14 november 2001 Nr. 01/183
Wet arbeid en zorg op 1 december in werking
Werknemers hebben recht op maximaal tien dagen betaald zorgverlof per
jaar. Adoptie-ouders krijgen ieder recht op vier weken betaald
adoptieverlof. Ook pleegouders kunnen in bepaalde gevallen aanspraak
maken op vier weken verlof, bij plaatsing van het kind in het gezin.
Bij de geboorte van een kind hebben vaders recht op twee dagen
kraamverlof. Het ouderschapsverlof mag voortaan ook worden opgenomen
in drie delen. Werkgevers en werknemers kunnen afwijkende afspraken
maken over onder meer de duur en de betaling van sommige verlofvormen.
Dat staat in het Wetsvoorstel arbeid en zorg van staatssecretaris Verstand van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat door de Eerste Kamer is aanvaard. De wet gaat in op 1 december 2001.
Werknemers die kortdurend zorgverlof opnemen, krijgen 70 procent van
het loon doorbetaald. De werkgever is voor de helft van de kosten
gecompenseerd door middel van een algemene lastenverlichting. Het
verlof geldt voor de verzorging van thuiswonende zieke kinderen,
pleegkinderen of partner en voor de verzorging van zieke ouders. De
werkgever kan zich tegen het opnemen van het zorgverlof verzetten op
grond van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. Het is mogelijk
om in CAOs andere afspraken te maken over het recht op verlof, de duur
van het verlof en de betaling.
Naast het kortdurend zorgverlof is er het calamiteitenverlof, dat een
werknemer het recht geeft om in onvoorziene situaties korte tijd
betaald verlof op te nemen om de eerste noodzakelijke voorzieningen te
treffen (zoals bijvoorbeeld het afhalen van een ziek kind uit het
kinderdagverblijf). Bij samenloop van calamiteitenverlof met
zorgverlof eindigt het calamiteitenverlof na één dag en gaat het
vervolgens over in zorgverlof. In CAOs kunnen afwijkende afspraken
worden gemaakt over de betaling van het calamiteitenverlof.
Werknemers die een kind adopteren krijgen recht op vier weken adoptieverlof. Beide ouders hebben recht op het verlof. Het adoptieverlof mag ingaan vanaf twee weken voor de overdracht van het kind aan de adoptie-ouders. Ook pleegouders krijgen recht op vier weken verlof, als bij plaatsing van het kind in het gezin duidelijk is dat het kind duurzaam in het gezin wordt opgenomen.
Bij de geboorte van een kind krijgt de vader (of de partner van de moeder die het kind erkent) recht op kraamverlof van twee werkdagen. Werkgevers en werknemers kunnen in de CAO afwijkende afspraken maken over recht, duur en betaling van het kraamverlof.
De Wet financiering loopbaanonderbreking, die in de Wet arbeid en zorg
wordt opgenomen, voorziet in een financiële tegemoetkoming aan
werknemers die langere tijd verlof opnemen voor zorg of studie.
Voorwaarde is dat de verlofnemer op het werk wordt vervangen door een
uitkeringsgerechtigde, arbeidsgehandicapte of herintreder (dit hoeft
niet in dezelfde functie). Deze voorwaarde geldt niet als het gaat om
de verzorging van iemand die op sterven ligt. Ook bij de verzorging
van kinderen met een levensbedreigende ziekte geldt de vervangingseis
niet.
Om gebruik te kunnen maken van de Wet financiering
loopbaanonderbreking moet minimaal een derde van de werktijd verlof
worden opgenomen. Een vervanger moet worden aangesteld voor minimaal
de duur van het verlof en voor minimaal 12 uur per week.
Het ouderschapsverlof wordt geflexibiliseerd. Het wordt mogelijk om
het ouderschapsverlof in maximaal drie delen van tenminste een maand
op te nemen tot het kind acht jaar is. De werkgever kan zich tegen
splitsing van het verlof verzetten op grond van een zwaarwegend
bedrijfs- of dienstbelang.
Ouders die een meerling krijgen en ouders die op hetzelfde tijdstip
meerdere kinderen adopteren, hebben voor elk kind recht op
ouderschapsverlof.
Overigens geldt voor de verlofvormen waarover in CAOs andere afspraken
mogen worden gemaakt, dat bij afwezigheid van een CAO, of het
ontbreken van een specifieke afspraak over dit onderwerp in de CAO, de
ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging afwijkende
afspraken mag maken met de werkgever.