Koepelorganisaties geen bezwaar tegen Verzamelwet SZW-wetten
Staatssecretaris Hoogervorst heeft aan het Verbond, de Vereniging van
Bedrijfstakpensioenfondsen (VB) en de Stichting voor
Ondernemingspensioenfondsen (Opf) laten weten tegemoet te komen aan
hun verzoek over het Wetsvoorstel Verzamelwet SZW-wetten. De drie
koepelorganisaties hadden de staatssecretaris hierover onlangs een
brief gestuurd.
In het wetsvoorstel is met betrekking tot de Pensioen- en
spaarfondsenwet (PSW) een bepaling opgenomen die voorschrijft dat over
reeds opgebouwd pensioen individuele gelijkwaardigheid dient te worden
toegepast en over nog op te bouwen pensioen collectieve
gelijkwaardigheid. Hierdoor zou een knip ontstaan in
pensioenregelingen. Het Verbond, de VB en de Opf konden zich niet
voorstellen dat het effect van deze dwingend rechtelijke bepaling is
beoogd en verzochten de staatssecretaris daarom om aan te geven dat
deze bepaling van regelend recht is. Tevens vroegen de
koepelorganisaties de staatssecretaris uitdrukkelijk een uitspraak te
doen tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer.
Als reactie hierop, heeft Hoogervorst aangegeven dat de opgebouwde
aanspraken tot 1 januari 2002 na 1 januari onder hetzelfde
waardeoverdrachtregime vallen als ervoor. Doel van de wijziging is te
voorkomen dat waardeoverdracht in de vorm van uitruil voor aanspraken
die betrekking hebben op perioden van opbouw vóór 1 januari 2002 in
het geheel niet meer mogelijk zijn. Een knip in pensioenregelingen kan
daardoor niet ontstaan. De staatssecretaris gaf verder aan zich te
willen inspannen met de pensioenkoepels en de PVK om deze discussie
tot een goed einde te brengen. De drie koepelorganisaties hebben
inmiddels aangegeven dat de reactie van Hoogervorst reden is om geen
bezwaren meer te uiten tegen aanname van de Verzamelwet SZW-wetten.
Bondig, december 2001