Onderzoeksproject Strafvordering 2001
De onderzoeksgroep Strafvordering 2001, bestaande uit onderzoekers van
onder meer de vakgroepen straf(proces)recht van de Rijksuniversiteit
Groningen (prof.mr. G. Knigge) en de Katholieke Universiteit Brabant
(prof.mr. M.S. Groenhuijsen), verricht onderzoek naar de grondslagen
van een strafprocesrecht waarmee Nederland de nieuwe eeuw kan ingaan.
Vandaar de titel van het project. Het project ontwikkelt in dat
verband hoofdlijnen voor een nieuw wetboek waarmee recht wordt gedaan
aan zowel de ontwikkelingen in de nationale strafrechtspleging, als
aan de betekenis van het EVRM en andere internationaliserings-aspecten
van de strafrechtelijke rechtshandhaving. Het wordt financieel
mogelijk gemaakt met subsidie van het Ministerie van Justitie. Tegen
het eind van elk van de vier onderzoeksjaren bespreekt de
onderzoeksgroep de resultaten van het lopende onderzoeksjaar in een
breed forum. Daartoe is dit het derde congres.
Aan de orde zullen onder meer de volgende onderwerpen komen:
* De verhouding tussen de opsporingsbevoegdheden in het Wetboek van
Strafvordering en opsporingsbevoegdheden in bijzondere wetten,
respectievelijk tussen de 'gewone opsporing' en de 'buitengewone
opsporing', eveneens uit oogpunt van een optimaal evenwicht tussen
doelmatigheid en rechtsbescherming.
* De integratie van de 'bestuurlijke ophouding' in de regeling van
het voorarrest.
* De verhouding tussen de strafrechtelijke opsporing van delicten en
de 'particuliere opsporing'.
* De vormgeving van een evenwichtig stelsel van rechtsmiddelen, dat
tevens in de pas loopt met het supra-nationale verdragsrecht.
* Een wettelijke regeling van het hoger beroep waarin het speciale
karakter van dit rechtsmiddel ten opzichte van de behandeling in
eerste aanleg het best tot zijn recht komt.
* Een inzichtelijk stelsel van 'buitengerechtelijke afdoening' van
strafbare feiten door het Openbaar Ministerie, als een
systematische vertaling van het uitgangspunt dat de afweging
tussen doelmatigheid en rechtsbescherming voor verschillende
categorieën delicten tot verschillende resultaten kan en moet
leiden.
* De positie van het slachtoffer in het vooronderzoek.
Het congres staat in het teken van het debat. Als aanzet daartoe zal
een tweetal referenten in de plenaire ochtendbijeenkomst een inleiding
houden: prof.mr. Y. Buruma (hoogleraar Straf(proces)recht Katholieke
Universiteit Nijmegen), over De normering van het opsporingsonderzoek,
en dr. H.J. Scholten (rechter aan het gerechtshof Düsseldorf), over
Het stelsel van rechtsmiddelen. Daarna volgt daarover een
gedachtewisseling met de deelnemers.
Vervolgens bestaat er tijdens het middaggedeelte gelegenheid om in
workshops van gedachten te wisselen over de voorstellen die in de
diverse deelonderzoeken zijn gedaan omtrent de hierboven aangeduide
onderwerpen.
Datum en tijd
vrijdag 30 november 2001, 10.00-17.00 uur
Titel
Strafvordering 2001. Naar een nieuw wetboek van strafvordering?
Plaats
Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Organisatie
Vakgroep Strafrecht, RUG
Informatie
over de inhoud: prof.mr. G. Knigge, tel. (050)363 57 46 of mr. E.F.
Stamhuis, tel. (050)363 70 29; over de organisatie: mw. E. Pilon, tel.
(050)363 57 68