Bekostigingsbesluiten Brouwerstraat en Maanderplein
In de Ede Stad van 10 oktober jongstleden zijn de bekostigingsbesluiten van de Brouwerstraat en het Maanderplein bekendgemaakt. In de Ede Stad van 14 november jongstleden volgde er nog een rectificatie van deze bekendmakingen. Deze officiële bekendmakingen zijn niet voor iedereen even makkelijk leesbaar. Uitspraken van rechters dwingen de gemeente echter om de bekendmakingen zo volledig en juist mogelijk te laten zijn. In dit artikel leest u wat deze bekendmakingen feitelijk inhouden.
Met de herinrichting van straten in Ede-Centrum zijn veel kosten
gemoeid. Het gemeentebestuur wil deze kosten daar waar mogelijk
verhalen op (dat wil zeggen: terug laten betalen door) degenen die
voordeel hebben bij deze herinrichting. Het gaat daarbij in eerste
instantie om eigenaren van winkels en woningen in Ede-Centrum. De
gemeente heeft 3 mogelijkheden om kosten te verhalen: gronduitgifte
(grondverkoop), het sluiten van exploitatie-overeenkomsten en
baatbelasting. Bij de herinrichting van de Brouwerstraat en het
Maanderplein is gebleken, dat het kostenverhaal door middel van
gronduitgifte en het sluiten van exploitatie-overeenkomsten niet meer
mogelijk is. Om deze reden is gekozen voor het heffen van
baatbelasting. Deze belasting is een gemeentelijke belasting om een
billijke bijdrage te verkrijgen in de kosten van aanleg van openbare
voorzieningen. De belasting wordt geheven van degene, die voordeel
heeft bij de aanleg van deze voorzieningen.
Een bekostigingsbesluit is een besluit van de gemeenteraad om het in
de toekomst mogelijk te maken om baatbelasting te heffen. De
gemeenteraad moet het besluit nemen vòòr de herinrichting.
Het (profijt)gebied, waarvoor het bekostigingsbesluit geldt, is op een
bijbehorende tekening aangegeven. Dit gebied wordt bepaald aan de hand
van het gebied dat heringericht wordt en de kadastertekening. Al de
percelen die op de kadastertekening direct grenzen aan het gebied dat
heringericht wordt, vallen binnen dit (profijt)gebied. Indien achter
deze aangrenzende percelen nog een perceel van dezelfde eigenaar ligt,
wordt ook dit achterliggende perceel in het gebied van het
bekostigingsbesluit betrokken. De tekening geeft een beeld van de
maximale omvang van het gebied, dat voordeel heeft bij de
herinrichting. Als gevolg van deze manier van vaststellen van het
profijtgebied kunnen naast winkels ook woningen binnen het gebied
vallen.
Bij het bekostigingsbesluit hoort een begroting, een raming van de
kosten. Alleen van die voorzieningen, waarvan de betrokken eigenaren
voordeel hebben, worden de kosten verhaald. Het gaat hierbij
bijvoorbeeld om kosten van bestrating, groenvoorzieningen en
straatmeubilair. Kosten van opruimings-, grond- en
rioleringswerkzaamheden en dergelijke worden niet verhaald. Vanwege
het feit, dat door de herinrichting bespaard kan worden op onderhoud,
is hiervoor een aftrekpost opgenomen in de begroting. Een extra
aftrekpost is een deel van de bijdrage van de provincie voor de
herinrichting van geheel Ede Centrum. Tenslotte is er nog een
aftrekpost van 40 % van de te verhalen kosten. De gemeenteraad heeft
namelijk bepaald, dat slechts 60 % van de te verhalen kosten door de
rechthebbenden opgebracht moeten worden.
Het bekostigingsbesluit biedt de gemeente de mogelijkheid om in de
toekomst baatbelasting te heffen. Daar moet de gemeenteraad dan nog
wel een aparte belastingverordening voor opstellen, en wel binnen 2
jaar na het gereed komen van de herinrichting. Pas bij deze
verordening wordt bepaald hoe de verdeling van de kosten gaat
plaatsvinden over de diverse percelen binnen het gebied. Dan bestaat
ook meer duidelijkheid over de werkelijke kosten van de herinrichting.
In zo'n verordening kan de gemeenteraad ook onderscheid maken tussen
woningen en winkels. Of ook voor woningen baatbelasting betaald moet
worden en hoeveel is een vraag die te zijner tijd door de gemeenteraad
beantwoord zal worden.
U kunt tegen de bekostigingsbesluiten geen bezwaar of beroep
instellen. Bezwaar en beroep is pas mogelijk, indien u een aanslag
baatbelasting ontvangt.
Mocht u nog vragen, of opmerkingen hebben hierover, dan kunt u tijdens
kantooruren contact opnemen met de heer J.M. Hamminga van de
hoofdafdeling Grondzaken, tel. (0318) 68 02 05.
---
Ede, 21 november 2001