MKB Nieuws, bericht
28-11-2001
MKB-Nederland gematigd positief over Vijfde Nota
Het Kabinetsstandpunt over de Vijfde nota Ruimtelijke Ordening,
zoals verwoord in deel drie, is veel realistischer dan de eerder dit
jaar in deel één gepresenteerde beleidsvoornemens. Het huidige
Kabinetsstandpunt biedt het midden- en kleinbedrijf in ieder geval
perspectief om de economische ontwikkelingsmogelijkheden daadwerkelijk
te benutten en het mkb op alle overheidsniveaus te betrekken bij de
toekomstige ruimtelijke inrichting van Nederland. Desalniettemin
kleven er aan het Kabinetsstandpunt nog een aantal belangrijke
onduidelijkheden als het gaat om de uitwerking van met name de
gereserveerde fysieke ruimte voor het bedrijfsleven, het (rode)
contourenbeleid en het locatiebeleid. Dit stelt MKB-Nederland n.a.v.
de presentatie van deel drie van de Vijfde Nota over de Ruimtelijke
Ordening.
MKB-Nederland heeft altijd gepleit voor het reserveren van voldoende
fysieke ruimte voor het midden- en kleinbedrijf en meer in het
algemeen voor voldoende ruimte voor de (rode) functies wonen, werken,
verplaatsen en recreatief ondernemen. Hoewel ook deel drie van de
Vijfde Nota een voor MKB-Nederland te zwaar accent zet op het
reserveren van extra ruimte voor natuur, landschap en water, stemt de
nu gekozen opstelling t.a.v. de rode functies toch tot enige
tevredenheid. Zeker, omdat MKB-Nederland mogelijkheden ziet
bedrijfsactiviteiten te combineren met natuur, water en
landschapsbeheer. MKB-Nederland is het in dit kader eens met het
Kabinetsstandpunt dat er meer moet worden gestreefd naar intensief
ruimtegebruik en het voorrang geven aan hergebruik van verouderde
bedrijventerreinen. Dit geldt eveneens voor de intentie ruimte te
geven aan een beheerste ontwikkeling van de toeristisch-recreatieve
sector in de groene gebieden. MKB-Nederland betreurt het echter dat
het Kabinet voor de uitwerking hiervan geen extra financiële
stimulansen heeft gecreëerd.
Meer in het algemeen blijft MKB-Nederland van mening dat een zware
hypotheek rust op een voor het mkb acceptabele invulling van het
(rode) contourenbeleid. Gelet op het terechte accent in de nota op de
vormgeving van vitale steden en een vitaal platteland, had
MKB-Nederland liever gezien dat het rode contourenbeleid geheel zou
zijn geschrapt. Al was het alleen maar omdat er voldoende ruimte moet
worden gereserveerd voor mkb-bedrijven die gevestigd zijn en zullen
blijven buiten de steden.
Positief staat MKB-Nederland tegenover het opnemen in de Vijfde Nota
van een Ruimtelijk Economische Hoofdstructuur, met ruime aandacht voor
majeure economische activiteiten zoals de mainports Amsterdam en
Rotterdam en grootschalige bedrijventerreinen bij verkeersknooppunten.
Maar ook hier is de uitwerking niet concreet genoeg. MKB-Nederland
dringt er op aan te worden betrokken bij de verdere invulling.
Voorts kiest minister Pronk terecht voor een gebiedsgerichte aanpak
van de ruimtelijke inrichting, die met name wordt vormgegeven door de
provincies, de kaderwetgebieden en de gemeenten. MKB-Nederland stelt
hierbij wel als voorwaarde te worden betrokken bij de vormgeving van
streekplannen, structuurvisies en bestemmings-plannen. Het kan echter
niet zo zijn dat de Rijksoverheid nog eens een extra wettelijk
toetsingsinstrument inbouwt voor de vaststelling van deze plannen door
lagere overheden en bedrijfsleven. De Rijksoverheid dient slechts de
kaders en de randvoorwaarden aan te geven, zoals nu terecht in de
Vijfde Nota is aangegeven.
Kanttekeningen plaatst MKB-Nederland bij de onduidelijke positie van
de vitale steden binnen de stedelijke netwerken. Ook de gevolgen voor
het mkb van de stapeling van al of niet door Europese richtlijnen
voorgeschreven aanwijzing van groene gebieden (Ecologische
Hoofdstructuur, Vogel- en Habitatrichtlijn, Nationale Landschappen,
Provinciale Land-schappen, enz.), acht MKB-Nederland -in het bijzonder
voor de maaksectoren- vooralsnog volstrekt onduidelijk. Tenslotte
vindt MKB-Nederland het een goede zaak dat betreffende het
lokatiebeleid de veel te rigide parkeernormen nu definitief zijn
geschrapt. Er is echter voor de mkb-detailhandelssector, ondanks het
accent op de vitale (binnen)stad, nog geen reden de vlag te hijsen,
omdat ook het huidige Kabinetsstandpunt vestiging van
(grote)detail-handelsbedrijven buiten de steden niet tegengaat.
Informatie: Drs. F. Veenema