Afname buitenlandse investeringen valt nog mee
21 november 2001 - De daling van het aantal buitenlandse investeringen
in Europa lijkt vooralsnog minder dramatisch dan in eerste instantie
was voorzien. Dat blijkt uit periodiek onderzoek van Ernst & Youngs
International Location Advisory Services (ILAS). Het aantal
grensover-schrijdende investeringsprojecten in Europa is in de eerste
helft van 2001 met 19% gedaald ten opzichte van de eerste helft van
2000. Daarmee onderscheidt Europa zich van de ver-wachting van de
UNCTAD dat de wereldwijde buitenlandse investeringen dit jaar met maar
liefst veertig procent zouden teruglopen. Dat er niettemin sprake is
van een negatieve trend blijkt ook uit de cijfers voor Nederland. De
buitenlandse investeringen in ons land liepen terug met 20%, zo
berekende Ernst & Young.
De afnemende groei van de wereldwijde economie heeft het vertrouwen in
buitenlandse investeringen beschadigd. Het aantal grensoverschrijdende
investeringsprojecten in Europa is in de eerste helft van 2001 dan ook
met 19% gedaald. Vooral traditioneel aantrekkelijke landen voor
buitenlandse investeerders als het Verenigd Koninkrijk (-31%), Ierland
(-38%), Italië (-37%) Frankrijk (-36%) liepen flinke klappen op en
komen aardig in de buurt van de voorspelling van de
VN-handelsorganisatie. De onderzoekers verwachten dat ook de
gebeurtenissen sinds de aan-slagen in de Verenigde Staten zullen
leiden tot afnemende animo voor grensoverschrijdende projecten. In
toenemende mate besloten buitenlandse investeerders in de eerste helft
van 2001 hun investeringsprojecten in Midden- en Oost-Europa te
realiseren. De grootste uitzondering op deze trend is Polen. In dat
land liep het aantal investeringsprojecten terug met maar liefst 51%.
Tegenover de matige scores van andere West-Europese landen staan
uitstekende prestaties van Zweden (+95%), Finland (+43%) en Spanje
(+41%).
Land Aantal investeringsprojecten Groei ten opzichte van 2000Ook Nederland heeft te kampen met een daling van het aantal grensoverschrijdende investerings-projecten. Ten opzichte van het recordjaar 2000 is in de eerste helft van 2001 het aantal investeringsprojecten met 20% gedaald en daarmee terug op het niveau van 1999. De provincies Overijssel, Utrecht, Groningen en Drenthe deden het aanzienlijk beter en slaagden er in om in de eerste helft van 2001 juist méér grensoverschrijdende investeringsprojecten te realiseren dan in het jaar daarvoor. Ondanks de daling van het totaal aantal investeringsprojecten ten opzichte van 2000 behoort Nederland nog steeds tot de Europese topvestigingslocaties.
1. Verenigd Koninkrijk 198 - 31%
2. Frankrijk 112 - 36%
3. Spanje 103 + 41%
4. Duitsland 68 - 20%
5. Zweden 43 + 95%
6. Tsjechië 43 + 16%
7. Nederland 42 - 20%
8. België 36 - 35%
9. Ierland 35 - 38%
10. Hongarije 34 - 12%
De keuze van Nederland en veel Nederlandse regios om in te zetten op
kennisintensieve onder-nemingen lijkt een verstandige geweest. Het
zijn namelijk bedrijven uit kennisintensieve sectoren die nog steeds
de meeste investeringsprojecten voor hun rekening nemen. Bedrijven uit
de zake-lijke dienstverlening (+30%) en uit de farmaceutische
industrie (+13%) hebben de grootste groei laten zien. Hoewel bedrijven
uit de software sector nog steeds veel investeringen hebben gepleegd
(104), is hun aandeel ten opzichte van de eerste helft van 2000
aanzienlijk gedaald (-36%).
Sector Aantal investeringsprojecten Groei ten opzichte van 2000Door de economische en politieke ontwikkelingen voorzien de onderzoekers van Ernst & Young dat de concurrentie tussen Europese landen en regios in alle hevigheid zal toenemen. Ook Nederland kan zich niet veroorloven om achterover te leunen. De komst van de Euro laat het klassieke voordeel van de sterke Nederlandse gulden verdampen. Bovendien heeft ons land last van het teruglopende aanbod van gekwalificeerd, technisch hooggeschoold, personeel en worden de vestigingsmogelijkheden voor ruimte-intensieve bedrijven beperkter. De onderzoekers wijzen tevens op de ontwikkelingen op fiscaal gebied. Het streven van de Europese Commissie om te komen tot een vergaande belastingharmonisatie binnen de Europese Unie biedt Nederland minder mogelijkheden om zich te onderscheiden met aantrekkelijke fiscale arrangementen. De onder-zoekers menen daarom dat het zaak is dat Nederland waakt over de kwaliteit van het eigen vestigingsklimaat.
1. Zakelijke dienstverlening 106 + 30%
2. Software 104 - 36%
3. Elektronica 95 - 16%
4. Chemie 62 - 9%
5. Farmacie 48 + 13%
Voor nadere informatie of een samenvatting van het rapport kunt u
contact opnemen met Jan Siemons van Ernst & Youngs ILAS, tel.
030-2592000 of met persvoorlichter