Lisv-symposium Herpakken en (in)polderen!
Het aftellen is begonnen. Op 1 januari komt de euro in beeld als
wettig betaalmiddel, terwijl het Landelijk instituut sociale
verzekeringen (Lisv) juist uit beeld verdwijnt. Op 1 januari treedt er
immers een nieuwe structuur in de uitvoering van de sociale
verzekeringen in werking: het Lisv wordt als het ware opgevolgd door
het UWV (het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen). Dat
ontlokte Lisv-voorzitter Flip Buurmeijer tijdens het symposium
Herpakken en (in)polderen! tot de opmerking dat de euro het straks
zonder het Lisv zal moeten doen.
Tijdens het symposium benadrukte staatssecretaris Hoogervorst van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid, dat het Lisv - als opvolger van het
Tica (Tijdelijk instituut voor coördinatie en afstemming) dat in maart
1997 werd opgeheven - in een buitengewoon moeilijke positie zat. Het
was tegelijkertijd opdrachtgever, regelgever, toezichthouder en
externe concernstaf van de uitvoeringsinstellingen. Een vrijwel
onmogelijke combinatie van verantwoordelijkheden, aldus de
staatssecretaris, die eraan toevoegde dat het Lisv veel voor elkaar
heeft gekregen. Het instituut sloot jaarlijks contracten met de
uitvoeringsinstellingen en dat heeft ertoe geleid dat de uitvoering
veel doorzichtiger is geworden. Producten en prijzen werden sindsdien
immers in contracten vastgelegd. Er kwam veel meer statistische
informatie op centraal niveau beschikbaar. De informatievoorziening in
uvi-land is nog steeds niet optimaal, maar ik kan u verzekeren:
vroeger wisten we helemaal niks en nu weten we in ieder geval wat we
niet weten.
Publiek of privaat?
In het regeerakkoord van 1998 koos de huidige coalitie voor een
politiek compromis: de uitvoeringsinstellingen zouden worden
geprivatiseerd, terwijl de beoordeling van het recht op een uitkering
een publieke taak zou blijven. Een halve privatisering dus eigenlijk,
zegt Hoogervorst, die meent dat na de aanvankelijke scepsis bij de
uitvoeringsinstellingen iedereen nu tevreden is als er door de
uitvoeringsinstellingen streng wordt gekeurd. Als een bankverzekeraar
zijn strengste artsen had ingezet, was de wereld te klein geweest.
Samen met minister De Vries koos Hoogervorst in het voorjaar van 1999
uit volle overtuiging voor een volledig publieke uitvoering van de
uitkeringsverzorging en premie-inning. Volgens hem om twee redenen: In
de eerste plaats omdat ik me moeilijk een meer publieke taak kan
indenken dan het innen en toekennen van publieke gelden. Er is toch
ook niemand die voorstelt de Belastingdienst te privatiseren?
Daarnaast was ik ervan overtuigd dat we zoveel bureaucratische regels
nodig zouden hebben om publiek en privaat goed te kunnen scheiden dat
privatisering op een drama zou zijn uitgelopen.
Arbeidsvoorziening gaat privaat
Hoogervorst wijdde ook nog enkele woorden aan de reïntegratiemarkt,
die wel volledig wordt geprivatiseerd. Oftewel: De arbeidsvoorziening
gaat privaat. Volgens de VVDer kan het bedrijfsleven veel verdienen
met een actief reïntegratiebeleid. Met goed management en een goede
arbo-inzet kan de werkgever de variabele kosten van ZW en WAO
aanmerkelijk terugdringen, meent hij. Nog nooit hebben werkgevers zo
sterk de mogelijkheid gehad zelf vorm te geven aan de reïntegratie van
hun werknemers en daar ook zelf de vruchten van te plukken. Ik neem
dan ook aan dat de werkgeversorganisaties - die zo teleurgesteld waren
dat de uitvoeringsinstellingen niet werden geprivatiseerd - er in de
SER alles aan zullen doen om collectivisering van de ziekte- en
WAO-kosten te voorkomen.
Over een nieuw WAO-stelsel, waar inmiddels heel Nederland met smart op
zit te wachten, merkte Hoogervorst ten slotte op dat het systeem
zelfcorrigerend moet zijn. Het grote drama van de WAO is dat alle
ingrepen van de laatste twintig jaar vrijwel geheel bovenwettelijk
zijn aangevuld of wegverzekerd. Wil een volgende herziening wel
succesvol zijn, dan moeten de prikkels eenduidig de goede richting
opgaan: voor zowel werknemers als werkgevers. Als belangrijke
kenmerken van een nieuw stelsel noemde de staatssecretaris eenvoud en
transparantie. Een te ingewikkeld stelsel lokt calculerend gedrag uit
en is bovendien belastend voor de uitvoering. Voor een ingewikkeld
probleem moet je altijd een eenvoudige oplossing zoeken.
Bondig, december 2001