IP/01/1832
Brussel, 14 december 2001
Commissie maakt voornemen bekend om associatie tussen Austrian
Airlines en Lufthansa goed te keuren
De Europese Commissie is van plan gedurende zes jaar een vrijstelling
van de Europese mededingingsvoorschriften te verlenen voor een
associatie tussen Lufthansa en Austrian Airlines, nadat beide
luchtvaartmaatschappijen er volgens een eerste beoordeling van de
Commissie in geslaagd zijn de bezwaren uit het oogpunt van de
mededinging weg te nemen. Het voornemen van de Commissie wordt vandaag
bekendgemaakt in een mededeling in Publicatieblad C356. De
voorgestelde verbintenissen zullen de voorwaarden tot stand brengen
die ook rivalen in de luchtvaartsector de kans moeten bieden routes
tussen Duitsland en Oostenrijk te exploiteren, waardoor het ontstaan
van een tegen de belangen van de reizigers indruisende
quasi-monopoliesituatie in de luchtvervoersdiensten tussen deze beide
landen wordt vermeden.
In december 1999 meldden Austrian Airlines Österreichische
Luftverkehrs AG (AuA) en Deutsche Lufthansa AG een
samenwerkingsovereenkomst bij de Commissie aan en verzochten zij om
vrijstelling op grond van de Europese mededingingsregels. De
overeenkomst zou het hun onder meer mogelijk maken de tarieven en
dienstregelingen voor vluchten over de gehele wereld te coördineren.
Na een diepgaand onderzoek en een aantal vruchteloze gesprekken met
beide maatschappijen heeft de Commissie hun in mei 2001 een mededeling
van punten van bezwaar toegezonden, waarin zij hen ervoor waarschuwt
dat hun samenwerkingsovereenkomst in haar oorspronkelijke vorm geen
vrijstelling kan genieten omdat zij de concurrentie op vrijwel alle
routes tussen Oostenrijk en Duitsland zou elimineren, waardoor de
reizigers tussen die twee landen geen keuze tussen
luchtvaartmaatschappijen meer zouden hebben en een prijsstijging te
verwachten valt.
Nieuwkomers op de markt
Deze waarschuwing heeft vruchten afgeworpen. Onmiddellijk daarna
werden immers meer inspanningen geleverd om de mededinging op de
betrokken routes te bevorderen of om ervoor te zorgen dat consumenten
niet te lijden zouden hebben van monopoliewinsten.
Er zij op gewezen dat ondanks de liberalisering van de
EU-luchtvervoersmarkt hoge barrières zoals het tekort aan slots op de
grootste luchthavens, het hoge aantal vluchten van de partijen en de
samenvoeging van de frequent-flyer-programma's andere
luchtvaartmaatschappijen verhinderen tot de markt toe te treden.
Luchtvaartmaatschappijen van buiten de EU hebben het nog moeilijker om
de markt te betreden omdat zij daarenboven nog met belemmeringen van
regelgevende aard af te rekenen krijgen.
De Commissie kwam tot de bevinding dat twee kleine
EU-luchtvaartmaatschappijen en twee maatschappijen uit landen van
Midden- en Oost-Europa belangstelling hadden om op routes tussen
Oostenrijk en Duitsland met een dienst te beginnen, mits slots
beschikbaar waren en aan bepaalde andere voorwaarden was voldaan. In
het licht daarvan heeft de Commissie intensieve onderhandelingen met
AuA en Lufthansa aangeknoopt met de bedoeling overeenstemming te
bereiken over een aantal verbintenissen die de markttoegang moeten
vergemakkelijken. Deze onderhandelingen hebben reeds twee van
bovenbedoelde maatschappijen Adria Airways en Air Alps Aviation in
staat gesteld met lijnvluchten tussen Wenen en Frankfurt en Wenen en
Stuttgart te starten.
Teneinde de concurrentie op routes tussen Duitsland en Oostenrijk in
de hand te werken, hebben AuA en Lufthansa toegezegd tot een maximum
van 40% van de door hen gebruikte slots voor vluchten tussen gelijk
welk stedenpaar ter beschikking te stellen van elke nieuwkomer die de
routes wenst te exploiteren en die er niet in slaagt deze slots te
verkrijgen via de normale procedure voor de toewijzing van slots.
AuA en Lufthansa hebben er zich tevens toe verbonden om telkens als zij een gepubliceerd tarief verlagen voor een route waarop zij met een nieuwkomer worden geconfronteerd, een (in procent) gelijke tariefverlaging toe te passen op vluchten tussen drie andere Oostenrijks-Duitse stedenparen ten aanzien waarvan zij geen concurrentie ondervinden. Met deze verbintenis wordt beoogd ervoor te zorgen dat ook de reizigers op routes waarop AuA/Lufthansa een monopoliepositie innemen, de voordelen van concurrentie genieten.
AuA en Lufthansa hebben voorts toegezegd om nieuwkomers die niet over
een eigen "frequent-flyer-programma" (FFP) beschikken, toe te staan
aan hun FFP's deel te nemen indien zij dit wensen. Andere
verbintenissen hebben onder meer betrekking op interlining d.w.z. de
mogelijkheid voor reizigers om tijdens een bepaalde reis op basis van
één enkel ticket met meer dan één luchtvaartmaatschappij te reizen en
op de verplichting om tijdens een startperiode het aantal vluchten te
bevriezen teneinde te voorkomen dat nieuwkomers al kort na hun
toetreding uit de markt worden gestoten.
Ten slotte hebben AuA en Lufthansa eveneens toegezegd om met name met
spoorwegmaatschappijen overeenkomsten inzake intermodaal vervoer te
sluiten teneinde consumenten een ruimere keuze en betere
vervoersdiensten te bieden.
De Commissie is van oordeel dat de door beide partners voorgestelde
verbintenissen bevredigend zijn uit mededingingsoogpunt en is daarom
voornemens de overeenkomst gedurende zes jaar vrij te stellen. De
verbintenissen blijven tijdens de gehele periode van kracht.
"Het verheugt mij ten zeerste dat een aantal luchtvaartmaatschappijen
belangstelling heeft laten blijken om de markt voor luchtdiensten
tussen Oostenrijk en Duitsland te betreden en dat twee ervan reeds
begonnen zijn met het organiseren van vluchten op de routes
Wenen-Frankfurt en Wenen-Stuttgart. Zonder het optreden van de
Commissie zou er een monopolie zijn ontstaan, wat niet in het belang
van de consument zou zijn geweest", aldus Europees Commissielid Mario
Monti.
De overeenkomst tussen AuA en Lufthansa en de aan de Commissie gedane
toezeggingen zijn samengevat in een mededeling die vandaag in
Publicatieblad C356 van de Europese Gemeenschappen wordt
bekendgemaakt. Belanghebbenden hebben vier weken de tijd om te
reageren.
Achtergrond
In december 1999 meldden AuA en Lufthansa een
samenwerkingsovereenkomst bij de Commissie aan en verzochten zij om
vrijstelling op grond van de Europese mededingingsregels. Voor AuA is
deze samenwerkingsovereenkomst erop gericht deel te nemen aan de
STAR-alliantie.
De netwerkovereenkomst omvat het passagiersvervoer, het onderhoud, de
luchthavenfaciliteiten en gronddiensten. De partijen zullen de
tarieven en dienstregelingen voor vluchten over de gehele wereld
coördineren. De wereldwijde-samenwerkingsovereenkomst omvat eveneens
de wederzijdse toegang tot de "frequent-flyer credits", code sharing
en de integratie van de gegevensverwerking. De integratie van het
bilaterale verkeer tussen Oostenrijk en Duitsland wordt uitgebouwd
door de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming die de
winsten en verliezen zal delen.
Op vrijwel alle 33 directe routes tussen Oostenrijk en Duitsland
hebben AuA en Lufthansa een gezamenlijk marktaandeel van 100% in het
passagiersvervoer. Er bestaat slechts in beperkte mate concurrentie
van andere vervoerwijzen, zoals het weg- en het spoorvervoer.
In de loop van het onderzoek ontving de Commissie talrijke klachten van personen en ondernemingen over de zeer hoge tarieven voor vluchten tussen Oostenrijk en Duitsland. Tevens kwam er een klacht van de Oostenrijkse toeristenindustrie dat de hoge tarieven op deze markt een negatieve invloed hebben op het toeristencentrum Wenen.
Daarnaast onderzoekt de Commissie nog steeds een soortgelijke
overeenkomst tussen AuA en SAS, waarover zij eveneens een brief met
ernstige twijfels zond op hetzelfde tijdstip als haar schrijven aan
AuA/Lufthansa (zie IP/00/1159).