Nederland was nog grote mogendheid tot 1748
3 januari 2002
NWO-historicus dr. Olaf van Nimwegen heeft bij het Instituut voor Militaire Geschiedenis in Den Haag ontdekt dat de Republiek der Verenigde Nederlanden niet tot 1713 maar tot 1748 een cruciale rol vervulde in de Europese machtspolitiek. De geschiedkundige publiceert zijn bevindingen in een boek dat binnenkort verschijnt.
In de oorlogen tegen de Fransen tussen 1672 en 1748 had de republiek der Verenigde Nederlanden een spilfunctie in Europa. Vanaf 1688 bundelden Nederland, Oostenrijk en Engeland hun krachten. De drie hadden belang bij sterke zuidelijke Nederlanden, ruwweg het huidige België. De zuidelijke Nederlanden waren vanaf 1713 officieel Oostenrijks grondbezit. De Nederlanden zorgden voor de militaire verdediging van het gebied, omdat het gebied een buffer vormde tegen het militair sterke Frankrijk. Voor de Engelsen was het van belang dat de Fransen de haven van Oostende niet in handen kregen, omdat van daaruit een landing op de Engelse kust mogelijk was.
In veel geschiedenisboeken staat dat Nederland vanaf 1713 niet meer meetelde, maar Olaf van Nimwegen laat zien dat de Republiek tot 1748 Europa's vierde militaire macht was, na Frankrijk, Oostenrijk en Pruisen.
Van Nimwegen vond archieven in Frankrijk waaruit blijkt dat de Fransen nauwlettend in de gaten hielden hoe de Nederlanden de oorlog financierden. Zolang belastingen en leningen volstonden om de oorlog te betalen, wisten de Fransen dat ze de republiek nog niet tot een vredesakkoord konden dwingen.
In 1746 verloor de bevolking tijdelijk het vertrouwen in de kredietwaardigheid van de republiek. De republiek moest loterijleningen uitschrijven om nieuwe huurlingen te betalen. Bij loterijleningen maakt de geldschieter, naast rente en afbetaling kans op een grote geldprijs.
In 1747 had de nieuwe stadhouder Willem IV weer het volle vertouwen van de bevolking, en kon hij het leger uitbreiden tot maar liefst honderdduizend manschappen. Toch konden de Fransen Zeeuws Vlaanderen, Bergen op Zoom en Maastricht veroveren. De legers van Oostenrijk en Engeland waren tekortgeschoten. Na een vredesakkoord in 1748 met de Fransen kregen de Oostenrijkers de zuidelijke Nederlanden terug, maar de vestingen waren verwoest en Oostenrijk wilde er niet meer in investeren. De verzwakte zuidgrens maakte Nederland kwetsbaar voor een nieuwe Franse aanval en de republiek werd een tweederangs mogendheid.
Een pijnlijk detail is dat de Fransen al veel langer vrede met de Nederlanden wilden, maar dit niet duidelijk kenbaar durfden te maken. Zij wilden niet zwak overkomen. De vernietiging van de vestingen in de zuidelijke Nederlanden was helemaal niet nodig geweest.
Nadere informatie bij
* dr. Olaf van Nimwegen (Instituut voor Militaire Geschiedenis)
* tel. 033 4550886 (privé)
* e-mail
* Het boek: 'De Republiek der Verenigde Nederlanden als grote mogendheid' verschijnt de tweede helft van januari bij uitgeverij de Bataafsche Leeuw, ISBN 90 6707 540 X.