Ministerie van Economische Zaken

Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: Persbericht
Nummer: 156
Datum: 21-11-2001

EVALUATIE AANWIJZINGEN ONDERSTREEPT NOODZAAK WET MARKT EN OVERHEID

Minister Jorritsma van Economische Zaken heeft de Tweede Kamer een brief gestuurd over de Evaluatie van de Aanwijzingen inzake het verrichten van marktactiviteiten door rijksdiensten.
De Aanwijzingen zijn in 1998 in werking getreden en hebben als hoofdregel dat er geen marktactiviteiten worden verricht door de rijksoverheid. Van deze hoofdregel wordt afgeweken als:

- een activiteit bij wet is opgedragen;

- de verantwoordelijke minister expliciet besluit dat de marktactiviteit onlosmakelijk is verbonden met de overheidstaak;

- het een onontkoombare restcapaciteit betreft of
- de Ministerraad expliciet besluit dat de marktactiviteit is toegestaan.
Uit een analyse door Bureau Bartels van ingediende klachten blijkt dat deze vooral betrekking hebben op mede-overheden, zelfstandige bestuursorganen en niet-overheden, en dus niet vallen onder de Aanwijzingen. Ook kunnen klachten gemakkelijk worden afgewezen doordat een wettelijk kader ontbreekt.
De belangrijkste aanbevelingen die uit de evaluatie naar voren komen zijn dan ook:

- verminder de vrijblijvendheid van de Aanwijzingen door deze om te zetten in een wettelijk kader;

- vergroot de reikwijdte, zodat ook mede-overheden, zelfstandige bestuursorganen en dergelijke zich aan de regels moeten houden. Inmiddels is een Wet Markt en Overheid ingediend bij de Tweede Kamer. Deze komt in belangrijke mate tegemoet aan de geconstateerde knelpunten.