PERSBERICHT
---
Beroepsmatige blootstelling aan chloortrimethylsilaan en butylacetaten
In twee vandaag aan de bewindslieden van Sociale Zaken en Werkgelegenheid uitgebrachte adviezen beoordeelt de Gezondheidsraad de gezondheidskundige gevolgen van beroepsmatige blootstelling aan chloortrimethylsilaan en verschillende butylacetaten in de lucht op de werkplek. Wegens gebrek aan gegevens kan de commissie slechts voor n-butylacetaat een gezondheidskundige advieswaarde afleiden.
Chloortrimethylsilaan, een kleurloze vloeistof met een stekende, zoutzuur-achtige geur, vindt onder meer toepassing bij de productie van vloeibare siliconen en propyleenoxide. De stof is erg reactief en wordt daarom uitsluitend in gesloten systemen gemaakt en verwerkt. Contact met water geeft een heftige reactie waarbij zoutzuur ontstaat. Vorming van zoutzuur vindt ook plaats als chloortrimethylsilaan in aanraking komt met een vochtig oppervlak. Bij verwarming of ontbranding ontstaan corrosieve en giftige dampen. Zowel bij mensen als bij dieren werkt chloortrimethylsilaan sterk irriterend op de ogen, de huid en de slijmvliezen. Orale inneming kan ernstige verbranding van de mond en de maag geven. Er zijn geen gegevens over de carcinogeniteit en de effecten op de voortplanting na langdurige blootstelling. De stof lijkt niet genotoxisch te zijn. Bij de huidige schaarste aan wetenschappelijke informatie is het niet mogelijk een gezondheidskundige advieswaarde voor de beroepsmatige blootstelling aan chloortrimethylsilaan af te leiden.
Butylacetaten komen van nature voor in fruit, maar worden ook
synthetisch bereid. Het zijn kleurloze, ontvlambare en naar fruit
ruikende vloeistoffen. Ze dienen onder meer als smaakstof bij de
productie van voedingsmiddelen en als oplosmiddel bij de bereiding van
cosmetica, verf en lak.
Butylacetaten kunnen irriterend werken op de ogen, de huid en de
slijmvliezen. Gebleken is dat blootstelling aan n-butylacetaat bij
ratten kan leiden tot aantasting van het neusslijmvlies en tot
aantasting van de werking van het zenuwstelsel. Butylacetaten lijken
niet genotoxisch te zijn. Het ontbreekt aan gegevens over de
kankerverwekkendheid en de effecten op de voortplanting na langdurige
blootstelling. Volgens het advies kan uitsluitend voor n-butylacetaat
een gezondheidskundige advieswaarde voor beroepsmatige blootstelling
worden afgeleid. Deze komt uit op 150 mg per kubieke meter lucht,
gemiddeld over een achturige werkdag.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid betrekt de
advieswaarden van de Gezondheidsraad bij het vaststellen van
wettelijke grenswaarden. Het ontbreken van een advieswaarde betekent
dat het niet mogelijk is een gezondheidskundig onderbouwde grenswaarde
vast te stellen.
De besproken adviezen zijn opgesteld door de Commissie WGD van de
Gezondheidsraad. In deze commissie hebben zitting: · prof. dr GJ
Mulder, Universiteit Leiden, voorzitter · dr RB Beems, Rijksinstituut
voor Volksgezondheid en Milieu · dr PJ Borm, Heinrich Heine
Universität Düsseldorf (Germany) · mr JJAM Brokamp,
Sociaal-Economische Raad, adviseur · prof. dr VJ Feron, TNO Voeding ·
dr ir DJJ Heederik, IRAS, Universiteit Utrecht · mevr drs LCMP
Hontelez, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, adviseur ·
dr G de Jong, Shell Internationale Petroleum Mij BV · dr PL Pal,
Nederlands Centrum voor Beroepsziekten · mevr prof. dr IM Rietjens,
Universiteit Wageningen · dr H Roelfzema, Ministerie van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport, adviseur · prof. dr ir T Smid, KLM
Arbo Services BV, Vrije Universiteit · dr GMH Swaen, Universiteit van
Maastricht · dr HG Verschuuren, DOW Europe (Switzerland) · F de Wit,
arts, Arbeidsinspectie · mevr dr ASAM van der Burght, Gezondheidsraad,
secretaris · mevr dr JM Rijnkels, Gezondheidsraad, secretaris.
Beide adviezen zijn opgesteld in samenwerking met deskundigen uit
Scandinavie. Het advies 'Chlorotrimethylsilane' in samenwerking met de
Nordic Expert Group en het advies 'Butylacetate' in samenwerking met
de Swedisch Criteria Group.
Nadere inlichtingen verstrekken mevrouw dr ASAM van der Burght, tel.
(070) 340 70 17 en mevrouw dr JM Rijnkels, tel. (070) 340 66 31.
Datum: 15 november 2001
---