De zaak-Brongersma
ARTS BRONGERSMA VOOR DE RECHTER
ROTTERDAM,12 OKT. De 48-jarige huisarts P. S. uit Overveen komt
maandag in Haarlem voor de rechter wegens de hulp die hij in 1998 bood
toen oud-PvdA-senator E. Brongersma zijn leven wilde beëindigen.
Volgens het openbaar ministerie wordt de arts verdacht van
onzorgvuldigheid bij hulp bij zelfdoding aan de op 86-jarige leeftijd
overleden Brongersma. De politicus, een actief pleitbezorger van
pedofilie, zou depressief zijn geweest omdat pedofilie na onder meer
de affaire-Dutroux in België op toenemende weerstand stuitte.
De raadsvrouwe van de huisarts, M. Oosting, zei vanmorgen desgevraagd
dat "verschil van inzicht over de strekking van het begrip
'ondraaglijk en uitzichtloos lijden" tot de vervolging heeft geleid en
dat dit "geen enkel verband houdt met de persoon en de seksuele
geaardheid van de cliënt Volgens Oosting is dit bevestigd door een
psychiater die voor het overlijden van Brongersma is geconsulteerd.
Zij wijst erop dat haar cliënt een zogenoemde 'SCEN-arts' is, hetgeen
betekent dat hij speciaal is opgeleid voor consultatie bij een
euthanasievraag.
Levensbeëindiging op verzoek is nu nog strafbaar, maar in de praktijk
wordt niet meer vervolgd als voldaan is aan de zorgvuldigheidseisen.
Die houden in dat er sprake moet zijn van uitzichtloos en ondraaglijk
lijden en dat de patiënt een vrijwillig en weloverwogen verzoek moet
hebben gedaan. Ook moet een tweede arts zijn geraadpleegd en moet de
zelfdoding medisch verantwoord zijn uitgevoerd.
Brongersma kwam na zijn overlijden opnieuw in de publiciteit toen
justitie vorig jaar zijn collectie kinderporno in beslag nam. Vorige
week concludeerde het OM na een onderzoek door deskundigen dat de
collectie niet wetenschappelijk was, zoals Brongersrma altijd had
gezegd. Justitie heeft veertig dossiers samengesteld over liefhebbers
van kinderporno die in de collectie worden genoemd. Volgens de
persofficier staat deze zaak echter los van de vervolging van de
huisarts, advocaat Oosting is "hoogst ongelukkig" over de "schijn van
verbondenheid".
(NRC 12-1-00)
BRONGERSMA
HAARLEM,16.OKT. De officier van justitie in Haarlem heeft vanochtend
drie maanden onvoorwaardelijke celstraf geëist tegen de huisarts P.S.,
wegens het onzorgvuldig handelen bij euthanasie van de
oud-PvdA-senator E. Brongersma.
(NRC 16-10-00)
NVVE VINDT EIS TEGEN HUISARTS HAARLEM TE HOOG
De Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie (NVVE) vindt de
eis van drie maanden voorwaardelijke celstraf wegens onzorgvuldigheid
bij euthanasie tegen de Haarlemse huisarts P.S. exorbitant hoog.
Deze eis doet geen goed aan de bereidwilligheid van artsen om
euthanasie te melden, stelde directeur R. Jonquière van de NVVE in een
reactie op het proces gisteren bij de rechtbank in Haarlem.
Daar stond S. terecht wegens hulp bij zelfdoding van oud-PvdA-senator
E. Brongersma (86), die in april 1998 overleed. Dat Jonquière er niet
ver naast zit, toont het laatste woord van S. op de zitting. Als het
over moest, zou de Haarlemmer opnieuw euthanasie.plegen, maar hij
twijfelt of hij dat weer zou melden. S. vindt de prijs te hoog.
S.vindt dat hij zorgvuldig en gewetensvol heeft gehandeld. Het ging
bij de politicus vooral om diens geestelijk lijden. Na zeker acht
gesprekken was S. overtuigd van het ondraaglijk en uitzichtloos lijden
en van de doodswens van Brongersma.
Volgens officier van justitie Bot was er geen sprake van een
noodtoestand in het lijden van Brongersma. Hij vindt dat iedereen het
recht heeft zijn leven te willen beëindigen, maar dat een huisarts
uiterst behoedzaam moet zijn in het geven van hulp daarbij. Bot wees
onder andere nog op medicijnen, wat niet geprobeerd is wegens
mogelijke bijwerking. De rechter doet op 30 oktober uitspraak.
(Metro 17-1-00)
VRIJSPRAAK HUISARTS IN DE ZAAK-BRONGERSMA
DEN HAAG - Politieke partijen hebben verdeeld gereageerd op het vonnis
maandag van de Haarlemse rechtbank in de zaak-Brongersma. De
christelijke partijen zijn onthutst over de vrijspraak van huisarts
Sutorius die twee jaar geleden oud-PvdA-senator Brongersma een
dodelijk drankje gaf. De coalitiepartijen juichen de uitspraak toe.
De rechter acht bewezen dat Brongersma zich in april 1998 een
uitzichtloze en ondraaglijke situatie bevond. Brongersma leed volgens
een deskundige onder het gebrek aan zinvolheid van zijn bestaan en aan
het gebrek aan kwaliteit van zijn leven. De aftakeling was
onomkeerbaar en daarmee niet behandelbaar.
Volgens de wet moet het lijden uitzichtloos en ondraaglijk zijn. Dat
heeft meestal een lichamelijke oorzaak (zoals bij kanker), maar ook
psychisch lijden valt eronder. Opvallend in deze zaak is dat
Brongersma vooral (psychisch) leed aan de uitzichtloosheid van het
bestaan. Volgens hoogleraar medische ethiek De Beaufort is dit niet
neutraal te meten en is het belangrijk te kijken naar de ervaringen
van de persoon zelf. De rechter nam dat oordeel over.
De Tweede Kamer debatteerde maandag over nieuwe euthanasiewetgeving.
CDA-Kamerlid Ross reageerde geschokt. Zo heeft de wetgever het niet
bedoeld. Nu kan iedereen die levensmoe is, euthanasie krijgen. SGP'er
Van der Vlies: Het klaar-met-leven krijgt nu alle ruimte.
Minister Korthals van Justitie liet duidelijk merken dat het Openbaar
Ministerie van hem in hoger beroep moet gaan. Jurisprudentie hierover
is belangrijk, want er zitten veel normatieve elementen in. Het enkele
feit van vrees voor het einde van het leven is niet voldoende voor
euthanasie. Bij eenieder die geen levenswil meer heeft, wordt niet
zomaar overgegaan tot beëindiging van het leven., zei Korthals.
De artsenorganisatie KNMG is verontrust: De vraag is of een doodswens
het nieuwe criterium wordt voor zorgvuldige beëindiging van het leven.
(Volkskrant 31-10-00)
KAMER VERLANGT UITSPRAAK HOGE RAAD NA EUTHANASIE
AMSTERDAM, DEN HAAG - De Haagse politiek wil dat justitie in beroep
gaat tegen de vrijspraak van de huisarts die oud- PvdA-senator E.
Brongersma hielp te sterven. Voor- en tegenstanders van het vonnis
hopen dat uiteindelijk de Hoge Raad een principiële uitspraak zal
doen.
Zowel kamerleden als minister Korthals van justitie willen dat
justitie beroep aantekent tegen de uitspraak van de Haarlemse
rechtbank gisteren. Dat is in de ogen van de politici een eerste stap
op weg naar de Hoge Raad, die als hoogste rechtscollege het laatste
woord zou moeten spreken.
Het vonnis is omstreden omdat er geen sprake was van een
levensbedreigende lichamelijke aandoening of een ernstige
psychiatrische kwaal, toen de huisarts van Brongersma besloot zijn
patiënt te helpen bij zijn zelfdoding. Hij vond dat Brongersma
uitzichtsloos en ondraaglijkleed. Na zijn drukke politieke en
maatschappelijke loopbaan takelde hij af terwijl zijn naasten
wegvielen. Dat ervoer de oud-senator als een kwelling.
Het vonnis van de Haarlemse rechtbank viel toevallig samen met een
debat in de Tweede Kamer over een nieuwe euthanasiewet. Die wet laat
een arts die euthanasie pleegt of helpt bij zelfdoding, vrijuit gaan
als hij aan een aantal zorgvuldigheidseisen heeft voldaan.
(Trouw 31-10-00)
Grens overscheden
HOGER BEROEP OM IN ZAAK BRONGERSMA
DEN HAAG, 4 NOV. Het openbaar ministerie gaat in beroep tegen de
uitspraak van de Haarlemse rechtbank in de zaak-Brongersma. Dit heeft
officier van justitie Th. Bot gisteren bevestigd.
Maandag ontsloeg de rechtbank de huisarts P. Sutorius van
rechtsvervolging voor de hulp bij zelfdoding die hij in 1998 bood aan
oud-PvdA-senator E. Brongersma. Sutorius had volgens de rechtbank
zorgvuldig gehandeld. Hij had een andere huisarts en een psychiater
geraadpleegd, die net als Sutorius tot de conclusie kwamen dat er
sprake was van ondraaglijk en uitzichtloos lijden.
Brongersma leed niet aan een ernstige lichamelijke of psychiatrische
aandoening maar leed volgens het vonnis voldoende aan het leven om van
ondraaglijk en uitzichtloos lijden te,kunnen spreken. Voor
ondraaglijkheid nam de rechtbank de mate waarin het lijden wordt
ervaren door de betrokkene zelf als uitgangspunt. Van uitzichtloosheid
was volgens het vonnis sprake door Brongersma's hoge leeftijd. Zijn
vrienden en familieleden stierven, hij had het gevoel dat de dood hem
vergeten had.
Het OM betwist niet dat de ondraaglijkheid van lijden subjectief is,
maar vindt dat die subjectieve ervaring geen grond mag zijn voor een
uitzonderingspositie binnen de wet als er geen sprake is van ernstig
psychiatrisch of lichamelijk lijden. Door het vonnis wordt een grens
overschreden, wat leidt tot zelfbeschikkingsrecht voor de patiënt.
Minister Korthals (Justitie) uitte na het vonnis begin deze week de
hoop dat het OM in, beroep zou gaan. In de Tweede Kamer, die
vergaderde over de nieuwe euthanasiewetgeving, zei hij: Wij gaan niet
zover dat ieder die geen levenswil meer heeft de gereguleerde
mogelijkheid moet hebben om het leven te beëindigen. Minister Borst
(Volksgezondheid) zei dat oude mensen die het leven een lijdensweg
vinden een reëel punt hebben. Daarvoor wil ik niet zomaar weglopen en
zeggen: nooit helpen.
Volgens woordvoerder E. Stolwijk van het college van
procureurs-generaal heeft minister Korthals zich niet persoonlijk
bemoeid met de beslissing in hoger beroep te gaan. Het is een zaak
tussen het college en het OM in Haarlem, in gezamenlijk overleg is
besloten door te gaan tot de hoogste instantie.
Na het overleg, gistermiddag, is de minister van de beslissing op de
hoogte gebracht, aldus de Haarlemse officier van justitie Th. Bot.
Gelet op wat ik heb gelezen en gehoord ga ik ervan uit dat hij er met
instemming op heeft gereageerd. De coalitiepartijen PvdA, VVD en D66,
en GroenLinks, begroetten het vonnis maandag met instemming. De
christelijke partijen in de Kamer toonden zich bezorgd over het vonnis
en hopen dat de Hoge Raad zich uiteindelijk over de zaak buigt.
De artsenorganisatie KNMG is ingenomen met het hoger beroep. Volgens
de KNMG wordt een arts bij een verzoek om hulp bij zelfdoding zonder
medische noodzaak gereduceerd tot een doorgeefluik voor zelfdoding.
(NRC 4-11-00)
HOF HEROPENT ONDERZOEK ZAAK-BRONGERSMA
ROTTERDAM, 9 MEI. Het Amsterdamse gerechtshof heropent het onderzoek
in de zaak-Brongersma, over de hulp bij zelfdoding die de Haarlemse
huisarts P. Sutorius in 1998 gaf aan de oud-PvdA-senator die
ondraaglijk zei te lijden aan zijn ouderdom. Het openbaar ministerie
eiste twee weken geleden schuldigverklaring zonder daarbij straf te
eisen. Volgens het OM is het nodig bij levensmoeheid als grond voor
hulp bij zelfdoding een principiële ,,grens te trekken''.
Het hof erkende gisteren in een tussenarrest dat de voor euthanasie en
hulp bij zelfdoding geldende zorgvuldigheidseiseis dat sprake moet
zijn van ondraaglijk en uitzichtloos lijden nog altijd ,,voor
verschillende interpretaties vatbaar is''. Het hof bepaalde daarom dat
nog twee deskundigen gehoord zullen worden. Het zal gaan om de vraag
of een arts hulp bij zelfdoding mag geven aan een hoogbejaarde patiënt
die lijdt omdat hij verder leven als zinloos ervaart. Het hof wil ook
weten of en op welke gronden een arts hulp bij zelfdoding mag geven
als het lijden van een patiënt geen somatische of psychiatrische
oorzaak heeft. Ook wil het hof uitsluitsel over de vraag of over dit
alles consensus bestaat onder artsen.
De deskundigen zijn de hoogleraar gezondheidsrecht aan de Rotterdamse
Erasmus Universiteit J. Legemaate en C. Spreeuwenberg, hoogleraar
integratie geneeskundige zorg voor chronisch zieken aan de
Universiteit Maastricht.
(NRC 09-05-2001)
EUTHANASIE NIET-ZIEKEN VRAAGT OM BREDE DISCUSSIE
Amsterdam - Er moet een brede maatschappelijke discussie worden
gevoerd over de vraag of euthanasie ook mag bij mensen die ondraaglijk
lijden, zonder dat dit het gevolg is van een ongeneeslijke of
psychiatrische ziekte. Pas op het moment dat daarover consensus
bestaat, zou deze vorm van euthanasie eventueel kunnen worden
gerechtvaardigd.
Op dit moment -gaat een arts die in zo'n geval hulp biedt bij
zelfdoding of euthanasie pleegt, een stap te ver. Dat betoog hield
advocaat-generaal B. Myjer gisteren voor het gerechtshof in Amsterdam
in de heropening van de strafzaak tegen de Haarlemse huisarts E.
Sutorius. De arts hielp in 1998 een bejaarde patiënt, oud-senator
Brongersma, bij zelfdoding.
Rechtvaardig
Brongersma was niet ongeneeslijk ziek, maar 'leed aanhef leven' en kon
het niet opbrengen verder te gaan. Het Openbaar Ministerie eiste
opnieuw schuldigverklaring zonder strafoplegging tegen de huisarts.
Hoewel Sutorius een integere, hulpverlener is, is hij "getreden buiten
wat nog rechtvaardig.is", aldus Myjer.
De advocaat-generaal wist zich in zijn standpunt gesterkt door de
mening van twee door het hof ingeschakelde deskundigen. Beiden kwamen
tot het oordeel dat euthanasie niet toegepast mag worden op patiënten
die ondraaglijk lijden wanneer daaraan geen 'medisch klassificeerbare'
oorzaak ten grondstal ligt.
Het gerechtshof had de twee, de hoogleraar integrale geneeskunde prof.
J. Spreeuwenberg en de gezondheidsjurist prof. J. Leegemate, onder
meer gevraagd of er in. medische kringen consensus bestaat over
levensbeëindiging bij patiënten die het leven moe zijn en niet verder
willen. Zij kwamen tot. de conclusie dat dit debat zich pas in de
beginfase bevindt.
Volgens Spreeuwenberg is het niet aan een arts om te beoordelen of een
patiënt ondraaglijk en uitzichtloos lijdt als hij geen ziekte onder de
leden heeft, maar bijvoorbeeld lijdt aan zijn relaties,een
godsdienstcrisis heeft, of onder miserabele omstandigheden moet leven.
Een huisarts krijgt te maken met mensen met allerlei uiteenlopende
problemen, maar hij moet vervolgens onderscheiden of die op zijn
eigen, dus medische, terrein liggen. Wanneer iemand 'lijdt aan het
leven', aan eenzaamheid, angst, aftakeling of verdriet, zijn dat
sociaal-maatschappelijke kwesties die buiten de kaders van de huisarts
vallen, vindt Spreeuwenberg.
Commotie
Dit wil evenwel niet zeggen dat hoogbejaarden die geen perspectief
meer zien, nooit middelen zouden mogen krijgen voor zelfdoding,
citeert Myjer de andere deskundige, Legemaate, in zijn requisitoir.
Over die.vraag moet echter nog een breed maatschappelijk debat worden
gevoerd.
De rechtbank in Haarlem ontsloeg Sutorius eerder van rechtsvervolging.
Dit leidde tot veel commotie in politieke en medische kringen.
Minister Korthals van Justitie vond dat de grenzen van euthanasie
daarmee te ver waren opgerekt.
(Rotterdams Dagblad, 9-11-2001)