OPEN UNIVERSITEIT NEDERLAND
OUNL PROEFSCHRIFT: Stigmatisering van mensen met HIV
Mensen met HIV hebben niet alleen te maken met de lichamelijke en
emotionele gevolgen van hun ziekte, maar krijgen door hun ziekte vaak
ook te maken met stigmatiserende reacties: openlijke signalen van
ongemak, het vermijden van de omgang met iemand met HIV of het
verbreken van het contact.
In het promotieonderzoek 'HIV Stigma and Social Interaction. Examining
Strategies to Influence Perceivers'Emotional and Behavioral Reactions
in Initial Encouners' van Arjan Bos (faculteit Sociale wetenschappen
Open Universiteit) is onder meer onderzocht welke factoren
stigmatisering van mensen met HIV bepalen. Verder zijn verschillende
strategieën onderzocht die mensen met HIV in het eerste contact met
anderen zouden kunnen hanteren om stigmatiserende reacties te
reduceren en pro-sociale reacties te bevorderen.
Drie factoren
In de eerste studie van het promotieonderzoek is de beeldvorming over
mensen met HIV door middel van een landelijke telefonische enquête
onderzocht. Hieruit kwam naar voren dat de beeldvorming in Nederland
redelijk positief is. De betrokkenheid met patiënten met HIV/AIDS
bleek wel lager te zijn dan voor patiënten met hart- en vaatziekten,
kanker of astma. De bereidheid om persoonlijk contact te hebben met
iemand met HIV hangt af van drie factoren: de besmettelijkheid van de
ziekte, de persoonlijke verantwoordelijkheid voor het ontstaan van de
ziekte (onveilig vrijen of bijvoorbeeld bloedtransfusie) en de
attitude ten aanzien van homoseksuelen. Naarmate iemand de
besmettelijkheid hoger inschat, de patiënt meer persoonlijk
verantwoordelijk stelt en negatiever staat ten aanzien van
homoseksuelen, zal hij meer stigmatiseren en minder bereid zijn om
persoonlijk contact te hebben met de patiënt.
Reduceren van stigmatisering
Kunnen patiënten door hun gedrag tijdens een eerste ontmoeting
stigmatiserende reacties verminderen en pro-sociale reacties
bevorderen? Bos deed vijf experimentele studies. Als de patiënt over
zijn leed communiceert, roept dat bij vrouwen sterkere gevoelens van
medeleven op, terwijl het mannen juist irriteert. Dat sluit aan bij
eerder onderzoek naar sekserollen en emoties. Mannen blijken verder
weg te gaan zitten van een HIV-patiënt dan van een gezonde
interactiepartner. Voor vrouwen had de gezondheidstoestand van de
interactiepartner geen effect op deze indirecte maat van
stigmatisering.
Deze resultaten suggereren dat personen met HIV anderen beter niet
confronteren met hun leed. Echter, een milde vorm van leedcommunicatie
in de eerste ontmoetingen leidt tot pro-sociale reacties bij vrouwen.
Of dergelijk gedrag ook bij langere interactie positieve gevolgen
heeft op de houding van vrouwen is echter twijfelachtig.
Patiënten kunnen ook interactiestrategieën inzetten gericht op het
verminderen van angst. De strategieën die Bos onderzocht heeft
(geruststellen, voorspelbaar zijn) blijken maar in zeer beperkte zin
effectief. Expliciet geruststellen leidt zelfs tot meer angst bij
degenen die in eerste instantie weinig angst voelden. Waarschijnlijk
omdat het expliciet maken het gevaar meer benadrukt. Voorspelbaar
gedrag vertonen lijkt wel een nuttige strategie, want het roept
sterkere gevoelens van medelijden op.
Verder onderzoek
Tot op heden was er binnen de sociale psychologie en de
gezondheidspsychologie relatief weinig aandacht voor manieren om
negatieve reacties ten opzichte van chronisch zieken te reduceren. Dit
promotieonderzoek heeft de effecten van een beperkt aantal
stigmaproductiestrategieën onderzocht. In toekomstig onderzoek zal ook
naar andere strategieën gekeken moeten worden en zullen andere
aanvullende meetinstrumenten zoals fysiologische maten en subtiele
gedragsmaten gebruikt moeten worden. Arjan Bos zal de komende jaren
onderzoek blijven doen op het terrein van stigmatisering.
Bos promoveerde op 8 november 2001 aan de Universiteit Maastricht.
Voor meer informatie over dit persbericht kunt u contact opnemen met
het Bureau bestuursondersteuning van de Open Universiteit Nederland,
telefoon: 045-5762959.
04 jan 02 15:03