22-11-2001
Kwaliteitsteam: bewaker van het goud van Breda
Burgemeester en wethouders willen een kwaliteitsteam voor de
binnenstad dat tot taak heeft de kwaliteit van alle projecten en
plannen van de binnenstad vooraf te toetsen. Dit is een van de
voorstellen die terug te vinden zijn in de visie het goud van Breda.
Met deze visie probeert het college het bestaande structuurplan uit
1992, dat nog steeds prima voldoet op onderdelen te actualiseren. Op
12 december worden deze punten toegelicht tijdens een
consultatiebijeenkomst in de ontvangstruimte van het Stadskantoor. In
januari zal de visie worden voorgelegd aan de raad.
Voor de binnenstad is in november 1992 het Structuurplan Binnenstad
Breda vastgesteld. Nu, na bijna tien jaar is het plan tegen het licht
gehouden. Hiervoor kwamen politieke- en ambtelijke vertegenwoordigers
en afgevaardigden van maatschappelijke- en belangenorganisaties deze
zomer bij elkaar. Onder leiding van Professor dr. L. de Klerk werd
gediscussieerd en de vrucht van deze inspanning, de visie met de naam
het goud van Breda, is nu door het college vrijgegeven voor
consultatie.
De Klerk is lange tijd hoofd stedelijk/ruimtelijk beleid geweest in de
gemeente Rotterdam en sinds 2000 hoogleraar stedelijke en algemene
planologie aan de Universiteit van Amsterdam.
Streven naar ruimtelijke kwaliteit
Hoofdconclusie van de bijeenkomsten was dat er geen nieuw
structuurplan nodig is. De tien jaar geleden ingeslagen weg van
kwaliteitsverhoging van het openbaar gebied en zorgvuldige
herstructurering van in onbruik geraakte terreinen moet krachtig
worden voortgezet. Voor deze voortzetting worden in het plan de
volgende aanbevelingen gedaan:
1. Doorgaan met behoud, herstel en verbetering van het cultureel
erfgoed in de historische binnenstad. Deze binnenstad wordt gezien als
de belangrijkste drager van de identiteit van Breda. Het is een
kostbaar collectief antiek dat dagelijks door tienduizenden Bredanaars
en streekgenoten wordt gebruikt.
2. Een goed voorbeeld van herstel van verloren gegaan erfgoed is het
plan om de demping van de voormalige haven ongedaan te maken.
3. De binnenstad te beschouwen als een geheel van contrastrijke
sferen. Een goed voorbeeld hiervan is het Chassé Park, dat een
compleet nieuwe sfeer aan de binnenstad toevoegt. Het voorziet ook in
de stijgende vraag naar luxe binnenstadsappartementen.
4. De huidige binnenstad en straks het Stationsgebied/Spoorzone bieden
tal van mogelijkheden om nieuwe sferen en contrasten toe te voegen.
Deze nieuwe gebieden moeten voldoen aan strenge eisen voor de
vormgeving en inrichting. De eenheid van alle sferen en contrasten
valt met één woord samen te vatten: kwaliteit.
5. Hierop aansluitend vervolg van het programma tot zorgvuldige
(her)inrichting van het openbaar gebied met duurzame materialen.
6. Kwaliteit en aantrekkelijkheid moeten ook onderhouden worden door
handhaving van regels voor de inrichting van straten en pleinen,
architectuur, gevelreclame, straatmeubilair, geluidsproductie enz.
Ergernissen en onaantrekkelijkheid, dus wegblijven, ontstaan dikwijls
door halve maatregelen en veronachtzaming van onderhoud.
7. Spoorzone en Stationsgebied bieden de mogelijkheid om een
grootstedelijk milieutype te ontwikkelen. In een stad die historische
kleinschaligheid gewend is, moet daarvoor bijtijds met een ruimtelijke
én mentaal vergrootglas naar de mogelijkheden van dit
ontwikkelingsgebied worden gekeken.
8. Stationsgebied en Spoorzone bieden enorme mogelijkheden tot
uitbreiding en aanvulling van de binnenstadsfuncties. Daarom moeten
deze gebieden worden beschouwd als een (grote) uitbreiding van de
binnenstad.
9. Het heeft niet zoveel zin om voor het Stationsgebied/Spoorzone
precies te programmeren wat er wel en niet kan of mag komen; bijv.
hoeveel winkels en welke wel, of juist niet. Het gebied is zo groot
dat er een kwart eeuw met de ontwikkeling en groei is gemoeid. In 1975
bestonden heel andere detailhandelsformules en kantoorformules
(financiering, inrichting) dan nu. De kracht van een stadsbeleid zit
in een bestendig kwaliteitsbeleid voor de opzet en inrichting van het
openbaar gebied, niet in detaillistische planning die dikwijls
ontwikkelingen belemmert. De gemeente moet zich concentreren op het
scheppen van hoge kwaliteit van het openbaar gebied. Want alleen
daarmee concurreert de Spoorzone met de Randstad, Eindhoven, Antwerpen
enz. Zo breed moet dat ook gezien worden.
10. Tenslotte wordt geadviseerd om de gemeenteraad kwaliteitsregels te
formuleren en een Kwaliteitsteam Binnenstad continu alle plannen en de
bestaande binnenstad daaraan te laten toetsen.
Breda, 22 november 2001