Bedrijfsleven wil niet dat toezichthouder DTe verzelfstandigt
Het energie-intensieve bedrijfsleven en de aardgashandel doen een
dringend beroep op de Tweede Kamer om af te zien van de voorgenomen
verzelfstandiging van de Dienst Toezicht energie (DTe). Ze vinden dat
de toezichthouder op tal van onderdelen niet goed functioneert. Ook de
invloed van de minister van Economische Zaken op de DTe is volgens het
bedrijfsleven en de aardgashandel een reden om de verzelfstandiging
niet door te zetten.
In een brief aan de Tweede Kamer schrijven Productschap Tuinbouw,
LTO-Nederland, FME-CWM (werkgeversorganisatie voor de metaal-elektro),
VEMW (grootverbruikers), VNCI (vereniging chemische industrie) en VOEG
(vereniging gashandelaren) dat de positie van DTe nog verder verzwakt
als de toezichthouder verzelfstandigd wordt. De organisaties stellen
dat Gasunie zich nog altijd niet aan de wettelijke voorschriften houdt
met betrekking tot de transporttarieven van het gas zoals die zijn
vastgelegd in de Gaswet. De DTe heeft tot nu toe nagelaten hier tegen
op te treden. Gasunie is zelfs een gerechtelijke procedure gestart
tegen de DTe-richtlijnen die aangeven dat de tarieven op een
economische grondslag gebaseerd moeten zijn.
Verder speelt de minister van Economische Zaken een dubieuze rol. In
de procedure tussen DTe en Gasunie kiest de minister partij voor de
laatste; oftewel voor de monopolist van de leidingen in Nederland.
Hierover zijn de briefschrijvers verbijsterd. Ten eerste is DTe een
onderdeel van Economische Zaken en daarnaast is in de Gaswet geregeld
dat de minister zich niet mag bemoeien met de inhoud van de
Richtlijnen. Het vermoeden van de organisaties bestaat dan ook dat de
minister invloed blijft uitoefenen op de DTe ook als de toezichthouder
verzelfstandigd is. Alleen is de minister na de toekenning van een
zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) van DTe hier door de Tweede Kamer
niet meer op aan te spreken. Op 10 december aanstaande staat het
wetsvoorstel op de rol in de Kamer.