2 januari 2002
Wetenschap slecht voorbereid op toekomstige vraagstukken van misdaad en
misdaadbestrijding
Het wetenschappelijke onderzoek in Nederland op het terrein van
misdaad en misdaadbestrijding is niet goed georganiseerd, te
versnipperd en te veel afhankelijk van op de actualiteit gericht
opdrachtonderzoek. Er bestaat te weinig ruimte voor interdisciplinair
en fundamenteel onderzoek dat is gericht op lange-termijn
vraagstukken.
Dit blijkt uit een verkenning die de Adviesraad voor het Wetenschaps-
en technologiebeleid (AWT) heeft laten uitvoeren door drie hoogleraren
criminologie: prof.dr. G.J.N. Bruinsma (NSCR en UL), prof.dr. H.G. van
de Bunt (VU en EUR) en mw. prof.dr. I. Marshall Haen (University of
Nebraska, USA).
De samenleving wordt steeds onveiliger. Misdaad is overal aanwezig en
burgers en bedrijfsleven ondervinden veel schade. Als gevolg van de
globalisering (open grenzen, Europese eenwording), nieuwe technologie
(ICT, biotechnologie) en veranderingen in formele en informele sociale
controle (terugtredende overheid, private beveiliging en
internationale politie- en justitiesamenwerking) komt ons land te
staan voor deels nieuwe en deels bestaande misdaadvraagstukken in
nieuwe gedaanten. Gewone burgers die meer gelegenheden benutten,
veelplegers (met langdurige criminele loopbanen), bonafide
organisaties (fraude en corruptie) en georganiseerde misdadigers
(grensoverschrijdende misdaad) zullen zorgen voor meer complexe vormen
van misdaad. De genoemde ontwikkelingen hebben ook invloed op de
misdaadbestrijding: nieuwe technologie bijvoorbeeld biedt tal van
mogelijkheden voor de preventie en bestrijding van criminaliteit. Maar
deze roepen ook tal van empirische (is het effectief?) en normatieve
vragen (is het geoorloofd?) op.
Om die vraagstukken adequaat aan te kunnen pakken is veel en vooral
fundamentele kennis nodig. De wetenschap in ons land is daarop echter
niet toegespitst. Volgens de drie hoogleraren schiet de huidige
organisatie van het wetenschappelijke onderzoek tekort om adequaat in
te spelen op de toekomstige problemen en vragen op het terrein van
criminaliteit en criminaliteitsbestrijding. Het wetenschappelijke
onderzoek is te gefragmenteerd, te versnipperd, te monodisciplinair,
te nationaal en te afhankelijk van opdrachtonderzoek om de benodigde
interdisciplinaire kennis te kunnen leveren.
De hoogleraren pleiten in hun rapport voor een op de toekomst
voorbereide onderzoeksagenda waarin meer plaats wordt ingeruimd voor
fundamenteel en interdisciplinair onderzoek. Zij houden een pleidooi
voor betere structurele voorzieningen voor wetenschappelijk
criminaliteitsonderzoek, voor maatregelen om meer jonge onderzoekers
op te leiden en voor betere mogelijkheden om innovatief en
internationaal onderzoek te verrichten. Belangrijk is ook dat er
brede, academische opleidingen komen op het terrein van misdaad en
misdaadbestrijding.
385 woorden
De verkenning criminaliteit `Met het oog op de toekomst. Verkenning
naar de kennisvragen over misdaad en misdaadbestrijding in 2010' is te
bestellen via de Postbus 51 informatiedienst (0800-8051 of
www.postbus51.nl) en te raadplegen/bestellen op www.awt.nl.
Meer informatie is verkrijgbaar bij prof.dr. G.J.N. Bruinsma
(071-5278527) of
prof.dr. H.G. van de Bunt (020-4446226). Ook kunt u contact opnemen
met
drs.ing. A.N.M. Langendorff van de AWT (070-3639922 of 073-6131524).
---
Ga terug naar de Pers-pagina
Ga terug naar de AWT Homepage
e-mail aan de AWT over deze WWW pagina's
e-mail aan de AWT voor overige zaken
laatst gewijzigd woensdag 03 mei 2000