IP/01/1796
Brussel, 11 december 2001
Commissie beboet vijf Duitse banken voor het maken van prijsafspraken
om valuta's uit eurozone te wisselen
De Europese Commissie heeft vandaag besloten vijf Duitse banken een
geldboete van in totaal 100,8 miljoen EUR op te leggen omdat zij
afspraken hadden gemaakt over de kosten die zij voor het wisselen van
valuta's uit de eurozone in rekening zouden brengen. Flagrant in
strijd met de Europese antitrustvoorschriften hadden de banken in 1997
immers onderling afgesproken om voor de omwisseling van bankbiljetten
uit de eurozone niet minder dan 3% kosten aan te rekenen ter
compensatie van de afschaffing van de "spread" tussen de bied- en
laatkoersen aan het begin van 1999, toen de euro zou worden ingevoerd.
"Een dergelijk gedrag was onwettig, berokkende de consumenten directe
en onherstelbare schade en ondermijnde tevens het vertrouwen van de
burger in de Europese eenheidsmunt", aldus de heer Mario Monti, het
Commissielid voor concurrentiezaken. "Ik betreur dat de vijf banken de
door hen aangerekende kosten niet hebben verlaagd om de consumenten te
compenseren, zoals andere banken in Duitsland en in andere lidstaten
wel hebben gedaan".
Hierna volgen de banken die schuldig werden bevonden aan inbreuken op
artikel 81 van het EG-Verdrag, alsook hun respectieve geldboeten:
* Commerzbank AG : 28,0 million EUR
* Dresdner Bank AG : 28,0 million EUR
* Bayerische Hypo- und Vereinsbank AG : 28,0 million EUR
* Deutsche Verkehrsbank AG: 14,0 million EUR
* Vereins- und Westbank AG: 2,8 million EUR
Het kartelonderzoek van de Commissie heeft uitgewezen dat eind 1997
verscheidene Duitse en Nederlandse banken overeenkwamen gedurende de
drie jaren die aan de op 1 januari 2002 geplande uiteindelijke
invoering van eurobankbiljetten en -munten voorafgingen, een provisie
van ongeveer 3% aan te rekenen voor de aankoop en verkoop van
bankbiljetten uit de eurozone.
Op 1 januari 1999 werden de bilaterale wisselkoersen van de valuta's
van de landen van de Europese Unie die samen de eurozone vormden,
onherroepelijk vastgesteld. Daardoor kwam een einde aan de lucratieve
"spread" tussen de bied- en laatkoersen die banken en wisselkantoren
bij het wisselen van deze valuta's van de eurozone hanteerden.
Doel van de door de groep Duitse en Nederlandse banken gesloten
overeenkomst was na de afschaffing van de "spread" ongeveer 90% terug
te winnen van het inkomen dat deze "wisselkoersmarge" gewoonlijk
opleverde.
De meeste banken hebben hun kosten verlaagd ten gunste van de
consumenten
Begin 1999 stelde de Commissie een onderzoek in bij banken uit zeven
landen en deed vervolgens mededelingen van punten van bezwaar toekomen
aan België, Portugal, Ierland, Finland, Duitsland, Nederland en, ten
slotte, Oostenrijk (zie IP/00/704 en IP/00/784 voor de eerstgenoemde
vier landen, IP/00/908 voor Duitsland en Nederland, en IP/00/1358 voor
Oostenrijk).
Tussen april en de zomer van 2001 hebben veruit de meeste banken te
beginnen met SNS uit Nederland en een aantal andere Duitse banken dan
die waarop het vandaag genomen besluit betrekking heeft echter één
voor één voorgesteld hun kosten ingrijpend te verlagen en voor
rekeninghouders zelfs geheel af te schaffen met ingang van 1 oktober
2001. De banken maakten daarmee een einde aan hun heimelijke afspraken
en waren opnieuw vrij om hun prijzen naar eigen inzicht vast te
stellen. In het licht van deze ontwikkelingen stemde de Commissie
ermee in de procedures tegen de banken stop te zetten omdat zij vond
dat het in het belang van de consumenten zou zijn wanneer zij erin
slaagde een onmiddellijke en aanzienlijke kostenverlaging te
bewerkstelligen.
Deze ongebruikelijke houding van de Commissie was gerechtvaardigd
gezien de uitzonderlijke omstandigheden die aan de onderhavige zaak
eigen waren. Komende januari zullen immers de eurobankbiljetten en
-munten in omloop worden gebracht ter vervanging van de nationale
munteenheden van de landen die tot de eurozone behoren, waardoor aan
de kartelgedragingen automatisch een einde zal worden gemaakt.
"Deze kostenverlaging en het afwijken van de banken van hun heimelijke
afspraken leverden niet alleen onmiddellijke voordelen op voor de
consumenten, maar zullen tevens een vlotte overgang op de euro in de
hand werken", aldus de heer Monti.
Duits kartel
De Commissie beschouwt de kartelvorming door de Duitse banken als een
zeer ernstige inbreuk op de communautaire mededingingsvoorschriften,
die zwaar moet worden beboet.
Aangezien het effect van het kartel echter tot Duitsland en de
Nederlandse grensstreken beperkt bleef, heeft de Commissie voor de
vaststelling van het basisbedrag van de geldboete de zaak als een
"zware inbreuk" aangemerkt zie "Richtsnoeren voor de berekening van
geldboeten" op het volgende adres:
http://europa.eu.int/comm/competition/antitrust/legislation/98c9_nl.ht
ml.
Het verschil in de uiteindelijke bedragen van de geldboeten houdt
direct verband met de omvang van de betrokken banken. Commerzbank,
Dresdner Bank en Hypo- und Vereinsbank zijn immers grote banken en dus
moet de boete hoog genoeg zijn om een voldoende afschrikkende werking
te hebben.
Het Commissielid voor concurrentiezaken Mario Monti verklaarde: "De
banken mogen hun kosten voor het wisselen van valuta's of het
verrichten van andere diensten vrijelijk vaststellen, maar zij mogen
geen onderlinge afspraken maken over het niveau van deze kosten. Dit
vormt een zeer ernstige inbreuk op de concurrentievoorschriften, die
zwaar moet worden bestraft".
10 largest cartel fines: Total amount per case
*fines reduced by Court judgments
Year Case Total amount ( million)
2001 Vitamins 855.23
1998 TACA 272.940
2001 Graphite Electrodes 218.8
2001 Citric Acid 135.22
1994 Cartonboard* 117.08
2000 Amino acids 109.990
1994 Cement* 109.335
2001 German Banks 100.8
1999 Seamless steel tubes 99.000
1998 Pre-insulated pipes 92.210