persbericht
Nummer:
169
Directie:
voorlichting
14-12-2001
Status:
informatie
Varieteit in de basis van het voortgezet onderwijs
Vanaf 2004 bestaat het programma van de basisvorming voor 2/3 uit een
verplicht deel (kerncurriculum) en voor 1/3 uit een differentieel
deel. Het programma wordt zo samengesteld dat het in de eerste twee
jaar afgerond kan worden. Hierdoor ontstaat meer ruimte voor scholen
om in de basisvorming in te spelen op verschillen tussen leerlingen.
Met dit voorstel van staatssecretaris Adelmund van onderwijs is de
ministerraad vandaag akkoord gegaan.
Eerder constateerde de inspectie dat de kwaliteit van het onderwijs in
de basisvorming goed is, maar dat het programma overladen en
versnipperd is en er te weinig rekening gehouden wordt met de
verschillen tussen leerlingen. Om deze knelpunten weg te nemen en de
goede elementen (niveau van het onderwijs, de doorstroming van
leerlingen en aandacht voor vaardigheden) te versterken komt
staatssecretaris Adelmund met verbeteringen voor de basisvorming. De
voorstellen zijn gebaseerd op het advies van de Onderwijsraad over de
basisvorming, sluiten aan bij eerdere bevindingen van de Inspectie en
kunnen vanaf 2004 stapsgewijs worden ingevoerd.
Variëteit voor leerlingen
Door het programma zo samen te stellen dat het in de eerste twee jaar
kan worden afgerond, en het curriculum te verdelen in een beperkt
verplicht en een differentieel deel wordt de overladenheid en
versnippering van het programma aangepakt.
Er ontstaat meer ruimte voor scholen om maatwerk te bieden en
leerlingen voor te bereiden op de leerwegen in het vmbo en de
bovenbouw in havo/vwo.
Het programma van het kerncurriculum kan in twee jaar (in 2/3 van de
tijd) worden afgerond. Scholen kunnen er ook voor kiezen om het te
verdelen over meerdere jaren. Daardoor komt er meer ruimte voor
bijvoorbeeld beroepsvoorbereidende vakken in de eerste leerjaren.
Scholen moeten deze keuze verantwoorden in het schoolplan en de
schoolgids.
Het differentieel deel van het programma kan door scholen op
verschillende manieren worden ingericht. Voor een deel moet het worden
ingericht met vakken die nodig zijn voor de aansluiting op de
bovenbouw, bijvoorbeeld in havo/vwo met talen. Daarnaast kan de ruimte
gebruikt worden voor ondersteuning van leerlingen bij de kernvakken of
voor meer beroepsvoorbereidende vakken
Kerncurriculum, kerndoelen en leergebieden.
Nederlands, Engels, wiskunde, geschiedenis/staatsinrichting,
aardrijkskunde, lichamelijke opvoeding, kunstvakken en tenminste twee
vakken uit techniek, natuur-/scheikunde, verzorging en biologie vormen
het verplichte kerncurriculum.
Een in te stellen commissie zal in nauw overleg met scholen
voorstellen doen voor actuele en bijgestelde kerndoelen. Ook doet de
commissie voorstellen voor het samenbrengen van verschillende vakken
in een aantal leergebieden (varianten van 'science' en 'mens en
maatschappij'). Omdat de vormgeving en invoering van leergebieden
ingrijpend is, zal dit in nauw overleg met scholen gebeuren. Scholen
krijgen vanaf 2004 de mogelijkheid ervaring op te doen met
verschillende varianten van deze leergebieden. Op basis van een
evaluatie van de ervaringen zal worden besloten over de rol van
leergebieden.
Niveau
Er wordt gestreefd naar een basisvorming met optimale
doorstromingsmogelijkheden voor leerlingen. In de huidige situatie
waarin scholen zelf bepalen hoe zij de basisvorming naar schoolsoort
vertalen, krijgt doorstroming veel aandacht. Het feit dat kinderen van
verschillende naastgelegen niveaus bij elkaar in de klas zitten zorgt
voor een goede doorstroming. Scholen weten door de invoering van
profielen in de tweede fase havo/vwo en de leerwegen/examenprogramma's
in het vmbo duidelijker naar welk niveau ze toe moeten werken en op
welke manier. Gezien deze ontwikkelingen kiest het kabinet ervoor in
de basisvorming te werken met verschillende niveaus die aansluiten bij
de verschillende schoolsoorten.
De kerndoelen van de basisvorming zijn de basis voor de
examenprogramma's van het havo, vwo en vmbo. Voor vakken in het vmbo
waarin niet alle leerlingen examen doen zullen leerstandaarden
(volledig uitgeschreven kerndoelen) als hulpmiddel gaan dienen voor
het behalen van een bepaald niveau. Door de leerstandaarden wordt het
voor scholen duidelijk wat leerlingen in de basisvorming moeten
bereiken in vakken die niet voor iedereen examenvak zijn. Voor andere
vakken is het examenprogramma leidend.
Verantwoording
Onderwijsvernieuwingen kosten tijd en energie. De afgelopen jaren
hebben scholen hier hard aan gewerkt. Om ervoor te zorgen dat de
verbeteringen van de basisvorming organiseerbaar zijn is het
belangrijk dat scholen betrokken worden bij de uitwerking van deze
vernieuwingen en ruimte krijgen voor eigen keuzes.
Scholen verantwoorden in hun schoolplan en schoolgids de samenstelling
van het volledige programma aan ouders, inspectie en leerlingen. De
inspectie ziet toe op de uitvoering van de basisvorming binnen de
schoolorganisatie, op het behalen van de kerndoelen en op de
doorstroom van leerlingen.
14-12-2001
Ministerie van OCenW
Europaweg 4
Postbus 25000
2700 LZ Zoetermeer
T: 079 323 23 23
F: 079 323 23 20
E: info@minocw.nl