PERSBERICHT - 24 NOVEMBER 2001
Onderzoek NIPO toont aan:
Nederlander gaat nóg meer op vakantie
De Nederlander gaat nog meer op vakantie. De deelname is weliswaar
gelijk gebleven, maar we gaan gemiddeld ietsje meer. De
vakantiefrequentie steeg tot 1,7 vakanties per jaar. Die stijging van
de groei van het aantal vakanties is een voortzetting van de tendens
uit de laatste jaren van de vorige eeuw. Tussen 1986 en 1993 groeide
het aantal vakanties per Nederlander geleidelijk naar 1,61 procent.
Medio jaren negentig daalde die vakantiefrequentie licht, maar vanaf
1997 is een langzame groei ingezet tot 1,7 vakanties in 2001. Dit
blijkt uit cijfers van het NIPO vakantie onderzoek 2001. De resultaten
van dit onderzoek zijn 22 november gepresenteerd op de persconferentie
van de Vakantiebeurs Wereldwijdweg, die van 9 - 13 januari 2002 wordt
gehouden in Jaarbeurs Utrecht.
De 70 procent Nederlanders vanaf 18 jaar, die als vakantieganger
geteld worden, zijn samen goed voor 15 miljoen vakanties van 4 dagen
of meer. Sinds 1985 is de vakantiedeelname (vakantieparticipatie)
geleidelijk gestegen van 57 procent naar 70 procent in de laatste drie
jaren. De vakantiefrequentie bedroeg in 1985 nog maar 1,38 vakanties
per vakantieganger.
Meer ouderen
Volgens Ad Schalekamp van het NIPO die donderdag de uitkomsten van het
vakantie onderzoek in Hoofddorp presenteerde tijdens de
persconferentie van Vakantiebeurs 2002, kunnen zowel de
vakantiedeelname en frequentie nog groeien. Van de thuisblijvers zegt
een kwart niet elk jaar te gaan, 22 procent houdt het bij dagtochten
en 13 procent kiest voor een kortere vakantie. In deze segmenten zal
nog groei te verwachten zijn. Ook demografische ontwikkelingen, zoals
meer ouderen met meer geld en vrije tijd, kunnen leiden tot meer
vakanties.
Frankrijk
Verschuivingen zijn er in de bestemmingen. Vooral de grote vier,
Frankrijk, Spanje, Duitsland en Oostenrijk samen, hebben verlies
geleden. Zij vielen terug van 49 procent van de buitenlandse vakanties
naar 45 procent. Het grootste verlies komt voor rekening van
Frankrijk, dat volgens de NIPO-cijfers waaraan het bezoek daalde van
20 naar 17 procent.
Winnaar
Oostenrijk is van de grote vier de "winnaar"; van 6 naar 7 procent.
Spanje viel terug van 13 naar 12 en Duitsland van 10 naar 9. Ook
Zwitserland boekte meer gasten dan voorheen. Opvallende dalers zijn
Israël, Australië, Frankrijk en Duitsland.
Grote winnaars in de slag om de vakantieganger zijn Turkije (van 2,5
naar 5 procent), Cyprus en Italië (elk goed voor een stijging van 30
procent) en het Midden en Verre Oosten.
Middellandse Zee-landen
Ook de intercontinentale bestemmingen, buiten Europa de hele wereld,
groeide uit tot 12 procent (was 11 procent in 1998). Dat ging ten
koste van het West Europese vakantiegebied, dat in 2001 terugviel van
65 naar 57 procent sinds 1998. De Middellandse Zee-landen noteerden
een groei van het marktaandeel 24 naar 31 procent in de laatste vier
jaar.
Noot voor redactie (