development Report 2000, Regional study on Human
Development and Human Rights - Central
Asia, p.13.
Mongolia: Ethnologue
(http://www.sil.org/ethnologue/countries/Mong.html /).
US Departement of State: Country Report on Human Rights Practices
2000: Mongolia (27 februari 2001) p.6.
Mongolian Foundation for Open Society (SOROS-Foundation): Women's
Program.
US Departement of State: Country Report on Human Rights Practices
2000: Mongolia (27 februari 2001) p.6.
Mongolian National News Agency (MONTSAME), 29 juni 2001.
Zie hiertoe ook het ambtsbericht van 17 mei 2000, p.18-19.
Centre for Human Rights and Development, National Human Rights Record
2000, Mongolia, 19.
Informatie afkomstig van Unicef, Mongolië.
De grondwet bepaalt in artikel 18 lid 4: "Aliens or stateless persons
persecuted for their convictions or for political or other activities
pursuing justice, may be granted asylum in Mongolia on the basis of their
well-founded requests".
UNHCR: Refugee-news (11 december 2000) (
http://www.unhcr.ch/refworld/cgi-bin/newscountry).
Volgens mondelinge informatie (12-1-2000) van het hoofd van het
Juvenile Department van de politie.
Lijst opgesteld door UNHCHR op basis van informatie van het Mongoolse
ministerie van External Affairs.