Gemeente Rotterdam

Rotterdam tevreden met kabinetsbesluit Tweede Maasvlakte en nieuwe natuur

Het College van B. en W. van Rotterdam is tevreden met deel 3 van de Planologische Kernbeslissing-plus van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam zoals door het Kabinet vastgesteld. Havenwethouder Peter van Dijk: "Het kabinetsbesluit geeft de Rotterdamse haven de mogelijkheid om uit te breiden en betekent tegelijkertijd een krachtige impuls voor natuurontwikkeling en recreatiemogelijkheden in de directe omgeving van de stad. Ontwikkeling van de haven en versterking van het leefklimaat gaan hand in hand".

Het College van B. en W. hecht er grote waarde aan dat aan het kabinetsbesluit een unaniem advies van het breed samengestelde 'Overleg Niet Rijkspartijen' ten grondslag ligt. Het geeft aan dat de ontwikkeling van economie en natuur goed samen gaan. De Planologische Kern Beslissing ligt in dit opzicht in het verlengde van 'Visie en Durf', het convenant dat gemeente en milieuorganisaties gesloten hebben over de ontwikkeling van milieu en economie in de regio.

De volgende stap is vaststelling van PKB deel 4 door het parlement. Tegelijkertijd moeten er afspraken gemaakt worden met het Rijk over financiering van de deelprojecten van de PKB: de landaanwinning, 750 hectare nieuw natuur- en recreatiegebied, en intensivering van het gebruik van het bestaande Rotterdamse havengebied. Het is zaak dat afspraken over de financiering van dit pakket op korte termijn gemaakt worden, zodat perspectief ontstaat op daadwerkelijke realisatie van de deelprojecten van de PKB.

In de PKB is aangegeven dat de vraag uit de markt de snelheid bepaalt waarmee de Tweede Maasvlakte moet worden aangelegd. Wethouder van Dijk: "Onze verwachting is dat de haven al op kortere termijn meer ruimte nodig heeft dan sommige berekeningen suggereren. Daarom is haast geboden met de aanleg. De betekenis van de Tweede Maasvlakte voor de economische ontwikkeling is evident. Rotterdam en het Rijk hebben hierin een gezamenlijk belang. Ik ga er dan ook vanuit dat we het financieringsvraagstuk samen met het Rijk kunnen oplossen."