Termijnoverschrijding en onjuiste rechtsmiddelenvoorlichting.


Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht

Datum actualiteit: 10-12-2001

De Raad oordeelt dat de voor gedaagde uit artikel 6:23, tweede lid, Awb voortvloeiende verplichting mede behelst een juiste voorlichting te geven over de vraag bij welke rechtbank beroep kan worden ingesteld, wat betekent dat gedaagde zich in dat aspect bij het afgeven van een beslissing op bezwaar op een zorgvuldige wijze dient te verdiepen. De vermelding van een ander adres in het bezwaarschrift had dan ook niet onopgemerkt mogen blijven. Gedaagde heeft geen juiste toepassing gegeven aan het bepaalde in artikel 6:23, tweede lid, Awb, terwijl er evenmin sprake is van een situatie waarin dit gedaagde niet is aan te rekenen. Dat betekent dat aan appellant een beroep toekomt op het bepaalde in artikel 6:15, derde lid, aanhef en sub a, Awb.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AD6329
(Zie het originele bericht)