Gemeente Alphen aan den Rijn


Alphen aan den Rijn: sterk, sociaal, solidair.

Nieuwjaarstoespraak 2002

Dames en heren,

Onder de titel "Alphen aan den Rijn: sterk, sociaal en solidair" wil ik u aan het begin van het nieuwe jaar graag toespreken.

Ik begin natuurlijk met u en al diegenen waar u om geeft, namens het gemeentebestuur en al onze meer dan 600 medewerkers gezondheid en voorspoed toe te wensen. Ik kan u verzekeren dat wij het op hoge prijs stellen dat u er ook dit jaar weer bent. Voor de laatste keer mogen wij u onthalen in dit stadskantoor, want volgend jaar om deze tijd staat het er niet meer, hebben wij onze intrek genomen in het nieuwe, spraakmakende stadhuis dat hiernaast al veel vorm heeft gekregen en zullen we graag heel veel inwoners ontmoeten in wat dan na vele jaren weer het, uw, ons stadhuis van Alphen aan den Rijn zal zijn.

Het jaar 2001 heeft laten zien hoe lastig voorspellen is en dat veel anders loopt dan gewenst of verwacht wordt. We hadden niet verwacht afscheid te moeten nemen van oud-wethouder Van der Veen Meerstadt, de man die jarenlang gezicht en kleur heeft gegeven aan de Alphense politiek. We hadden evenmin de gewelddadigheden van 11 september en de daaropvolgende oorlog tegen het terrorisme verwacht. Maar juist in tegenslag blijft het de moeite waard elkaar het beste toe te wensen en daar dan ook voor te gaan.

Heel veel mensen in Alphen aan den Rijn deden dat, zoals b.v. leden van politieke partijen, die in hoge mate de status van vrijwilliger hebben en zich beschikbaar stellen om als volksvertegenwoordiger bezig te zijn met de noden en behoeften binnen onze gemeente. Daar is lef voor nodig, want het is heel wat makkelijker om te mopperen, dan zelf de handen uit de mouwen te steken. Over twee maanden zijn er weer verkiezingen voor de gemeenteraad. Als u niet stemt weet u zeker dat u geen invloed heeft. Stemt u wel dan geeft u daarmee uw vertrouwen aan een man of vrouw waarvan u mag verwachten dat die zich als echte volksvertegenwoordiger voor u inzet. Meer dan voorheen biedt de gewijzigde wetgeving voor het lokale bestuur (in de wandeling aangeduid met de term dualisering) daarvoor mogelijkheden. Het doel van die dualisering moet zijn een dagelijks bestuur dat slagvaardig bestuurt en een gemeenteraad die in nauw overleg met de bevolking bepaalt wat de belangrijke issues zijn in onze gemeente, de lijnen uitzet waarlangs het dagelijks bestuur heeft te werken en krachtig controleert dat dat ook goed gebeurt. Raadsleden, volksvertegenwoordigers, die dat goed kunnen, verdienen uw stem, steun en waardering.

Waardering verdienen ook de medewerkers van de gemeente. Er komen heel wat nieuwe medewerkers binnen uit het bedrijfsleven en die staan verbaasd over het hoge werktempo binnen de overheid. We zien dat ook in de resultaten: de afhandelingtermijnen van brieven worden korter, de telefonische contacten verbeteren, internet en e-mail verbeteren en versnellen de contacten en de klanttevredenheid aan de loketten neemt toe. Het MAS (meldingen afhandelingen systeem) laat zien dat in 2001 bijna 10.000 meldingen over het openbaar gebied zijn gedaan en dat 60 % binnen drie dagen en driekwart binnen een week is afgehandeld, waarmee de kwaliteit van de leefomgeving hoger wordt. De enorme, al enkele jaren lopende euro-operatie binnen de gemeentelijke organisatie heeft er voor gezorgd dat er tot nu toe nauwelijks problemen zijn. Kortom, het gaat best goed.

Wat gaat er nog meer goed. Heel veel, daarom slechts een greep. De wijkbezoeken van de gemeenteraad, vorig jaar in mijn nieuwjaarstoespraak aangekondigd, gaan goed. We gaan er ook mee door, net als met de werkbezoeken die het college zeer regelmatig aflegt aan bedrijven en instellingen. Ook goed gaat een aantal activiteiten rondom veiligheid. De nota Integraal veiligheidsbeleid wordt langzamerhand vertaald in acties. De samenwerking met politie, woningbouwverenigingen, jeugdwerk en anderen levert als resultaat veiliger wijken op. De brandweer maakt goede vorderingen bij het verstrekken van gebruiksvergunningen en is zeer actief betrokken bij tal van preventieve maatregelen. Vorige week nog maakten we de risico-inventarisatie openbaar die onder leiding van de commandant brandweer tot stand is gebracht. Ook met de politie gaat het goed. Dankzij een andere verdeelsystematiek en het samenvoegen van districten kunnen we komend jaar rekenen op ongeveer 40 mensen meer bij de twee politieteams van Alphen aan den Rijn. En veilig waren de ook straten, fiets- en voetpaden dankzij de grote inhaalslag op het onderhoud en de reconstructie van wegen, de extra activiteiten bij de aanleg en het opknappen van aparte fietsroutes en natuurlijk ook de vele overwerkuren van de mensen van de gladheidbestrijding.

Ook goed ging dat Alphen aan den Rijn Groenste stad van Nederland werd. Niet omdat we de mooiste zijn, wel omdat ons stedelijk groenbeleid goed doordacht is, vrij van chemische middelen en consequent en in nauw overleg met de 2500 vrijwilligers wordt uitgevoerd. In 2002 dingen we mee naar de Europese titel en mogen we bovendien de internationale jury ontvangen die samen met alle Europese deelnemers aan de Entente Florale van 13-15 september 2002 dicht bij de Floriade, maar wel in Alphen aan den Rijn zal neerstrijken.

Het stadshart vordert ook gestaag. We liggen behoorlijk op schema, veel voorbereidend werk onder en in de grond is al verzet. Het CBK begint zijn ambities waar te maken. Het stadhuis vertoont zijn unieke vorm, in augustus gaan we verhuizen en in het najaar zal de officiële opening kunnen plaatsvinden. De Romeinse roots van Alphen komen dank zij langdurig en grondig archeologisch onderzoek steeds beter in zicht. Natuurlijk zijn we er nog niet, natuurlijk loopt niet alles op rolletjes. Maar wel loopt een zeer complex van reconstructie van ons stadshart al enige jaren redelijk volgens plan, slagen we er in tegenvallers op te vangen zonder lastenverhoging en stevenen we onverminderd af op het doel dat de raad in 1996 voor ogen stond toen hij het masterplan vaststelde, te weten een gezellig, eigentijds centrum waar het voor Alphenaren en vele mensen uit de regio goed toeven is. Daarbij komen we vast nog problemen tegen, maar met steun van de vele betrokkenen gaan we die te lijf, ondertussen bij u begrip vragend voor het feit dat stadsreconstructies geen haastklussen mogen zijn, zorgvuldigheid vergen en bij tijd en wijle overlast veroorzaken.

Hoe aardig het ook allemaal gaat in en met Alphen aan den Rijn, het mag ons zicht op wat nog lang niet goed gaat, niet afleiden. De gebeurtenissen van en na 11 september maken pijnlijk duidelijk dat er internationaal gezien van alles mis is. Terrorisme is verwerpelijk en moet hard bestreden worden. Het soms tegelijk voorkomend fenomeen religieus fundamentalisme verhindert normaal verkeer tussen mensen, religies en culturen en moet dus evenzeer bestreden worden. Maar er moet meer over gezegd worden. Ik citeer prof. Anton Wessels, theoloog en islamexpert op een politieconferentie: fundamentalisten worden niet geboren maar gemaakt door sociaal-economische, demografische en politieke omstandigheden. Grote armoede, slechte gezondheid, geen kans op onderwijs, bevolkingsexplosies, slecht bestuur en de onmacht van miljarden mensen om daar iets aan te doen, contrasteren veel te veel met onze rijke en welvarende westerse wereld en kunnen niet anders dan voedingsbodems zijn voor extreme reacties. Ik noem wat cijfers. De levensverwachting in Nederland is 78 jaar, in sommige Afrikaanse landen is die niet hoger dan 40-45 jaar, iets meer dan de helft van onze verwachting. We verdienen in Nederland ongeveer 24000 dollar per hoofd van de bevolking, sommige Aziatische en Afrikaanse landen komen niet verder dan tussen de 700 en 1500 dollar, dus maar enkele procenten van wat wij hier verdienen. Ik lees half december in de krant dat in Rusland een miljoen in de steek gelaten kinderen op straat zwerft en daar probeert te overleven. We denken toch niet dat dat over 15 jaar allemaal weldenkende burgers zijn geworden? In de townships van Zuid-Afrika wonen vele miljoenen mensen in kleine hutjes, in kansloze omstandigheden die ondanks een aantal goede bedoelingen, gedurende het leven van veel van hen niet zullen veranderen. Kansloos voor het leven dus. En niettemin stromen uit het buurland Zimbabwe talloze mensen Zuid-Afrika binnen in de hoop op betere tijden.

Wat moeten we in Alphen met dat gegeven?
Er zijn in onze gemeente laatst door de SISA (Stichting Internationale Samenwerking Alphen aan den Rijn) 34 organisaties geteld en aangeschreven die "iets" aan internationale solidariteit doen. En ik denk dat er nog meer zijn, nog afgezien van allerlei individuele initiatieven. Daar zit veel power als het gaat om daadwerkelijke hulp en bovenal bewustmaking van misstanden. Ik vind dat de gemeenschap van Alphen aan den Rijn zich daar druk om moet maken. De gemeente kan zich daar sterker voor inspannen, zowel door lokale besturen elders te versterken via allerlei vormen van directe technische, juridische en andere vormen van assistentie als door daarnaast hier in Alphen particuliere activiteiten te stimuleren en te versterken. Ook SISA behoeft na een aanloop van vier jaar weer een sterke impuls. Ik wil daartoe in 2002 graag de krachten bundelen en het zou me zeer welkom zijn als in het nieuwe collegeakkoord politieke partijen dat steunen.

Dat was ver buiten Alphen aan den Rijn. Maar ook dicht bij huis ligt de taak voor een sterke en bovenal betrokken lokale overheid voor het oprapen. Om de mensen die het goed hebben hoeft de overheid zich niet zozeer te bekommeren, die redden zich wel en we moeten ook eens durven vaststellen dat goed ook wel eens goed genoeg is. Waar we ons druk om moeten maken zijn de uitwassen van individualisme, waarbij het ik voor alles gaat. Een betrokken overheid spreekt burgers aan op burgerschap en burgerzin en hun verantwoordelijkheid voor elkaar en hun leefomgeving. We kunnen mensen uitnodigen deel te nemen aan maatschappelijke processen, en bovendien normen en waarden die veel mensen in Alphen belangrijk vinden, duidelijk maken en handhaven. In onze ISV-wijken gebeurt dat met succes. Het kan dus gewoon. En wij allemaal zoals we hier aanwezig zijn kunnen in ons dagelijks doen en laten daar een beetje bij helpen. We hoeven alleen maar te doen waartoe de advertentiecampagne Gek Geworden van SIRE ons uitnodigt: gewoon af en toe eens onbenullige dingetjes doen die een beetje bijdragen aan een betere maatschappij en niet bang zijn dan voor Lulletje Rozenwater te worden versleten (ik citeer advertentietekst).

Waar we ons als betrokken overheid ook druk om moeten maken zijn tal van zaken die gewoon niet kunnen of mogen. Alphen aan den Rijn kent dak- en thuislozen, we kennen ontspoorde jongelui, we kennen mensen uit allochtone kringen die zich niet goed thuis voelen bij ons, de leefbaarheid in onze kleine kernen staat onder druk, woningnood onder jongelui en in situaties na het uiteenvallen van gezinsverband is groot, er zijn mensen die er niet in slagen via werk aan een zinvolle tijdsbesteding te komen, we kennen mensen en niet alleen ouderen en hulpbehoevenden, die eenzaam zijn, verwaarloosd worden of zichzelf ernstig verwaarlozen. Het belang van goed onderwijs en betere zorg en de waardering voor de mensen die daarin werkzaam zijn moet omhoog. En al die zaken vragen om een stevige aanpak van een sterke lokale overheid. Een lokale overheid die ook naar andere overheden en naar grote instellingen van zorg iets te vertellen heeft, een vuist kan maken. Een overheid die anderen inspireren en binden kan, leiding kan geven aan verbeterprocessen, waarin soms vele partijen moeten samenwerken. Een overheid die niet bang is, zoals bv bij het proces van herstructurering van het stedelijk welzijnswerk, hard in te grijpen als het welzijn van inwoners dat vraagt. Politieke partijen vervullen een belangrijke rol in het aangeven van de noden waar wij in onze gemeente voor staan en in het bepalen van de prioriteiten. Nu rondom de verkiezingen de beleidsprioriteiten voor de komende vier jaar opnieuw gezet moeten gaan worden, is het goed gezamenlijk de schouders te zetten onder het sociale beleid van Alphen aan den Rijn.

Ik sprak over een sterke en betrokken lokale overheid. Dat geldt ook voor het lokaal bestuur in breder verband. Ik vind het verheugend dat de gemeenten in de Rijnstreek opnieuw met elkaar aan tafel zitten om juist die sterkte samen te maken. U kent het Alphense standpunt. Wij willen graag intensief samenwerken met sterke buren. En wij zijn bereid in die samenwerking de rol van centrumgemeente te vervullen. Op beide punten komen er uit het overleg positieve signalen. Ik hoop dat het tot enkele fusieprocessen zal komen die in de komende raadsperiode hun beslag zullen krijgen. Gemeenten zouden misschien wel toe moeten naar een inwonertal van tenminste 40.000 inwoners. In die omvang kun je veel betekenis hebben voor inwoners en bedrijven. Maar als in de Rijnstreek en omgeving gemeenten elkaar vinden in combinaties van 25.000 a 30.000 inwoners vind ik dat al getuigen van veel bestuurlijke moed.

Alphen aan den Rijn zal in de regiovisie die we gezamenlijk in de Rijnstreek en met Bodegraven ontwikkelen, zijn centrumfunctie oppakken en ruimte zoeken binnen onze grenzen voor de opvang van regionale werkgelegenheid en woningbouw. Bij het zoeken naar locaties zal de Gnephoek een rol moeten kunnen spelen, zowel voor de afronding van de ringweg rond Alphen (de grote bypass) als in de afweging waar het landschap op regionale schaal het best bewaard en beschermd kan worden. Zoals we het nu zien zou de Gnephoek deels een functieverandering mogen ondergaan als dat nodig is om elders in het Groene Hart waardevolle gebieden te sparen.

Bij de centrumrol hoort vervolgens ook dat Alphen aan den Rijn zich, mede namens de regio, verstaat met Gouda en Leiden. De drie steden moeten met de omliggende regios een belangrijke rol vervullen in de vorming van een veiligheidsregio en de daadwerkelijke zorg voor vergroting van die veiligheid. Maar ook op andere terreinen moet de samenwerking meer vorm krijgen en de krachten worden gebundeld, b.v. waar het gaat om de ontwikkeling van de Rijn-Gouwelijn, de ontwikkeling van de Oude Rijnzone, de positie van onze regios in de Deltametropool, het samen optrekken bij integratiebeleid, onderwijs en zorg. Kortom, vanuit een versterkte lokale overheid moet de komende jaren veel geïnvesteerd worden in belangrijke zorgpunten in Alphen en wijde omgeving.

Dames en heren, genoeg te doen dus in onze springlevende stad in het Groene Hart. En u bent daar allemaal belangrijk bij.

En dat lijkt mij een goede overstap naar de leuke zaken die het slot van het officiële deel van deze bijeenkomst vormen, zoals het uitreiken van cheques en de gemeentelijke erepenning.

Eerst de cheques
Alphen aan den rijn had 10 miljoen te verdelen. Inwoners hebben daar actief op ingespeeld en de gemeenteraad heeft besluiten genomen. Naast de grote projecten als bos, central park en jeugdaccommodatie, en de vele kleinere sport- en spelvoorzieningen op buurt-, dorps- en wijkniveau, uiten veel mensen hun waardering voor ideële instellingen. Het is mij een genoegen hen nog eens extra in het zonnetje te zetten en hen te vragen elk de cheque met het hen toekomende bedrag uit de 10 miljoenactie in ontvangst te willen nemen.

Prins Heerlijk (cateringservice door verstandelijk gehandicapten) f 100.000 ruim 45000 euro
Ned. Vereniging tot bescherming van dieren (regionaal dierenasiel) f 125.000 bijna 57000 euro
Stichting Schilpadden Opvang Alphen aan den Rijn (nieuwe accommodatie) f 125.000 ook bijna 57000 euro.

Gemeentelijke erepenning
Twee mensen die zeer betrokken zijn bij het werk van het APG, Alphens Platform Gehandicapten. We willen daarmee de bijzondere betekenis van het APG in het algemeen onderstrepen en vooral de rol daarbij van mevrouw Marjan Meijerink en de heer Henk Emmelot. Zij ontvangen daarom de erepenning van de gemeente in zilver. Beiden zijn nauw betrokken bij het Alphens Platform Gehandicapten (APG). Het bestuur van het APG doet zijn uiterste best zoveel mogelijk mensen uit de doelgroep, lichamelijk gehandicapten, zelf te betrekken bij de belangenbehartiging en de activiteiten. Van grote invloed bij het werk van het APG is de inzet van een aantal mensen, die als het ware fungeren als een boegbeeld van de organisatie. Overal waar zij verschijnen worden ze onmiddellijk geassocieerd met het APG. Een dergelijke positie verwerven zij door een tomeloze inzet en betrokkenheid. Mevrouw Meijerink als de heer Emmelot zijn beiden boegbeeld van het APG. Het gemeentebestuur heeft de erepenning aan hen toegekend op grond van hun grote inzet voor de behartiging van de belangen van lichamelijk gehandicapten.

Mevrouw M. (Marjan) Meijerink, geboren 30 juli 1952, is evenals haar echtgenoot, lichamelijk gehandicapt. Vanaf 1994 is zij betrokken bij het APG in de functie van vice-voorzitter. Jarenlang is zij voorzitter geweest van een van de belangrijkste werkgroepen van het APG, de werkgroep Toegankelijkheid en Vervoer. En ook nu nog is zij als actief lid bij deze werkgroep betrokken. Mevrouw Meijerink is ook belangrijk als woordvoerder. Zij kan helder en duidelijk formuleren en is in staat te pleiten voor de problemen die mensen met een functiebeperking ondervinden. Daarbij staat haar eigen belang niet voorop, maar altijd gaat het om de belangen van de groep als totaal.

De heer H.G. (Henk) Emmelot, geboren 8 mei 1939, is al langer dan tien jaar bij het APG betrokken. Eerst als adviseur op het gebied van de WVG (Wet Voorzieningen Gehandicapten) en vanaf 1994 als bestuurslid (penningmeester en later secretaris). Hij is een geweldige steun voor het APG. Hij is gedreven in zijn betrokkenheid. Hij is daarbij goudeerlijk en wars van uiterlijk vertoon. De heer Emmelot heeft zich gespecialiseerd in de WVG. Zowel in regelgeving als in de uitvoering is hij van alles op de hoogte. Wanneer hij onrecht bespeurt in de uitvoering van de WVG, gaat hij net zolang door tot hij zijn doel bereikt heeft, en altijd voor het belang van de doelgroep. Nieuwe uitdagingen zijn het CVV (Collectief Vraagafhankelijk Vervoer) en de cliëntenparticipatie.

Nico Schoof
Burgemeester van Alphen aan den Rijn.
7 januari 2002

© Gemeente Alphen aan den Rijn, 07 januari 2002 laatste wijziging