Provincie West-Vlaanderen

Persberichten

Bestendige deputatie adviseert gunstig over bescherming als monument van 17e-eeuwse kruiswegstatie in Ardooie Brugge, 3/1/2002
In de gevel van de handelszaak Stationsstraat 22 in Ardooie is een merkwaardig halfverheven beeldhouwwerk te zien, met een voorstelling van de kruisafneming van Christus. Eronder bevindt zich een witstenen console met twee engelenkopjes en een tekst die verwijst naar de episode met de heilige Veronica. Beide stukken zijn de enige restanten van een witstenen kruisweg die bestond uit niet minder dan twintig verschillende staties. Deze stonden in heel de gemeente verspreid en vormden een circuit. Dat circuit werd in de 17e eeuw elk jaar gegaan op de zondag na het Octaaf van Sacramentsdag, wat veel gelovigen naar Ardooie bracht. Hieraan herinnert trouwens de nog steeds bestaande kermis van Ardooie-Ommegang. De kruisweg werd in 1624 geplaatst door de toenmalige pastoor Philips Carel van Innis. Het oprichten van dergelijke kruiswegen werd in die periode in Vlaanderen gepropageerd door Michael Zachmoortere, pastoor van de Ekkergemparochie in Gent.

In de loop van de 18e eeuw raakte de ommegang van Ardooie in onbruik, waarna de staties een na een verdwenen. De beide onderdelen van de enige nog bestaande kruiswegstatie horen eigenlijk niet samen, want zij verwijzen naar twee verschillende episodes in het lijdensverhaal van Christus. Zij behoorden oorspronkelijk dan ook tot twee verschillende staties.

Deze kruiswegstatie heeft onmiskenbaar een historische waarde. Als zeldzaam materieel getuigenis van de religieuze beleving in de 17e eeuw in Vlaanderen, heeft zij een cultuurhistorisch, godsdiensthistorisch en volkskundig belang. Zij vormt tevens en mooi voorbeeld van 17e-eeuwse volkskunst.

Het gemeentebestuur van Ardooie is zich bewust van die waarde, en diende een aanvraag tot bescherming in bij de Vlaamse Gemeenschap. Daar startte de Afdeling Monumenten en Landschappen een beschermingsprocedure. Nu treedt dus ook de bestendige deputatie de opvatting bij dat het hier om een beschermenswaardig monument gaat. De uiteindelijke beslissing over de bescherming berust bij Vlaams minister Paul Van Grembergen.