Nederland is voor profvoetballers een fiscaal paradijsje.
7 december 2001 - Nederland biedt een van de meest aantrekkelijke fiscale klimaten voor beroepsvoetballers. Met name de mogelijkheid om een groot deel van het inkomen onbelast te reserveren in een (pensioen)fonds, zorgt er voor dat ons land in een internationale vergelijking alleen het Verenigd Koninkrijk voor zich laat. Dat blijkt uit een onderzoek van Ernst & Young in samenwerking met de wereldwijde federatie van spelersorganisaties FIFPro. Bij het onderzoek werd gekeken naar de belastingdruk in een twaalftal landen en de (al dan niet) bijzondere fiscale mogelijkheden die in deze landen bestaan. Denemarken, Spanje en Italië komen als laatste uit de bus. De resultaten werden vrijdag jongstleden aan de 39 aangesloten ledenorganisaties tijdens een FIFPro-congres in Parijs gepresenteerd.
"Vanuit fiscaal opzicht kan Nederland de internationale concurrentie met andere voetballanden aan", zegt onderzoekscoördinator Wiebe Brink van Ernst & Young Belastingadviseurs. "Alleen het Verenigd Koninkrijk biedt een aantrekkelijker belastingmilieu." Naast een laag tarief voor de inkomstenbelasting (40%) en aantrekkelijke regelingen voor buitenlandse spelers met een beperkt contract, heeft het Verenigd Koninkrijk speciale pensioenarrangementen voor topvoetballers in het leven geroepen. Zij mogen een relatief groot gedeelte van hun inkomen onbelast in een pensioenfonds stoppen, waarmee de belastingdruk op directe inkomsten gespreid en gematigd kan worden.
Uniek pensioenstelsel
Ook de Nederlandse fiscus toont begrip voor de bijzondere loopbaan van
topvoetballers. Ten opzichte van reguliere werknemers zullen de meeste
beroepsvoetballers op een veel jongere leeftijd, zeg rond hun 35ste
levensjaar, een punt achter hun actieve carrière zetten. Nederland
vindt het daarom redelijk dat voetballers in kortere tijd de
mogelijkheid hebben om hun pensioen op te bouwen, met alle fiscale
voordelen van dien. Het internationaal unieke pensioenstelsel dat
Neder-land voor topvoetballers (en professionele wielrenners)
hanteert, behelst dat spelers maximaal de helft van hun inkomen
belastingvrij in een pensioenfonds storten. Na de beëindiging van hun
voetballoopbaan ontvangen zij periodiek een uitkering uit dit fonds,
ter overbrugging van de inkomstenterugval na afloop van hun actieve
loopbaan tot het begin van een tweede carrière. Dat leidt tot een
aantrekkelijke spreiding van de belastingafdracht en biedt grote
voordelen ten opzichte van het jaarlijks bij de fiscus moeten
afrekenen over het volle pond van de verdiende inkomsten. Buitenlandse
spelers genieten bovendien dikwijls van de fiscale voordelen die de
Nederlandse overheid aan alle buitenlandse werknemers gunt. Deze
zogenaamde expatregeling kan leiden tot een belastingvrije som van
dertig procent van het inkomen.
Hekkensluiters
De Nederlandse pensioenregeling lijkt ook in andere landen navolging
te krijgen. Spanje en Denemarken zijn druk doende om een soortgelijk
systeem te implementeren, Noorwegen beschikt al over een vergelijkbaar
systeem. Niettemin bieden de Denen topvoetballers vooralsnog een
weinig attractief klimaat en komen zij in de ranglijst van de twaalf
onderzochte landen op de laatste plaats. Dat is vooral te wijten aan
het ontbreken van bijzondere fiscale regelingen in combinatie met een
hoog tarief inkomstenbelasting. De Deense fiscus biedt alleen een
bijzondere aftrekpost voor beroepskosten en een gunstige regeling voor
expats. Opvallend genoeg komen ook de voetbalgekke landen Spanje en
Italië als hekkensluiters uit de bus, eveneens vanwege de grotendeels
gelijke behandeling van profvoetballers ten opzichte van normale
beroeps-beoefenaren.
Ranglijst (in volgorde van fiscale aantrekkelijkheid)
1. Verenigd Koninkrijk/ Wales/ Schotland (gedeelde 1ste plaats)
2. Nederland
3. Japan
4. België
5. Duitsland
6. Oostenrijk
7. Zwitserland
8. Frankrijk
9. Italië
10. Spanje
11. Denemarken
Algemene conclusie
Bij de vaststelling van de ranglijst scoorden de beste landen hoog
vanwege aandacht voor de bijzondere (rechts)positie voor topsporters,
met name door het bestaan van pensioenachtige regelingen. Landen die
laag op de lijst staan, beschouwen beroepssporters geheel of
grotendeels als normale werknemers met normale fiscale verplichtingen
en pensioenrechten. Met het oog op de (financiële) ontwikkelingen in
het internationale topvoetbal liggen er daarom ongebruikte
mogelijkheden voor ambitieuze landen om zich met een
topvoetbalvriendelijk fiscaal beleid positief te onderscheiden. Alleen
op het gebied van pensioenregelingen wordt er in sommige landen, met
Nederland al uitgesproken voorbeeld, een bijzondere regeling
getroffen. Vooralsnog zullen profvoetballers dus gebruik (moeten)
maken van algemene fiscale voorzieningen, bijvoor-beeld voor
buitenlandse werknemers, om hun belastingverplichtingen zo gunstig
mogelijk te regelen.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Wiebe Brink van Ernst
& Young Belastingadviseurs op tel. 010 406 86 22, of met
persvoorlichter Jan-Willem Wits van Ernst & Young tel. 010 407 43 59.