http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=423722
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den
Haag Directie Consulaire Zaken i.o. Afdeling Consulair-Juridische Zaken
i.o. Postbus 20061 2500 EB Den Haag
Datum 29 november 2001 Auteur drs N.C. den Breugom de Haas
Kenmerk DJ/NdB Telefoon 070-3486067
Blad /1 Fax 070-3486140
Bijlage(n) 1 E-mail nc-den.breugom@minbuza.nl
Betreft Beantwoording vragen van de leden Wilders, Weisglas en Nicolaï over
Egyptische terroristen in Nederland
Zeer geachte Voorzitter
Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Justitie en
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de antwoorden aan op de
schriftelijke vragen gesteld door de leden Wilders, Weisglas en Nicolaï over
Egyptische terroristen in Nederland. Deze vragen werden ontvangen op 8
oktober met kenmerk 2010200750.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, mede
namens de heer Korthals, Minister van Justitie, en de heer De Vries,
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, op vragen van de
leden Wilders, Weisglas en Nicolaï over Egyptische terroristen in Nederland
(2010200750, ingezonden 5 oktober 2001).
Vraag 1:
Is het waar dat in Nederland een van de veertien meest gezochte Egyptische
terroristen verblijft? Is het waar dat deze persoon een belangrijke rol
heeft gespeeld in de terroristische organisatie Al-Gama'a al-Islamiyya? Wat
was zijn rol precies in deze organisatie?
Vraag 2:
Is het waar dat deze persoon dan wel de terroristische organisatie Al-Gama'a
al-Islamiyya contacten onderhoudt met de organisatie van Osama bin Laden? Is
het bijvoorbeeld waar dat in Kunar, Afghanistan, door Osama bin Laden
gefinancierde militaire kampen zijn waar zowel leden van Al-Gama'a
al-Islamiyya als Al-Jihad zijn getraind?
Antwoord 1 en 2:
Bekend is dat de persoon op wie wordt gedoeld in Nederland verblijft. De BVD
heeft in het kader van zijn wettelijke taak over deze persoon in 1999 een
ambtsbericht uitgebracht aan de Hoofddirecteur van de Immigratie- en
Naturalisatiedienst. In het openbaar kunnen over de operationele kennis van
de BVD geen mededelingen worden gedaan. De Commissie voor de inlichtingen-
en veiligheidsdiensten is van de operationele bijzonderheden van deze zaak
op de hoogte gesteld. Volledigheidshalve kan hieraan worden toegevoegd, dat
de BVD de bevoegde autoriteiten inlicht zodra daartoe aanleiding bestaat,
bijvoorbeeld omdat er sprake is van voorgenomen terroristische misdrijven of
indien een vreemdeling een (potentieel) gevaar vormt voor de nationale
veiligheid.
Vraag 3:
Heeft Egypte reeds (twee keer) om de uitlevering van deze persoon gevraagd?
Is door Nederland negatief op het Egyptische verzoek beschikt? Zo ja, waarom
was dat het geval? Wat is de huidige verblijfstatus van deze persoon?
Antwoord:
Egypte heeft in 1998 om de uitlevering van betrokkene verzocht. Dit
uitleveringsverzoek is door de Minister van Justitie afgewezen, omdat er
tussen Nederland en Egypte geen uitleveringsverdrag is gesloten en er ook
geen ander verdrag bestaat op basis waarvan uitlevering aan Egypte mogelijk
is. Over de verblijfsstatus van betrokkene is nog geen definitieve
beslissing genomen: betrokkene heeft namelijk op 5 oktober 2001, tegen de
afwijzende beschikking op zijn verzoek tot gezinshereniging, beroep
aangetekend bij de Vreemdelingenkamer. In deze procedure is nog geen
uitspraak gedaan.
Vraag 4:
Is het u ook opgevallen dat betrokkene in een recent interview de spirituele
leider van het Egyptische moslim-terrorisme, Omar Abderrahman, als "heel
intelligent" en de tweede man van de organisatie van Osama bin Laden, Ayman
el-Zwahiri, als "briljant" benoemt, terwijl beiden een zeer prominente rol
spelen in het internationaal moslim-terrorisme? Wat is uw oordeel hierover?
Is Osama bin Laden ooit bekend geweest als "een gerespecteerd zakenman"
zoals betrokkene in 1998 beweerde?
Vraag 5:
Is het u tevens opgevallen dat betrokkene de moslim-terroristische
organisatie Al Jihad beschrijft als een agressievere organisatie dan zijn
eigen organisatie Al Gama'a al Islamiyya, door te stellen: "bij ons werd
gericht geschoten"? Verklaart hij vervolgens dat de stichter en leider van
Al-Jihad, Zawahiri, in 1989 overkwam als "een rustige en stille man"? Wat is
uw oordeel over dergelijke inconsistente uitspraken?
Antwoord 4 en 5:
De uitspraken van betrokkene in Vrij Nederland en Trouw en de daarin
vervatte waardeoordelen laat ik graag geheel voor diens rekening.
Vraag 6:
Bestaat er een bi- of multilateraal verdrag op grond waarvan betrokkene
alsnog kan worden uitgeleverd? Zo ja, waarom is dit verdrag niet toegepast?
Zo neen, bent u bereid het initiatief te nemen om te komen tot een verdrag
op grond waarvan uitlevering van terroristen, waaronder betrokkene, ook aan
Egypte, mogelijk is?
Antwoord:
In aanvulling op het antwoord op vraag 3 kan ten aanzien van verdragen op
het terrein van terrorismebestrijding het volgende worden opgemerkt. Er
bestaan twaalf verdragen van de Verenigde Naties die betrekking hebben op de
bestrijding van terrorisme. Nederland is partij bij tien van deze verdragen
en staat op het punt partij te worden bij de laatste twee verdragen. Deze
verdragen hebben betrekking op tal van uitingsvormen van terrorisme,
variërend van vliegtuigkaping tot aanslagen op internationaal beschermde
personen. De feiten waarvoor de uitlevering van betrokkene werd gevraagd
vallen echter onder geen van deze verdragen. Er is dus geen verdragsbasis om
de betrokkene uit te leveren. Thans worden in VN-verband onderhandelingen
gevoerd over een alomvattend verdrag tegen terrorisme. Een apart verdrag met
Egypte achten wij tegen deze achtergrond niet opportuun.
Kenmerk DJ/NdB
Blad /5
>