Ministerie van Algemene Zaken


1red10330
14-12-2001, NOS, Met het oog op morgen, Radio 1, 23.07 uur

VICE-MINISTER-PRESIDENT BORST, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE

MINISTERRAAD, OVER HET WAO-ADVIES VAN DE SER

GREYN:
Staatssecretaris Hoogervorst heeft deze week in de Tweede Kamer laten merken dat hij steeds ongeduldiger wordt over de SER. De SER is bezig met een advies over hoe het verder moet met de WAO en hij zou in het kabinet gaan vertellen dat het kabinet daar misschien zelf wat mee moet gaan doen.

BORST:
Dat klopt. Dat heeft hij ook gedaan. Wij gaan er van uit, toch nog maar, dat de SER in januari met een advies komt. We hadden het eigenlijk in oktober al verwacht, maar ja, men kon het niet eens worden. Nu schijnt men toch weer wel op weg te zijn naar eensgezindheid. Prachtig, maar januari vinden wij toch wel een beetje de laatste maand waarin dat advies nog komen kan.

GREYN:
Nu hebben we toevallig deze week een gesprekje uitgezonden met meneer Wijffels, de voorzitter van de SER, en die zei eigenlijk: misschien moeten we ons er een beetje op gaan richten dat we een advies maken voor een volgend kabinet, bijvoorbeeld voor de kabinetsformateur. Dat betekent dat er in elk geval niks meer komt, als dat zou kloppen, voor de verkiezingen. Gaat het kabinet dan wel zelf met een standpunt komen?

BORST:
Dat denk ik wel. Kijk, als de SER in januari ook nog niet met een advies komt, dan geldt ons voornemen om vóór wij zelf als kabinet afscheid nemen, nog met een standpunt te komen, of op zijn minst met een richtinggevende notitie, zodat bij een kabinetsformatie al het nodige voorwerk gedaan is en ook al een Kamerdebat heeft kunnen plaatsvinden. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat voor ons de klok is die maar doortikt naar één miljoen WAO'ers en dat de SER de tijd heeft.

GREYN:
Het probleem is dat de politiek hopeloos verdeeld is en als dat zo is dan krijgen we ook het Nederlandse mechanisme: eerst wordt er een commissie benoemd, Donner, en dan komt de SER aan de beurt en die komt er dan niet uit en hebben we een hoop tijd verspeeld, en wat dan?

BORST:
Er is natuurlijk ­ dat lees je tegenwoordig veel in de kranten en dat hoor je ook in de Kamer ­ ook een behoefte aan leiderschap. Men roept het kabinet vaak op, over welk onderwerp het ook gaat: u moet nu optreden, u moet nu leiderschap tonen.

GREYN:
Het primaat van de politiek, noemen we dat deftig.



BORST:
Ja. Er is zo'n groot maatschappelijk probleem, want er gaan nog steeds onnodig mensen `naar de geraniums', als u begrijpt wat ik bedoel, mensen die als er snel iets zou gebeuren, als er snel integratie zou starten, gewoon aan het werk zouden kunnen blijven. Misschien niet precies datzelfde werk, maar gewoon wel aan het werk. Dan heb je natuurlijk toch een leven met heel veel meer voldoening, denk ik, dan wanneer je noodgedwongen thuiszit omdat je afgekeurd bent. Dus uit betrokkenheid met die mensen vinden we dat we dit niet zo kunnen laten doorgaan en er dan gewoon een knoop moet worden doorgehakt. Van de SER is het natuurlijk fantastisch als je daar een eenstemmig advies van krijgt waar je het ook nog mee eens kunt zijn, want dat is natuurlijk een kolossaal draagvlak, maar als dat niet lukt dan moet dat draagvlak maar tot stand komen omdat het kabinet duidelijk leiding geeft.

GREYN:
Betekent dat eigenlijk dat politici hebben ingecalculeerd dat er een enorme vertraging kan optreden, want ja, de SER komt met niks en het kabinet had dus ook al in september kunnen gaan nadenken over een oplossing.

BORST:
De heer Hoogervorst in de eerste plaats, maar ook andere leden van het kabinet, denken natuurlijk wel heel veel na over het probleem. De heer Hoogervorst heeft ook een aantal stappen gezet, bijvoorbeeld over het strenger maken van de keuringen, maar op een gegeven moment als je echt wilt zeggen: we willen iets aan het systeem veranderen, dan vonden wij dus Commissie Donner eerst. Die heeft ook een helder advies uitgebracht en vervolgens de SER, want zo gaat dat inderdaad in ons polderland. Dat is wel belangrijk want in dit geval gaat het natuurlijk om problemen van werkgevers en werknemers. Het ligt voor de hand dat je hier de SER om advies vraagt. Maar ja, als de SER niet kan leveren, dan zullen we ze beleefd bedanken en dan moeten we zelf verder.

GREYN:
Nu heeft toevallig vandaag de president van de Nederlandse bank zich nogal kritisch geuit over dat poldermodel. Hij zegt: juist de SER zorgt er voor dat het primaat van de politiek wordt bedreigd. Dat is natuurlijk ook een beetje zo. In elk geval zorgen ze voor flinke vertraging.

BORST:
Wij vragen natuurlijk zelf adviezen aan de SER dus zijn wij er ook zelf bij wanneer wij de SER een grote invloed geven. Je kunt altijd kiezen tussen twee lijnen van kabinetsbeleid. Je kunt zeggen: we passeren de SER en we gaan er eens stevig in met `zo willen wij het hebben'. Dan heb je natuurlijk in de eerste plaats de Kamer, het parlement, maar stel dat regering en parlement het eens worden en je krijgt dan massaal verzet van de sociale partners in Nederland. Dan schiet het ook niet op en voordat je dat weer allemaal overwonnen hebt. Er wordt wel eens gezegd: in Nederland hebben heel veel partijen de macht om iets tegen te houden. Waar we vaak minder goed in zijn is zeggen: linksom of rechtsom, we moeten het eens worden want dit is een groot maatschappelijk probleem, we moeten ons verplicht voelen om het eens te worden. Dat is vaak onze zwakke kant, vindt ik, maar we zijn allemaal wel heel goed in onze macht gebruiken ­ dan heb ik het over diverse partijen, verzekeraars, sociale partners ­ om iets tegen te houden. Daar moet je als politiek toch een keer doorheen.



GREYN:
Het ritueel is nu bijna achter de rug zou je kunnen zeggen. Straks constateert het kabinet: dat kan en dan komt er een helder standpunt.

BORST:
Ja en nogmaals: ik ga er zondermeer van uit dat de heer Wijffels deze signalen goed begrepen heeft en ook uit het contact met de heer Hoogervorst geconcludeerd heeft dat hij nu echt nu echt nog eens alles op alles moet zetten. Hij is een buitengewoon knap voorzitter. Ik ga er nu gewoon maar van uit dat de SER in die kerstperiode helemaal tot eensgezindheid komt en dat ze in januari een mooi advies afleveren.

GREYN:
Dan nog even naar het aandachtspunt van vandaag: de Eurokit. Heeft u vanochtend al in alle vroegte de Eurokit opgehaald?

BORST:
Nee. Ik dacht laat ik maar eens even wachten tot de lange rijen wat korter zijn geworden. Kijk, ik mag hem toch pas 1 januari uitgeven, dus het heeft weinig zin om er nu al mee te rammelen.

GREYN:
Gaat u hem bewaren, dat mooie Zalm-kitje, of gaat u het echt uitgeven?

BORST:
Ik weet niet precies hou hij er uit ziet. Als hij natuurlijk heel mooi is en heel erg aan minister Zalm doet denken, dan bewaar ik hem misschien wel. (Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, LV)