Houthandel RET moet veiligheid verbeteren
Houthandel RET in Utrecht-West moet op korte termijn maatregelen nemen die het risico van escalatie bij brand aanzienlijk verminderen. Indien het bedrijf hieraan geen gehoor geeft, gaat de gemeente over tot sluiting van het bedrijf. Bij controlebezoek is gebleken dat RET niet voldoet aan de brandveiligheidsvoorschriften. Als er brand uitbreekt is er een te groot risico dat het vuur overslaat naar omliggende woningen. Het college van B&W vindt deze situatie niet verantwoord.
Bij controlebezoek is de houthandel meermalen door de gemeente aangesproken op het ontbreken van voldoende voorzieningen die de brandveiligheid vergroten. Desondanks heeft het bedrijf onvoldoende maatregelen getroffen om de situatie te verbeteren. Op het terrein van de houthandel liggen te grote voorraden hout opgeslagen op een te klein oppervlak. Deze voorraden moeten worden teruggebracht. Bovendien krijgt RET vier maanden de tijd om een sprinklerinstallatie aan te leggen. Ook moeten de gevels van het bedrijf - grenzend aan de Fregatstraat - worden voorzien van een laag die 60 minuten brandwerend is.
Daarnaast dient RET binnen twee weken een branddetectiesysteem te instaleren. Binnen vier weken moet er bovendien een gangpad komen, binnen het gebouw aan de zuidgevel, van ten minste 14 meter breed. Brandblusmiddelen moeten binnen een week worden aangebracht dan wel aanwezig zijn. En met onmiddellijke ingang moeten de gebouwen buiten de normale werktijden permanent worden bewaakt.
RET heeft de gemeente laten weten ten minste zes maanden nodig te hebben voor het aanleggen van de sprinklerinstallatie. Maar het college van B&W vindt de toezeggingen die het bedrijf doet onvoldoende.
Het bedrijf kan tegen het dwangbesluit van de gemeente bezwaar inbrengen. Omwonenden van het bedrijf worden vandaag met een brief, die huis-aan-huis wordt verspreid, op de hoogte gebracht van het besluit van de gemeente en de onveilige situatie bij het betreffende bedrijf. Tijdens een informatie-avond op dinsdag 15 januari krijgen omwonenden nadere toelichting.
Utrecht, 8 januari