OPEN UNIVERSITEIT NEDERLAND
OUNL PROEFSCHRIFT: Ruim kwart van hartpatiënten blijft roken
Waarom roken hartpatiënten stug door terwijl ze vaak op het nippertje aan de dood zijn ontsnapt? En waarom kunnen sommige zwangere vrouwen de sigaret niet laten liggen? Omdat deze vorm van verslaving net zo intens is als bij andere genotsmiddelen als bijvoorbeeld heroïne en alcohol. De nicotineverslaving bouwt een roker binnen twee weken af, de psychologische verslaving duurt echter veel langer. Catherine Bolman (Sociale wetenschappen Open Universiteit) promoveerde eind vorig jaar aan de Universiteit Maastricht op het proefschrift 'Smoking Cessation among Patients Hospitalized with Cardiac Disease: Evaluation of a Minimal-Contact Intervention'. Uitgangspunt van het onderzoek van Bolman is het gegeven dat veel hartpatiënten blijven roken, terwijl het merendeel van de patiënten die met een hartziekte in het ziekenhuis is opgenomen, wél gemotiveerd is om te stoppen. Verpleegkundigen en cardiologen beschouwen het als hun taak om het rookgedrag met patiënten te bespreken en hen te adviseren, maar erkennen er onvoldoende aandacht aan te besteden. Aan het onderzoek deden 789 hartpatiënten mee en waren 11 ziekenhuizen betrokken.
Bolman heeft verpleegkundigen en cardiologen gevraagd om te werken met
het voorlichtingsprotocol 'Minimale Interventie Strategie'. Deze
interventie bestaat uit een advies van de cardioloog aan de patiënt om
te stoppen met roken, een begeleidingsgesprek met een verpleegkundige,
schriftelijke zelfhulpmaterialen en nazorg na het ontslag uit het
ziekenhuis.
De interventie blijkt te leiden tot meer patiënten die stoppen met
roken (na 3 maanden) als ook meer patiënten die ook na langere tijd
nog steeds niet roken (continue abstinentie). Echter 27 procent van de
patiënten die participeerden in het onderzoek is binnen 12 maanden
weer gaan roken.
Bolman onderzocht ook de reacties van de verpleegkundigen die met het
protocol hebben gewerkt. De meerderheid reageert positief over het
protocol, is van plan om het te blijven gebruiken, maar is niet
overtuigd van het effect. Een aantal onderdelen van het protocol vindt
men moeilijk uit te voeren. Bolman doet een aantal aanbevelingen voor
de verspreiding van het protocol bij verpleegkundigen en eraan
gerelateerde onderwerpen zoals training in het werken met het
protocol. Ze concludeert ook dat de nazorg substantiële verbetering
behoeft.
Voor meer informatie over dit persbericht kunt u contact opnemen met
het Bureau bestuursondersteuning van de Open Universiteit Nederland,
telefoon: 045-5762959.
03 jan 02 13:52