Persbericht, 20 december 2001
West Friesland van 13 naar 5 gemeenten
In het herindelingsontwerp voor West-Friesland wordt het aantal
gemeenten in deze regio teruggebracht van 13 naar 5 gemeenten. Het
voorstel was in augustus al voorlopig vastgesteld, maar is definitief
vastgesteld. De voornaamste aanpassing daarbij betreft de omvang en
situering van de gebiedsuitbreiding van de gemeente Hoorn. De gemeente
Hoorn blijft zelfstandig en krijgt in het definitieve
herindelingsontwerp een extra gebiedsuitbreiding. Het eerdere voorstel
om Enkhuizen zelfstandig te laten, is gehandhaafd.
De indeling wordt als volgt.
1. Hoorn blijft zelfstandig en wordt vergroot met circa 1.600 ha
grondgebied van de aangrenzende gemeenten Drechterland (925 ha),
Wervershoof (220 ha) en Wognum (135 ha). Daarnaast wordt een
gebied van ongeveer 300 hectares van de gemeente Wester-Koggenland
aan de gemeente Hoorn toegevoegd. In het eerdere voorstel bedroeg
de gebiedsuitbreiding 945 ha. De extra hectaren komen van de
gemeenten Drechterland en Wester-Koggenland. Het aanvankelijke
voorstel om 195 ha van de gemeente Venhuizen over te dragen aan
Hoorn is vervallen.
2. Enkhuizen blijft ook zelfstandig. Een terrein van de gemeente
Stede Broec, aangrenzend aan het terrein Schepenwijk, ter grootte
van ongeveer 35 ha, wordt aan gemeente Enkhuizen toegevoegd
3. De gemeenten Wester-Koggenland, Opmeer, Wognum en Obdam worden
samengevoegd tot één gemeente en dragen bij de samenvoeging
ongeveer 435 ha grond aan Hoorn over.
4. De gemeenten Wervershoof, Andijk, Medemblik en Noorder-Koggenland
worden ook samengevoegd tot één gemeente. Zij dragen bij de
samenvoeging ongeveer 220 ha grond aan Hoorn over
5. De vijfde gemeente wordt gevormd door samenvoeging van de
gemeenten Venhuizen, Stede Broec en Drechterland. Deze gemeente en
draagt bij de samenvoeging ongeveer 925 ha grond aan Hoorn over en
circa 35 ha aan Enkhuizen.
De exacte grootte van de over te dragen stukken grond en het
grensverloop wordt nader bepaald in overleg met de betrokken
gemeenten.
Nadat de betrokken gemeenten over de herindeling zijn geïnformeerd
wordt het voorstel ter kennisname toegezonden aan de minister van
Binnenlandse Zaken. In januari en februari ligt het voorstel ter
inzage bij de betreffende gemeenten. Elke inwoner kan dan zijn of haar
zienswijze over dit ontwerp aan GS kenbaar maken. De raden van de
betrokken gemeenten krijgen daarvoor zelfs nog een maand extra. Naar
verwachting zullen provinciale staten in september 2002 een
herindelingsadvies aan de minister van Binnenlandse zaken en
Koninkrijksrelaties vaststelen. Daarin zal rekening gehouden worden
met de ingebrachte zienswijzen. Vervolgens beslist de minister of hij
op basis van dat advies een voorstel voor een herindelingsregeling aan
de Tweede en Eerste kamer zal voorleggen. De herindeling zal dan ook
niet voor januari 2004 in werking treden.
Informatie: Karel Ockeloen, afdeling Bestuur en Concern, tel. (023)
514 40 64